Frans Guyana Nickerie Terugblik Suriname     

District Marowijne

Dit is het meest oostelijk gelegen district van Suriname. En is onderverdeeld in zes ressorten: Albina, Galibi, Moengo, Moengo Tapoe, Patamacca en Wan Hatti.

In het noorden grenst het aan de Atlantische Oceaan, in het oosten aan de gelijknamige rivier de Marowijne. De rivier is meteen ook de grens met het land Frans-Guyana. Alleen in het westen aan de rivier de Cottica zijn plantages aangelegd. Ten oosten van de plantages vestigden zich in de loop der eeuwen groepen gevluchte slaven, marrons genaamd. Hun nazaten wonen nog steeds in het gebied. In de koloniale tijd was het gebied het decor van de strijd tussen de machthebbers en de Marrons. Halverwege de 19e eeuw ontstond het stadje Albina, aan de oever van de Marowijne-rivier. In die tijd werd er veel naar goud gezocht in het gebied aan de bovenloop van de Marowijne en in de lawadelta. Albina werd een belangrijke plaats voor de goudzoekers die vanuit Paramaribo via zee naar het gebied reisden.  Het is de grootste stad in dit district en ook de oversteekplaats naar Frans Guyana. Het district heeft veel geleden onder de binnenlandse oorlog in de jaren ’80. Dorpen zijn verwoest en veel bewoners zijn naar Frans Guyana gevlucht. Het district zit nu weer in de opbouwfase.

Bevolking

Het grootste deel van de bevolking bestaat uit Surinamers van Kreoolse afkomst overwegend boslandkreolen. Langs de rivieren de Marowijne, Lawa, Tapanahoni en de Cottica liggen verschillende boslandkreoolse dorpen. Verder zijn er nog kleine groepen van Indianen, Javanen en Chinezen.  Het aantal inwoners van het distrikt Marowijne is geschat op 13.900 inwoners. Marowijne 

Albina

Het grensplaatsje Albina aan de Marowijnerivier vormt een schakel met Frans-Guyana

Moengo

Het bauxietstadje, was vroeger slechts bereikbaar over de rivier, is met Paramaribo verbonden door de Oost-westverbinding.

De economische activiteiten in het Marowijne gebied zijn bauxietwinning, goudwinning en handel met Frans Guyana.

Het distrikt Marowijne is een belangrijk mijnbouwgebied.

Galibi

Dit is de meest bekende toeristische bezienswaardigheid. Verder zijn er regelmatig tours die vanuit Albina vertrekken naar de binnenlanden van Suriname in het district Sipaliwini.

Moengo,

een stadje met een grote bauxietgeschiedenis, nadat de grote bauxietmaatschappij vertrok uit het dorp bleef er weinig over voor de traditionele dorpsbewoners o.a. de traditionele Auckaners, naast de vele andere bevolkingsgroepen die er wonen. De laatste jaren komt het stadje weer tot leven door onder andere het Surinaamse bedrijf Moengo Minerals, waar de grondstof Pimba verwerkt wordt tot cement.

Ontdekking bauxiet

Nadat het Amerikaanse bedrijf Pittsburg Reduction Company, later de Alcoa genoemd, ter ore kwam dat er bauxietvoorraden voorkwamen langs de Cotticarivier in Suriname, gaf hij in 1915 agenten de opdracht om te onderzoeken of het economisch exploiteerbare hoeveelheden waren. Dat bleek het geval. Bauxiet is de erts waaruit aluminium wordt geproduceerd en aluminium is zeer belangrijk voor onder andere de vlieg- en ruimtevaartindustrie. In 1916 werd de Alcoa actief in Suriname en stichtte het dorp Moengo, in de volksmond Mongo, hetgeen heuvel betekent. Moengo ligt ook op een heuvel of eerder op een klomp bauxiet en kijkt uit op de Cotticarivier, de diepste rivier van Suriname. In 1922 werd de eerste lading bauxiet-erts geëxporteerd naar Amerika en vanaf die tijd is bauxiet de kurk geweest waarop de Surinaamse economie dreef, maar zeker die van Moengo.

Bloei

Moengo kwam tot bloei met winkels, cafe's, bakkerijen, restaurants, een theater, geasfalteerde wegen, scholen, een ziekenhuis en heel veel werknemers die overal vandaan kwamen: uit alle districten uit Suriname, maar ook uit Nederland, Amerika, Curaçao, Duitsland. In Moengo was alles te krijgen.

Verval 

Van 1986 tot en met 1992 werd er een binnenlandse oorlog gevoerd tussen het Nationaal leger onder leiding van Desi Bouterse en het Jungle Commando van Ronnie Brunswijk. De oorlog leidde tot veel schade omdat het gevecht vooral in Marowijne en in de omgeving van Moengo werd uitgevochten. Veel Moengonezen trokken weg en Moengo werd bijna een spookstad met weinig mensen.

Opbouw

Na de oorlog in 1992 is Moengo beetje bij beetje opgekrabbeld. Enkele scholen werden gerenoveerd en de straten geasfalteerd. Met onder andere de inzet van studenten van de TU Delft en van de Haagse Hogeschool. En nu telt Moengo ruim 10.000 mensen en is weer een levendige stad geworden verlangend naar toeristen. 

Moengo werd zwaar getroffen door de binnenlandse oorlog in het verleden. Moengo is het bezoeken waard!

 

Het gaf wel een dubbel gevoel daar te rijden het leek bijna een spookstad weinig mensen gezien al die lege barakken hier en daar hing de was te drogen, het verwaarloosde witte huis. Het Beaxtrix theater dat vroeger het cultureel centrum van de stad was moet weer tot leven gebracht worden.

Casa Blanca 

Het Witte Huis (niet waar Obama nu in woont), hier hebben vele hoogwaardigheidbekleders gelogeerd waaronder koningin Juliana. In dit huis kwamen ook de hoge heren van Suralco tot rust.

De extreem diepe rivier genaamd de Cottica-rivier die door Moengo loopt.

Ronnie Brunswijk

Zoals gezegd tevens  het thuis van ex-jungle commando en parlementarier Ronnie Brunswijk.

Behalve zijn woning (hij was niet thuis) zien we ook zijn voetbalstadion.

In deze streek is de binnenlandse oorlog ontstaan die woedde tussen 1986 en 1989. Ronnie Brunswijk een boslandcreool stond in de omgeving bekend als een soort Robin Hood. Hij verzamelde aanhangers en vormde een guerrillaleger dat het opnam tegen het leger van Desi Bouterse. Herhaaldelijk waren er aanslagen in Stolkertsijver en Albina.

Moi Wana

Troepen van Bouterse waren geïnformeerd dat rebellenleider Ronnie Brunswijk zich in het dorpje bevond. Maar toen de militairen Brunswijk niet konden vinden en geen van de dorpelingen kon of wilde vertellen waar hij was, schoten de militairen ten minste 39 onschuldige dorpelingen, onder wie voornamelijk vrouwen en kinderen, dood. Ook werden veel huizen in het dorp (waaronder dat van Brunswijk) in brand gestoken.

Deze gebeurtenis markeert het dieptepunt van de Binnenlandse Oorlog in Suriname tussen het Nationale Leger onder leiding van Desi Bouterse en het Junglecommando onder leiding van Ronnie Brunswijk. Nog niet eerder waren zoveel onschuldige burgerslachtoffers in deze oorlog gevallen

Meteen na dit drama kwam een enorme vluchtelingenstroom op gang. De meeste mensen (ongeveer 5000) vluchtten naar het nabije Frans-Guyana, waar door de Franse autoriteiten diverse kampen voor hen werden ingericht. Men mocht echter niet werken of onderwijs volgen, met als gevolg dat een hele generatie schoolkinderen hun schooltijd heeft overgeslagen. Pas begin jaren 90 kwam een voorzichtige repatriëring op gang.

Monument

De achtendertig unieke zuilen zijn klein, groot, dik of dun en symboliseren de omgekomen baby’s, kinderen, vrouwen en mannen van Moiwana. Het monument staat op een open vlakte aan de weg die loopt van Paramaribo naar het oostelijke grensstadje Albina. Een hoge, smalle zuil is voor het eerste slachtoffer in Moiwana. Zijn naam is Difienjo Misidjan bezoekers zullen deze als eerste lezen. In de omgeving zijn woningen gebouwd zodat de vluchtelingen kunnen terugkeren. Zij komen niet terug

 

Kunst

Er is ook aan de rand van Moengo veel ruimte van de kunstwerken van Pinas. Kunstenaar Marcel Pinas heeft een droom met zijn geboortedistrict. Marowijne moet hét kunstdistrict van Suriname worden. Een droom die met kleine stappen gerealiseerd kan worden.

Billboards

Wanneer je Moengo binnenrijdt, zie je ze meteen. Je krijgt een bekend gevoel wanneer je de producten die je elke dag ziet, nu ook op grote billboards ziet staan. Een echte welkom gevoel.

Mickey Mouse

toornt 14 meter de lucht in en maakt daarbij van een mens een ‘mier’. Monument for Transitions

Samen met de kinderen van Moengo en de omliggende dorpen werd Mickey Mouse gemaakt. 

21 kikkers

Het kunstwerk van Remy Jungerman aan de rand van Moengo 

Mannen met kruiwagen

Hier heb ik niets over terug kunnen vinden maar het is natuurlijk wel heel duidelijk ook aan de kleur te zien dat dit duidt op de bauxiet. 

Mickey mouse

Dit is een heel bijzonder kunstwerk. 

  • Het is een monument voor de natuur, die in alle haast alles wat niet wordt gebruikt, overwoekert en teruggeeft aan de jungle.
  • Maar ook voor het bauxietbedrijf Suralco, dat spoedig de stad zal verlaten en veel werklozen zal achterlaten.
  • En het is een monument voor de Chinezen die kwamen en bijna alle supermarkten overnamen
  • voor de enorme hoeveelheid schoolkinderen die in Moengo zullen opgroeien en hun talenten gaan ontwikkelen om zo voor nog meer overgangen te zorgen.

Het is een monument voor de enorme veranderingen die de binnenlandse oorlog heeft gebracht, een overgang die nog steeds haar effect heeft op de lokale bevolking, zegt Velderman. “

En waarom Mickey Mouse?

Omdat Walt Disney met de tekenfilmfiguur symbool staat voor de overgang van de westerse maatschappij in de vorige eeuw naar die van één van grote welvaart. Suriname heeft op haar eigen manier een ontwikkeling doorgemaakt. Ik wilde daarom een sculptuur realiseren dat in haar vorm is ontstaan vanuit het Mickey Mouse-beeld, maar verder is opgebouwd uit de kenmerken van de eigen Surinaamse cultuur.” Het werk van de kinderen uit Moengo en de omliggende dorpen sieren de achterkant van de benen. Zo hebben ze zelf hout leren bewerken.

De benen van Mickey

 David Linga, een kettingzaagvirtuoos uit de regio, verzorgde de benen van Mickey.

Hij zaagde de beeltenissen van voormalige Moengonezen uit het hardhout; Kijk goed naar de benen zei Tio

  • Rechterbeen;  van onder naar boven de Amerikaan, de Indiaan, de Javaan en de Boslandse Creool.  
  • Linkerbeen; bijbehorende dracht zoals de stropdas voor de Amerikaan en de diverse lendendoeken voor de overige.

Albina

werd op 13 december 1846 gesticht door de Duitse ex-legerkorporaal August Kappler op de plaats van een voormalige Caraïben-nederzetting (van de overleden hoofdman Kwakoe). De plaats lag op 3 m boven de hoogste waterstand van de rivier, die daar ongeveer 2,2 km breed was.

Kappler, noemde de plaats Albina naar zijn verloofde en latere vrouw Albina Liezenmaier. In de buurt van de plaats lag eerder een indianendorp genaamd "Abrina", die echter niets van doen heeft met de naam (lokale inwoners noemen de plaats ook wel naar Kappler zelf: Kaplari).

Toen Kappler districtscommandant was in de toenmalige militaire post Willem Frederik aan de Marowijnerivier,  was hij al eens op zoek geweest naar een geschikte locatie om zich te vestigen na zijn dienst in het Nederlandse Leger in Suriname. Hij wilde er naturellen (zoals vlinders en insecten) verzamelen, houthakken en handel drijven met de lokale marrons en andere inheemse stammen langs de rivier.

De plaats lag erg geïsoleerd (eerder lagen er een aantal Nederlandse militaire vestigingen langs de rivier, maar die waren enige tijd daarvoor opgeheven) en het was alleen per rivier te bereiken.

In het Lawagebied werd in de tweede helft van de 19e eeuw goud gevonden. Het plaatsje groeide nu snel en werd in 1876 de vestigingsplaats van de districtscommissaris. Op 27 februari 1969 werd een veerdienst op Saint-Laurent-du-Maroni geopend.

In december 1986 werd Albina door het Nationaal Leger van Suriname in brand gestoken, nadat de plaats tijdens de Binnenlandse Oorlog herhaaldelijk was geplunderd, door zowel het leger als het Junglecommando. De laatste jaren zijn steeds meer Brazilianen -vaak illegaal- in het dorp komen wonen. Velen komen uit de favela's. Hun sociale positie is laag

 

Bezoekers aan Albina zijn nu nog slechts op doorreis, naar Galibi, het Boven-Marowijnegebied of naar Frans-Guyana. De plaatselijke marrons zijn altijd blij met je komst. Onmiddellijk na het verlaten van je voertuig bieden ze je graag een boottochtje aan over de Marowijne of vervoer terug naar de stad. Het aanbod vriendelijk maar beslist afslaan helpt. Eenmaal aangekomen in Albina, zei Tio ga nog maar even lekker wandelen over de kade maar denk eraan geen foto's van mensen maken dat vinden zij niet prettig. Dat hebben we dan ook niet gedaan mits zei op afstand waren. Even heerlijk banjeren benen strekken met een flesje schaafijs dus daar deden we wel even mee.

Erowarte

Iets ten noorden van Albina ligt aan de Marowijnerivier het slaperige indianendorpje Erowarte.  Een klein verscholen baaitje met wat pinahutten. Hier hebben we  Tio met de boot opgepikt nadat hij zijn auto daar had geparkeerd. In Albina zelf aan de haven zijn daar geen mogelijkheden voor.

Op de foto zie je ook hoe de bevolking zich tegen de zon beschermd. Ja een petje alleen is niet voldoende. Die auto op het strand hebben we maar laten staan.

Daar beneden aan het strand liggen de bootjes. Je ziet het goed geen overkapping en dat voor een rit van bijna 2 uur op open water. Dat wordt schouders bedekken en pet op!! Aan de overkant ligt Frans Guiana. Het is druk op het strand. De kinderen zijn klaar met school en gaan weer terug nar huis. Anderen hebben boodschappen gedaan en gaan ook weer naar terug. Dit is immers het enige vervoermiddel. Op de foto zie je ons bootje liggen de "TUNA". Wij zijn ingestapt we hebben de boot voor ons alleen. De spullen staan netjes afgedekt onder een groot zeil voor eventueel opspattend water onderweg. 

Galibi

Vroeger was het dorp dichter bij de Atlantische Oceaan. In die tijd was er een grote kokosplantage. Toen deze ophield te bestaan, was ook het dorp verdwenen. Galibi is een dorp dat uit twee dorpskernen bestaat;

  • Christiaankondre,  genoemd naar Christiaan Pané, wiens vader de stichter zou geweest zijn eind 19e eeuw.
  • Langemankondre (kondre = land).  De naam komt van een lange slanke vroegere kapitein die door vrienden de bijnaam Langaman kreeg.

De ligging van het dorp is nu iets meer landinwaarts gelegen langs de oevers van de Marowijne. Het dorp is geïsoleerd gebouwd op een zandrits (zandbank), ongeveer 5km lang en 800 meter breed. Het is omgeven door de oceaan, de Marowijnerivier en de 'zwamps' (moerassen met mangrovewoud). In de dorpjes heeft het leven nog altijd hetzelfde ritme als honderd jaar geleden. Straatjes zijn er niet, de open hutten staan in het witte zand. Er wordt gevist, er wordt cassavebrood gebakken en kostgrondjes worden bewerkt. 

Logisch dus dat de inheemse bevolking van Galibi geen weg wil naar hun paradijs. Het toerisme moet kleinschalig blijven. De bewoners leven volgens het eilandritme, en anders willen zij het niet.

 

Bevolking

Galibi wordt bevolkt door een unieke Carib-indianengemeenschap (Kaliña). In het dorp wonen ongeveer 800 mensen die voornamelijk van visvangst en enig toerisme leven. Hun vis verkopen ze op de markt in Saint-Laurent- de-Maronie (Frans-Guyana) op ongeveer een uur varen. 

Het toerisme in het dorp is beperkt en voornamelijk toegespitst op het bezoek aan de zeeschildpadden die er op de stranden van het Galibi Natuurreservaat komen broeden. Buiten het broedseizoen wordt Galibi weinig of niet bezocht.

Bereikbaarheid

De enige weg die tussen Paramaribo en Albina ligt de bus nemen voor een rit van ongeveer drie tot vier uur (afhankelijk van het seizoen). Daarna de boot voor een tocht van ongeveer 1 tot 1,5 uur afhankelijk van het tij. 

Bekend om

De reuzenschildpadden die hier op het strand eieren leggen (meestal 's nachts). Dit is in de maanden Februari t/m juli.

 

Water en Electra

Qua drinkwatervoorziening was het dorp aangewezen op een open waterput waaruit van op beperkte diepte water opgepompt werd en  ‘gezuiverd’ wordt door toevoeging van 1 lepel chloor per dag...

Deze waterbehandeling werd uitgevoerd door een ambtenaar, die dit water naar een eenvoudige watertoren meost verpompen.

Het afvalwater werd simpelweg in de grond geloosd. De meeste mensen van het dorp dachten geen probleem want het goedje sijpelt vlug weg....  Het huisvuil gooide men gewoon op een hoop naast hun woning. Een gezonde situatie was dit zeker niet. Hoog tijd dat aan het gecombineerde probleem van drinkwatervoorziening, afvalwater- en huisvuilverwerking iets gedaan werd. 

Stedenband

De gemeente Koksijde (België)  was bezig met het opstarten van een band met deze gemeenschap. Doel;  

  • een onderlinge uitwisseling tot stand brengen tussen een gemeenschap in het noorden en het zuiden zodat beiden hieruit kunnen leren en erop vooruitgaan.
  • Mei 2008 was het eerste werkbezoek in Galibi  en in 2009 een tegenbezoek in Koksijde. 
  • Enkele enthousiaste mensen hebben de vzw Marowijne opgericht met als doel;fondsen te verwerven om projecten in Galibi te kunnen helpen financieren
  • In april 2010 werd een deel van Galibi overstroomd door een vloedgolf ten gevolge van zware voorjaarsstormen. Hierdoor werd de open waterput overspoeld met zout water waardoor drinkwater oppompen onmogelijk werd. Er is heel veel gepraat en onderhandeld
  • Eind 2011 is het project in een stroomversnellinggeraakt. Met man en macht werden boringen verricht op zoek naar water van goede kwaliteit.
  • Deze werd al aangetroffen op diepte van ongeveer 7 meter, maar er werden nog enkele boringen uitgevoerd tot meer dan 30 meter diep, om zeker te zijn van de kwaliteit.
  • Van 3 tot 24 mei 2012 was een delegatie van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (nu De Watergroep) opnieuw in Suriname om het drinkwaterproject te finaliseren.

Gedurende deze weken is intensief gewerkt om de laatste hand te leggen aan de installaties zodat in principe eind mei het drinkwater kon worden opgepompt uit de nieuw geboorde putten.

Dinsdag 22 mei 2012

Kapitein Ramses Kajoeramari schenkt in aanwezigheid van kapitein Ricardo Pané en adjunct-districtsecretaris Vincent Aloema het eerste glas water aan moeder aarde, geheel in overeenstemming met hun cultuur. Een uniek moment !

Grand opening op woensdag 15 oktober 2014

Het heeft er uiteindelijk toe geleid dat op Galibi een ultra moderne hightech installatie zorgt voor 24 uur drinkwater voor het dorp. De knowhow die hierin geïnvesteerd werd draagt ondertussen bij tot de verdere ontwikkeling van drinkwaterprojecten in heel Suriname !

Electra

Watertoevoer te Galibi is beter dan de elektriciteit. Het hele binnenland van Suriname heeft te kampen met een niet optimale stroomvoorziening, omdat het binnenland afhankelijk is van brandstof van de overheid.

16 november 2016

Het eerste zonne-energie project op Galibi is woensdag officieel opgeleverd. Hierdoor zijn de Sint Antonuisschool met acht leslokalen, woning en van 8 leerkrachten, een kantoor met kleine opslagruimte, een kerk en een medische ruimte de hele dag voorzien van stroom. Bovendien zijn de bestaande gloeilampen in alle gebouwen vervangen door LED-lampen, waardoor het energiegebruik minder zal zijn. 

Galibi is voor haar energievoorziening uitsluitend afhankelijk van een (diesel) lichtmotor die tussen 18.00 tot 23.00 in gebruik is. Dankzij het zonne-energiesysteem zijn de desbetreffende gebouwen van energie voorzien, wat zal bijdragen aan de verdere en duurzame ontwikkeling van Galibi.

Kapitein Ricardo Pané;

Er gewerkt wordt aan windenergie. Galibi leent zich heel goed voor het opwekken van stroom uit de zon, wind en water, merkt hij op. 'Voorlopig moet het dorp zijn eigen boontjes doppen.' De dorpelingen zamelen om de zoveel tijd geld in om zelf de benodigde brandstof te kopen, geeft Pané aan.

'Maar, dat de school en het medisch centrum nu de hele dag stroom hebben, is al bijzonder. Nu kunnen we de medicijnen die koud opgeslagen moeten worden, gegarandeerd langer houden.'

Het leven in Galibi

Heel bijzonder dit dorp kent geen wegen zoals wij die kennen. Er rijden uiteraard ook geen auto's. Overal waar je ook kijkt zie je wit zand en dat zand is schoon. Ik heb de hele wandeling op mijn blote voeten gedaan. We begonnen bij de het huis van de Kapitein. De Kapitein is ongeveer wat bij ons een burgemeester is maar met iets meer rechten.

Hij was bezig met een aantal dorpsgenoten een boot te maken. Nee niet fotograferen nou dan maar op afstand haha. Bij de mangoboom troffen we een hangmat aan. Zomaar midden op het terrein stond een stellage met panne klaar voor gebruik. Bij het huis waar ik cashewnoten kocht hing de traditionele kleding onder het afdak te drogen. Je ziet er is weinig beweging op straat maar ruimte in overvloed. Het hele dorp straalt een serene rust uit. De huizen van een familie worden rond een denkbeeldig plein gebouwd.

In de Surinaamse krant "GFC" lees ik;

  • Silowin Alamijawari is op zondag 17 april 2016 geïnstalleerd als de nieuwe kapitein van Langaman kondre (Galibi). Zijn voorganger Ramses Kajoeramari gaf op die dag zijn mandaat terug als kapitein.

 

Onderwijs

In het schoolsysteem van Suriname is voorzien dat leerkrachten na hun opleiding voor drie jaar naar het binnenland gestuurd worden. Voor velen onder hen is dit echter een stap achteruit ten opzichte van het leventje dat ze kennen in de stad Paramaribo. Dikwijls moeten zij heel wat zaken ontberen. Contact met de hoofdstad en het stadsleven is moeilijk. De mensen leven er tussen woud en water. Vis en kleine landbouw voorzien in het levensonderhoud.

Er is veelal radio, maar vaak geen TV. Sinds kort is er mobiele telefonie met beperkte toegang tot het internet. 

Lesgeven in afgelegen gebieden van Suriname is weinig aantrekkelijk. 

Een reden voor deze situatie kan gevonden worden in het financieringssysteem. De lagere scholen in het binnenland, waar Galibi ook toe behoort, worden wel gesteund door het ministerie wat de uitbetaling van de lonen van de leerkrachten betreft, maar de werkingskosten vallen ten laste van de zogenoemde schoolgemeenschap. Onder deze kosten, valt ook het logement van de onderwijzers.

De jonge kinderen komen in de vroege ochtend uit alle hoeken aangelopen met hun trommeltje en drinkflesje voor onderwijs. De ouderen moeten voor het vervolgonderwijs elders, waar ze per boot naar toe worden gebracht.

De cashewnoot

Boven zie je hem van bloem tot noot in een zakje. En ik vond nog een plaatje op internet, wel leuk om erbij te doen.

De cashewboom (Anacardium occidentale) behoort tot de pruikenboomfamilie Hij wordt 10-15 meter hoog en behoort tot de altijdgroene loofbomen.

  • De cashewboom draagt een schijnvrucht, de cashewappel. Ook al lijkt de cashewappel op een vrucht, het is eigenlijk een vlezige verdikking van de steel van de echte vrucht.
  • De cashewappel is als hij rijp is oranje-geel tot rood en peervormig. Hij is sappig, geurig, smaakt fris-zoetzuur (een beetje naar appel) en is rijk aan vitamine C.
  • De échte cashewvrucht is een klein grijzig, maanvormig klompje met daarin de cachewnoot!  Deze groeit lijkt bovenop de cashewappel, maar eigenlijk is het dus andersom – de cashewappel zwelt op onder de kleine cashewvrucht naarmate deze rijper wordt.
  • Als de vruchten vallen worden zij verzameld en ca 24 uur gedroogd in de zon.
  • Dan wordt er een houtskoolvuurtje aangestoken en hierop worden de gedroogde vruchten verhit (gebrand).
  • Als zij zijn afgekoeld wordt de schil gekraakt en de cashewnoot is gereed voor consumptie. Ja nu snap je denk ik wel waarom de cashewnoot niet goedkoop is.

Ik heb een zakje gekocht en ja ik heb ze ook gegeten en ze zijn lekker. De noten zitten in een grote pot. Daaruit wordt er een klein potje gevuld dat vervolgens leeggeschud wordt in een plastic zakje.

 

De mangoboom

Mango wordt in Suriname manja genoemd. Er zijn verschillende soorten. In Suriname is manja ook al eeuwen te vinden. Beschrijvingen van de plant vindt men al in de 18e eeuw. Men kan vele cultivars onderscheiden, waarvan een aantal in Suriname voorkomen. Het is onduidelijk welke manja cultivar wanneer, via welk continent en door wie naar Suriname zijn gebracht. Relatief recent zijn via de contractarbeiders nieuwe cultivars het land binnengekomen.

De manja is zeer populair als vrucht en men vindt de plant dan ook overal, in Paramaribo op de voormalige plantages maar ook in Galibi zagen we enorme exemplaren. Hier zien we het rapen van de mango de vruchten worden in opdracht geplukt in emmers gedaan.

Oorspronkelijk groeiden er geen mango´s in Zuid-Amerika. De mango komt van oorsprong uit Azië.

De groenachtig bloemen van de mango worden in vele Boeddhistische ceremoniën gebruikt

De boom heeft een relatie met het boeddhisme:  Boeddha sliep onder een mangoboom toen  hij verlicht werd.

 

Gerookte vis

En ja als bijna de gehele mannelijke bevolking 's morgens in alle vroegte het huis verlaat om in zijn bootje te stappen om vis te vangen snap je dat er ook in het dorp veel vis gegeten wordt hier zie je de vissen op het vuur liggen. Wij hebben vis gegeten en het was heerlijk. En kijk er lopen nog een paar bekenden rond zeg nou zelf gezellig toch?

Dakbedekking

Dan zie we weer wat mensen aan het werk. Zij zijn bezig het blad van de palmboom op maat te snijden en spreiden dit uit over de grond zodat het drogen kan. Eenmaal gedroogd worden de bladeren gevlochten en op het houten geraamte van het in aanbouw zijnde huis bevestigd.

Zeezicht

Tegen de avond hebben we een wandeling van ruim 2 uur gemaakt door Chisrtiaankondre en Langemankondre. Heen echt door de dorpen heen en terug heerlijk langs het strand. Je ziet de avondgloed opkomen. De bootjes liggen klaar voor morgen vroeg om weer het water op te gaan om vis te vangen. Kijk daar zien we de begraafplaats van Galibi. Dit is opvallend we zien allemaal witte houten kruizen bij de graven staan. Ja de Roomse kerk heeft hier natuurlijk wel wat in de melk te brokkelen. De lucht begint te kleuren de zon gaat onder boven het dorp. Dat zou wel eens een mooie zonsopgang kunnen worden morgen. We lopen rustig terug langs de plek waar in de maanden februari t/m juli de schildpadden te vinden zijn. Ineens zien we een paar lampen aangaan, het is dus rond de klok van 19:00 uur. Straks een hapje eten en vervolgens nog even genieten van een kampvuurtje voor we gaan slapen

 

Het schouwspel boven speelt zich af tussen 06:10 uur en 06:50 uur in de ochtend heel bijzonder op dat verlaten strand. Het enige gezelschap waren een hond en de aasgieren

Dag Galibi we hebben genoten. De gieren in de lucht op zoek naar visafval. De mannen van het dorp op hun bootje dobberend op zoek naar vis. Het anker van onze korjaal is los en komt naar ons toe. De bagage gaat er in we krijgen onze lunch voor vanmiddag mee keurig verpakt. Dan stappen we in en zwaaien nog even naar de bewoners en dan wordt alles steeds kleiner en is Galibi nog een mooie herinnering.

 

Frans Guyana terugblik Nickerie