Een gezonken boot aan het strand  van Saint Laurent-du-Maroni
Een gezonken boot aan het strand van Saint Laurent-du-Maroni

Nickerie Suriname  Terugblik

 

Frans-Guyana

Het land is niet toeristisch ingesteld. Er is een slechte infrastructuur en weinig voorzieningen. Het land staat bekend om zijn natuur. Een groot deel van het land is bedekt met regenwoud. In het zuiden van het land vindt men nog een deel van het Amazonewoud. De kustlijn van Frans-Guyana bestaat grotendeels uit mangrovebossen. De economie van het land draait grotendeels om export (o.a. rum, garnalen en hout) en landbouw.

Het weer

Het land heeft een tropisch klimaat.

Valuta

De Euro

Taal

Frans is de officiële taal in Frans-Guyana. Daarnaast wordt er Creools-Frans en door diverse stammen inheemse talen

gesproken.

Het land kent een uitkeringsstelstel vanuit het moederland dat het eigen initiatief van burgers afremt. Een enkele keer ontstaat er een beweging die pleit voor onafhankelijkheid.

De inwoners van Frans-Guyana noemen hun land dan ook liever La Guyane, zonder verwijzing naar Frankrijk

Het is een overzeese kolonie van Frankrijk. Het is nog altijd integraal deel van Frankrijk en daarmee deel van de Europese Unie.

Het lege land heeft te weinig inwoners om bruisend te zijn en is naarstig op zoek naar bevolking. Zo werden in het verleden Surinaamse rijstboeren gelokt om gronden in cultuur te brengen. Aan kinderen van Surinaamse vrouwen die langs de Franse kant van de Marowijnerivier wonen, wordt de Franse nationaliteit geschonken.

Even over steken naar het buitenland:

Je Europese paspoort moet wel voorzien zijn van een multiple entry visum voor Suriname. De laatste tijd echter staat de Albinese grenspolitie dagtoerisme vanuit Suriname voor bezitters van een EU-paspoort oogluikend toe. De brede Marowijnerivier, waarover tientallen bootjes op en neer varen, is immers moeilijk controleerbaar. 

Info betreffende de €

Het ontwerp voor alle biljetten is gebaseerd op hetzelfde thema: Europese architectuur uit verschillende artistieke periodes.

  • De voorkant (of recto) van het biljet toont een venster of een poort,
  • Terwijl de achterkant (of verso) een brug toont.
  • De Achterkant van alle biljetten tonen de Europese vlag, de initialen van de Europese Centrale Bank in de verschillende talen, een kaart van Europa (inclusief Azoren (Portugal), Canarische Eilanden (Spanje) en Frans-Guyana, de Franse Antillen (Guadeloupe en Martinique) en Réunion (Frankrijk)) op de achterkant, de benaming "euro" in verschillende lettertypes, en de handtekening van de president van de Europese Centrale Bank.
  • De twaalf sterren van de Europese Unie zijn ook op elk biljet aanwezig. Het ontwerp is gemaakt door de Oostenrijkse ontwerper Robert Kalina.

Saint-Laurent-du-Maroni

is een grensplaatsje aan de overkant van Albina aan de Marowijnerivier. Met keurig aangelegde straten, gebouwen met smeedijzeren hekken en muren van baksteenmetselwerk. Zoals ieder Frans dorp is er een Quartorze Juillet-plein en een markt. 

Frans-Guyana fungeerde ooit als strafkolonie voor gevangenen uit het Franse moederland. Gedwongen arbeid van de delinquenten moest het overzees departement tot ontwikkeling brengen.

Camp de la Transportation 

Stond in Saint-Laurent. Van hieruit werden de veroordeelden over de kolonie verspreid. Beroemde gevangenen als de legerofficier Dreyfus en Henri Charrière, beter bekend als Papillon, hebben hun dagen gesleten binnen de muren van het strafkamp.

Het kamp werd in 1858 officieel in gebruik werd genomen, in 1938 vond het laatste transport van 666 veroordeelden plaats.

In totaal zaten tussen 1852 en 1953 ongeveer 70.000 veroordeelden in strafkampen in en rond het Frans-Guyanese grensplaatsje.

 

Aan de bevolking en opbouw van de kolonie waren veroordeelden bovendien verplicht om na vrijlating eenzelfde periode gelijk aan de duur van hun straf in Frans-Guyana te verblijven.

Napoleon III

De Franse overzeese strafkolonies waren trouwens een “uitvinding” van Napoleon III die vond dat de gevangenispopulatie van ongeveer zesduizend mensen de Franse staat teveel geld kostte. Dwangarbeid leek hem een goede, meer humane en goedkope oplossing, die gelijktijdig de Franse koloniale aspiraties zou kunnen ondersteunen. Wie naar Guyana werd gestuurd, kwam vrijwel zeker nooit meer terug in 'metropool Frankrijk'.  

Na de sluiting van het kamp, werd het complex gekraakt door dakloze boslandcreolen die de cellen inrichtten tot woonhuis. Een deel van hen moest in de jaren zeventig van de twintigste eeuw verhuizen, toen een aantal barakken een opknapbeurt kreeg voor de verfilming van het boek Papillon. De laatste krakers werden verjaagd toen de gemeente enkele jaren geleden het toeristisch belang van het bagno begon in te zien.

Hitte, uitdroging, ziekte, geweld én de guillotine kostte tienduizenden het leven.

Eenmaal voet aan wal proef je direct een andere sfeer moeilijk om uit te leggen. Het standbeeld van de gevangene dat geeft hier een beetje de sfeer aan

We lopen vanaf de kade langs het standbeeld over een brede weg, daar staat het bord "Le Camp", We zien een enorm complex voorzien van een enorme muur met een hoge schoorsteen, het zou een fabriek kunnen zijn.

In de diverse gebouwen die we zien staan, worden tegenwoordig diverse administratieve werkzaamheden verricht. Toen waren dit de bibliotheek met daarnaast een gebouw waar ook het ziekenhuis gevestigd was.

Vrouwelijke gevangenen in Saint Laurent du Maroni

Bij het hospitaal stond de  enige vrouwenbarak. Hoewel ongeveer 95% van de gevangenen uit mannen bestond, was er ook een vrouwenbarak. Deze vrouwelijke gevangenen werden vooral te werk gesteld voor schoonmaakwerk van de officierskwartieren; seksueel misbruik was daarbij niet uitgesloten. Vrouwen mochten overigens de gevangenis ook na hun straf niet zomaar verlaten. Dan zouden zij, in de ogen van de autoriteiten, weer gelijk vervallen in hun oude gewoonten of erger. Nee, een vrouw mocht – na haar straf – de gevangenis alleen verlaten als iemand, meestal een vrijgekomen mannelijke medegevangene, met haar wilde trouwen. Zo niet, dan bleef zij tot haar dood in de gevangenis.

Bij de keuken stond een mooie grote mangoboom en dan zie je de barakken waar de gevangenen verbleven een schril contrast.

Tio opent een deur in de dikke muur. We komen in een lege ruimte er staat een kar.

kar op een rail.

Overdag werkten de gevangenen in de nabij gelegen jungle om paden te banen, hout te kappen, wegen aan te leggen. Soms moest men 10 kilometer lopen, met een ijzeren kar, waarop materialen werden vervoerd, om op de werkplek te komen, vervolgens 10-12 uur zware arbeid verrichten en dan weer 10 kilometer terug lopen. Het eten was uiteraard schrikbarend slecht.  We komen bij de cellen van het Tribunal Maritime Special, het staat nog leesbaar boven de toegangsdeur. Speciaal ingesteld om recht te spreken - of wat daarvoor doorging - in de strafkampen. Over het algemeen trad penitentiair personeel op als “verdediging” en/of als ”getuigen”. Tio staat exact op de plek waarop de verdachte moest staan. Zo kon hij door de open poorten het daglicht zien. De rechters zaten uiteraard maar de deur naar de ruimte (achter Tio) was afgesloten. Zo werden hier;

  • zowel vergrijpen als vluchtpogingen tijdens het zeetransport 
  • het helpen bij vluchtpogingen 
  • geweld tegen bewakers behandeld. 

We gaan naar buiten en komen in de ruimte waar aan de ene zijde de cellen zijn en daar tegenover staat de gemeenschappelijke was- en drinkbak.

En zoals je ziet moet dan 1 van de gevangenen aan het rad draaien om de bakken gevuld te krijgen en dat is een pittige klus! De muren zijn zwart. en dat is in vele ruimtes en dat is geen verf! Dit een houtskoolsoort dat op de muren gesmeerd wordt zodat zichtbaar is als een gevangene even tegen de muur heeft geleund.

Op de laatste foto boven zie je de muur die er niet bepaald gaaf meer uitziet. Daarin een soort stalenkaart. Elk jaar moest de muur geverfd worden en het mocht nooit een tweede keer dezelfde kleur hebben dus zodra de muur geverfd was werd de desbetreffende kleur vastgelegd.

Aan de andere zijde, zien we dat de daken van de cellenblokken – die hier BLOCKHAUS heten - zijn verdwenen, geen deuren alleen de metalen strippen die ze op hun plaats hielden, geen glas in de sponningen. De aanwezigheid van een guillotine en cellen voor – langdurige – eenzame opsluiting, wekken tenminste niet de indruk dat men op enige vorm van coulance hoefde te rekenen.

Slaap

In een slaapzaal zien we een groot stenen bed aan beide zijde van de ruimte. Aan het voeteneinde zijn metalen stangen zichtbaar waaraan de gevangenen 's nachts werden vastgeketend en bij de muur zien we nog wat over is van de steunen waarop de houten planken van de brits lagen. In de zaal is tevens een toilet geïntegreerd.

De brits

Iets verderop zijn 1persoons-cellen. Hierin staat 1 brits het hoofdeinde is voorzien van een plank. Aan het voeteneinde zie je een stang zitten en aan die stang zit 1metalen beugel. Hierin werd de linkervoet van de gevangene vast geketend. Ja probeer maar uit en bedenk dan wat er met de linkervoet gebeurd als je van de plank wilt stappen. Dit is zeer pijnlijk en kan ertoe leiden dat je linkeronderbeen geamputeerd moet worden en ja dan gaat gewoon de rechtervoet in de beugel en je kunt niet meer van de plank stappen

We lopen verder over het terrein we lopen door het hek naar het deel waar ook een waterput staat we zien de vele cellen. De muren zijn voorzien van diverse illustraties van de velen die die levenslang waren opgesloten.

Cel nr 47.

Dit is de cel waar of Papillon heeft gezeten. Dit deel van het kamp ziet er opvallend goed uit als gevolg van de opknapbeurt die nodig was om de film destijds op te nemen. Het ook verboden om er naar binnen te gaan, er is nauwelijks iets te zien, behalve het in de vloer gekraste woord PAPILLON.

Waterput

Deze stond ter hoogte van cel 47 midden in het veld ja er zit ook nu nog water in en appèlplaats, waar de gevangenen soms uren moesten staan, in de brandende zon, zonder water.  Je kon je heel goed indenken hoe het was om hier met een klein emmertje aan een touwtje water te scheppen 

Keuken

We zien de keuken er staat nog een kookpot en resten van iets wat op een kookplaat lijkt

De toilet

Iets verderop staat nog een toilet en zoals je ziet zat daar geen deur voor.

 

We lopen weer rustig terug en verlaten het kamp. Het heeft toch wel behoorlijk indruk gemaakt op ons. Het ziet er nu zo ruimtelijk uit maar wat moet dit een verschrikking geweest zijn voor al die mensen

Henri Charrière (1906-1973)

 

werd geboren in een plaatsje in de Ardêche en was het derde kind uit een welvarend middenstandsgezin. Zijn vader raakte echter gewond in de Eerste Wereldoorlog. Zijn moeder overleed aan een infectie, die zij opliep tijdens het verzorgen van oorlogsgewonden in 1917. Zijn vader plaatste de jonge Henri vervolgens op een kostschool, maar dit bleek geen succes. Uiteindelijk dwong zijn vader hem, op zijn 18e, om drie jaar dienst te nemen in de Franse marine. Na twee jaar had Henri echter schoon genoeg van het marineleven en verminkte moedwillig zijn duim om onder zijn contract uit te komen. In de marinetijd liet hij de befaamde vlinder (in het Frans: papillon) op zijn borst tatoeëren. 

Charrière in Parijs, criminaliteit en veroordeling

In 1928 vertrok hij naar Parijs, waar hij al snel in de onderwereld van Montmartre verzeilde. Als kleine crimineel scharrelde hij zijn kost bij elkaar. In dit milieu stond hij al snel bekend als 'Papillon' naar zijn tatoeage. Er was echter nog een crimineel met de bijnaam 'Papillon'. Toen in 1930 een (bevriende) crimineel, Roland Legrand, werd neergeschoten, kon deze voor hij stierf de politie de naam van de dader noemen: "Papillon Roger"; dit was de andere 'Papillon'. De politie arresteerde echter Charrière. In 1931 werd hij veroordeeld tot levenslange dwangarbeid en verscheept naar de gevangenis in Saint Laurent in Frans Guyana.

Charrière in gevangenschap  

Het regime in de Saint Laurent Bagno was gruwelijk: sadistisch, wreed en mensonterend. Charrière bleef proberen te ontsnappen. Uiteindelijk werd hij overgeplaatst naar Duivelseiland, één van drie eilanden in de Atlantische Oceaan voor de noordkust van Frans Guyana. Hoewel de naam anders doet vermoeden, was dit verbanningsoord een grote verbetering ten opzichte van de Bagno van Saint Laurent; geen dwangarbeid, geen betonnen barakken, geen isolatiecellen.

Het was alleen vrijwel onmogelijk om van het eiland te ontsnappen. Uiteindelijk verbleef hij in totaal 13 jaar in gevangenschap en deed 9 ontsnappingspogingen. De laatste keer, in 1944 en wel vanaf Duivelseiland, was succesvol hij ontsnapte op kokosmatten. 

Charrières latere leven en autobiografie

Vanaf 1945 woonde en leefde Charrière als vrij man in Venezuela. Hij trouwde een Venezolaanse vrouw en had zelfs kinderen. Pas na het uitbrengen van zijn autobiografie in 1969 bracht hij voor het eerst weer een bezoek aan Frankrijk. Zijn boek en de latere verfilming ervan maakten hem schatrijk. Lang heeft hij er niet van kunnen genieten. In 1973 stierf Henri Charrière in Spanje aan keelkanker. Op eigen verzoek is hij begraven in Lanas, in de Franse Ardêche.

Tot slot

 Over het waarheidsgehalte van Charrières autobiografie is al veel gezegd en misschien nog meer verzwegen. Zo zou Charrière nooit op Duivelseiland zijn geweest, volgens France officiële bronnen. Ook wordt algemeen aangenomen, dat Charrière diverse belevenissen van andere medegevangenen heeft gebruikt en aan zichzelf heeft toegedicht. Over één ding heeft hij echter ontegenzeggelijk de waarheid gesproken: het wrede bestaan in de Bagno van Saint Laurent du Maroni.

 

Deze info, heb ik van internet geplukt om het verhaal compleet te maken!

En dan zijn we zoals gezegd weer buiten de poort. 

Dan loop je langs die hele lange hoge dikke muur bovenop voorzien van prikkeldraad. En het eerste wat of je dan ziet is het Paleis van Justitie. We gaan de hoek om en daar is het politiebureau nou maak het maar compleet dan want op de volgende hoek staat een kliniek. Je weet hoe het werkt he ik zag de ambulance dus dan moet hij ook op de foto.

We lopen door het stadje het ziet er wel aardig uit. Maar je ziet er heerst ook diepe armoe en jawel ook hier al is het Europa staan ook hier voertuigen rijp voor de sloop, gewoon langs de kant van de weg. De laatste foto spreekt voor zich

Na wat gedronken te hebben in een klein restaurantje liepen we weer terug naar het water. Het is toch wel heel apart om die gestrande boten te zien. En vooral ook hoe zich dit zo tot een soort van levend monument heeft  kunnen ontwikkelen door de begroeiing. De betekenis van het beeldje voor de boot is niet terug te vinden. Het zou een schaal des overvloeds zijn aldus de gids maar ons lijkt t dat er een persoon op die schaal ligt en ja hoe moet je dat dan verklaren. Ach ja ziet er leuk uit moet je dan maar denken vooral daar je het beeldje deels gekopieerd ziet in de steven van de boot. Onderaan de steiger ligt onze korjaal al te wachten op ons. Nu zien we ook dat het strand niet echt schoon is maar ach er wordt hier niet gebaad de kinderen genieten op het zand.

We varen terug naar Albina dus verlaten Europa en gaan weer terug naar Suriname met als doel Paramaribo

Hier wacht de collega van Tio (die de boot verlaten heeft op de plek waar of Tio op de heenweg aan boord kwam) ons op met de auto. De collega mag de volgende gasten verwelkomen  voor de excursie naar Galibi.

We rijden naar een mooi stukje van Albina waar we genieten van onze meegenomen lunch. De papegaai van de eigenaar van het restaurantje, werd wat onrustig hij werd even in een kooi gezet tijdens ons verblijf.

We reden met gematigde snelheid langs het monument Moiwana het is vandaag 29 november de gedenkdag. We dachten dat er veel bloemen zouden liggen. Het was te vroeg de achtergebleven familie stond nog aan de andere zijde van de weg. Uit respect voor hen, zijn we doorgereden.

Bij Stolkertsijver hebben we weer even een stop gemaakt en een enquêteformulier ingevuld nou dan gelijk maar even een foto van het logo van de reisorganisatie gemaakt.

We laten Marowijnen achter ons. We rijden Paramaribo binnen over de nieuwe brug. Het eerste wat we zien is de olieraffinaderij en dan de vlag van Suriname. 

Het was een mooie excursie we hebben genoten

Suriname Nickerie  Terugblik