SIGIRYA

Een reusachtige monolitische rots midden in een droge Savanne-vlakte.

De steile rots torent zeker 175 meter boven het omringende landschap uit. Bovenop de rots vinden we de resten van het paleis van koning Kasyapa (477-495).

West en Centraal Sri Lanka

Polonnaruwa (Singalees: Pŏḷŏnnaruva; Tamil: Pŏlaṉṉaṛuvai)

is een district in de Noordelijke Centrale Provincie van Sri Lanka. Polonnaruwa heeft een oppervlakte van 3403 km². De hoofdstad is de stad Polonnaruwa.

De historische kern is jonger dan Anuradhapura en dat is te zien aan de restanten. Deze zijn in veel betere staat dan die in Anuradhapura.

Voor we hier zijn, maken we nog even een stop om te ontspannen. Voor nu? Gewoon genieten van wat je ziet.

Tijd voor een koffiebreak. Alles wordt hier op eigen bodem verbouwd. 

Na de olifanten-safari (ook leuk), waar we erg veel plezier hebben gehad, gaan we op weg naar de rots van Sigiriya waar we eerst naar het museum gaan. Daar mocht niet worden gefotografeerd.

Zicht op de gracht bij de ingang van de tuinen en dan genieten in de tuinen

De Deraniyagala-grot

is een van de bezienswaardigheden in de uitgestrekte Boulder-tuinen, gebouwd tussen de rotsen die aan de voet van de imposante Sigiriya-rots liggen. De grot zelf, die eigenlijk meer een overhangende rotsrichel is, was ooit een schuilplaats die door monniken werd gebruikt en dateert eigenlijk van vóór het fort van Sigiriya.

 

Daar ligt hij dan in de verte De Leeuwenrots. Nog een aardig eindje lopen en dan gaat t klimmen beginnen. Onderwijl kunnen we telkens weer van het uitzicht genieten. En dan komen we op het plateau waar de echte klim gaat beginnen.

Geschiedenis van de leeuwenrots;

Om zijn positie als koning te verkrijgen nam koning Kasyapa (eind vijfde eeuw) geen lichte maatregelen. Naar verluid metselde hij zijn vader levend in een muur, waarna de werkelijke troonopvolger, zijn halfbroer Mogallan naar India vertrok. Of zijn halfbroer destijds is gevlucht of werd verbannen naar India is nog steeds onduidelijk. Koning Kasyapa bouwde vervolgens zijn paleis op de Sigiriya rots en had daarmee een van de mooiste uitzichten van het land.

Nog geen 20 jaar heeft koning Kasyapa van zijn paleis kunnen genieten, want zijn halfbroer Mogallan wist met een leger terug te keren en de burcht in te nemen. Kasyapa pleegde hierop zelfmoord. Mogallan plaatste vervolgens zijn paleis in de hoofdstad Anuradhapura en de Sigiriya leeuwenrots met de burcht raakte in vergetelheid.

De leeuwenpoten

Daarnaast kom je ook een paar kolossale leeuwenpoten tegen die uit het gesteente zijn gehouwen.

Vanaf deze plek is het nog een korte klim naar de top, waar een prachtig vergezicht op je staat te wachten. Hier tref je de ruïnes van het oude koningspaleis.

We staan weer voor een keuze maar ach we zijn al zover dat we besluiten de volgende trappen ook nog maar te nemen en te zien wat ons boven zal brengen.

In het begin stijg je via een aantal trappen tot de 'Mirror wall' een muur waarin de eerste bezoekers van Sigiriya graffiti hebben gekrast waardoor wetenschappers een goed inzicht hebben gekregen in de ontwikkeling van de Singalese taal.

De meisjes van Sigiriya flitsen 🚫 

Het is een indrukwekkend aangezicht en ongetwijfeld mede daardoor 1 van de redenen waarom koning Kasyapa er eind 5e eeuw een burcht en paleis bouwde. 

Bij het begin van de graffiti-muur (aan de Noordzijde)  gaan 2 wenteltrappen steil omhoog naar een nis (spiegelzaal) waarin je de meest indrukwekkende niet-religieuze fresco's van Sri Lanka kunt bewonderen;

Geheel in afwijking van de Singalese kunst, die is geïnspireerd op het boeddhisme welke predikt alle lustgevoelens af te zweren om zo het eeuwige geluk te verwerven, worden hier sensuele schilderingen van vrouwelijke schoonheden getoond. 

De 23 bewaard gebleven fresco's maakten deel uit van ongeveer 500 afbeeldingen, die samen een wand ter grootte van twee voetbal-velden besloegen. (Helaas de foto van de toegang tot de spiegelzaal gekopieerd van oude site)

De weg naar de top is niet makkelijk, maar eenmaal boven is het uitzicht de klim zeker waard.

In totaal klim je 1250 treden omhoog, waarbij je onderweg genoeg rustplekjes tegenkomt.

En hier zien we dan de resten van het paleis van koning Kasyapa ook wel de hemelburcht genoemd.

Je snapt vast wel dat wij geen spijt hadden dat we naar boven geklommen zijn wat een uitzicht. Ook hier worden de steentjes opgebouwd naar de hemel natuurlijk. En zie je die hagedis lange staart he? 

En via de wenteltrap terug naar beneden en beneden gekomen lopen we langs de andere zijde van de rots door het park weer terug naar de bus. Als je goed kijkt, zie je de Cobra-rots en onder het wortelgestel van de bomen en nog een kameleon. Ook de foto van het Leeuwenplateau van boven naar beneden heb ik gekopieerd van mijn oude site kon de originele  niet meer terugvinden helaas. Dit was Sigiriya 

The Sage in zijn hand een juk of olaboek.
The Sage in zijn hand een juk of olaboek.

Polonnaruwa 

De grote koning Parakrama Bahu I (1153-1186), liet het meer Parakrama Samudra graven en verfraaide de stad met vele gebouwen. Het meer is het grootste van alle kunstmatige meren (tanks) op het eiland en de bron van een uitgebreid irrigatiesysteem. Bij dit beeld uitgehouwen in een rotsblok komen we aan.

De ruïne-stad Polonnaruwa

strekt zich uit over een groot oppervlak. Hier zijn talloze overblijfselen van oude bouwkundige meesterwerken te vinden tussen het groen. Veel gebouwen tonen een grote variatie in stijl, met een duidelijk zichtbare invloed van de Hindoeïstische Tamils.

 

het Koninklijk Paleis

Staat in het centrum van het complex, dit was oorspronkelijk een massief hout en stenen structuur van 7 verdiepingen hoog, met een oppervlakte van 31m x 13m. De bovenste verdiepingen waren van hout, en alleen de massieve, 3 m dik lagere muren hebben het overleefd. En bij het paleis hoort natuurlijk ook een bad de laatste? Dat is een septic tank.

Thuparama 

Gelegen in de zuidwest-hoek van het Quadrangle (groot rechthoekig terras ten noorden van de citadel) is een beeldenhuis uit de 12de eeuw.

De buiten-muren ca 2 m dik, zijn vol ornamenten, pilaren en nissen wat op hindoeïstische invloeden wijst. Een van de weinige tempels waarvan het dak volledig uit baksteen bewaard is gebleven.

Bijna het hele gebouw heeft op wonderbaarlijke wijze meer dan 900 jaar overleefd. Het dak is halfcilindrisch van vorm. De oorspronkelijke naam van dit beeldhuis is niet bekend; daarom is ook de bouwer hiervan onbekend. Men denkt dat dit werd gebouwd door een minister van koning Parakrama Bahu I (1153-1186),  genaamd Mahinda om het tand-relikwie te huisvesten. Een andere overtuiging is dat dit werd gebouwd door koning Vijayabahu I (1070-1110).

Binnen in is een groot Boeddhabeeld bewaard gebleven. Van dit beeld is vandaag de dag niets meer over. Er wordt gezegd dat de ogen van dit Boeddhabeeld waren ingebed met edelstenen en de ramen waren zo ontworpen dat het zonlicht op deze stenen zou reflecteren en het beeldhuis zou verlichten.

Vestibule

We komen in het heilige der heilige waarin 4 Boeddhabeelden te zien zijn. Het zittende beeld had vroeger ogen van saffier die een gloed wierpen op het gelaat. De beelden, zijn uit een soort marmer waarin mica zit gehouwen. Door het licht van een kaarsvlam is de schittering in het marmer te zien.

Nisssanka Lata MandapayaI (de 12e eeuwse Lotushal)

Het paviljoen waar koning Nissanka Lata graag luisterde naar het zingen van bescherming gevende religieuze liederen in de nabij gelegen tempels. Dit florale altaar in steen heeft pijlers die simuleren met een zeldzame gratie, een lotus op een steel. Deze heilige hal werd gebouwd door Nissanka malla. In het centrum van het gebouw is een klein model dagoba, met aanbidders gebeeldhouwd rond de basis.

Je ziet de maansteen en de uitgehouwen olifanten op de muren, welke erg goed bewaard zijn gebleven. Ook de twee grote leeuwen, aan weerszijden van de trap, zijn nog erg goed intact. 

Vatadage

Schuin tegenover de Lotushal staan een aantal tempels vlak bij elkaar. Dit is de best bewaarde tempel eveneens gebouwd door  Parakrama Bahu. Het is een rond Singalees beeldenhuis van 18 m doorsnede, staande op een platform met in het midden een kleine platronde dagoba. Alles is van een heel bijzondere structuur. De buitenzijde is verfraaid met reliëfs van dieren, bloemen en dwergen. De 4 toegangstrappen, waarvan de treden en balustrades rijk gebeeldhouwd zijn, zijn alle voorzien van wachters-stenen met daartussen een maansteen waarvan die aan de oostzijde van een opvallende schoonheid is. Iedere trap komt bij een zittend boeddhabeeld; deze zijn alle 4 tegen de dagoba geplaatst. Op het terras staan nog enkele van de vele verdwenen zuilen die vroeger het houten dak hebben gedragen, resteren slechts gaten.

De Atadage 

Tegenover de Vatadage staan de twee tempels van de Tand van Boeddha.

is gebouwd door koning Vijaya BahuI. Van deze tempel resten nog een aantal zuilen en een rechtopstaand beeld. Daarnaast 

De Hatadage

gebouwd door koning Nissanka Malla; bewaard gebleven zijn een tiental treden, een mooie wachtersteen en stenen vol inscripties over de daden van de bouwmeester-koning. In beide tempels werd enige tijd op de bovenverdieping de tand van Boeddha (nu in Kandy) bewaard, terwijl op de benedenverdieping beelden van Boeddha stonden.

Saymahal Prasada

Verheft zich achter het tempelcomplex, het ‘ gebouw van 7 verdiepingen’  (getrapte pyramide) waarvan er nog 6 over zijn. Het is een vierkante trappiramide van rode baksteen, een soort stupa of dagoba in Thaise en Cambodjaanse stijl. Aan de buitenkant zijn nog een trap en nissen met restanten van godenbeelden te zien

 

De Shiva Devalaya 

bevindt zich in de oude stad Polonnaruwa tussen het Koninklijk Paleis en de heilige Vierhoek. De bouwer van dit hindoeïstische heiligdom is niet duidelijk geïdentificeerd. Maar men geloofde dat dit in de 13e eeuw na Chr werd gebouwd door Zuid-Indiase indringers volgens de bouwstijl van Pandya. Deze Devalaya is voornamelijk gebouwd met metselwerk, dat heel precies is gedaan en er is geen pleisterwerk gedaan om de stenen met elkaar te verbinden.

De steen de Shiva lingam is binnen te zien, deze wordt tegenwoordig nog steeds aanbeden door de mensen.

Op dit moment kun je het dak van deze Shiva Devalaya niet zien, maar men gelooft dat dat in bakstenen is gedaan.

 

 

De Rankot Vihara

is een grote stupa en is in uitstekende staat met een hoogte van maar liefst 54 meter. Het is de grootste stoepa in Polonnaruwa en de 4e grootste in Sri Lanka. Deze stupa dateert uit de tijd van koning Nissanka Malla (1187 – 1196).

Lankatilaka Vihara

is 1 van de meest karakteristieke bouwwerken van het oude koninkrijk van Polonnaruwa. Een afwijking van de traditionele boeddhistische architectuur. 2 Grote muren, elk met een dikte van 4m & hoogte van 17m vormen een smalle gangpaden leidt tot een zeer indrukwekkend, maar nu helaas headless Boeddhabeeld nog overeind, meer dan 14m hoog. Gebouwd door Koning Parakrabahu de grote, het heiligdom is een duidelijke afwijking in termen van boeddhistische architectuur: in plaats van de abstracte symboliek van de stupa (dagoba) is de aandacht gericht op de grote figuur van de Boeddha, die de gehele ruimte binnen het heiligdom vult.

Uitstekende muurschilderingen

Terwijl de binnenmuren zijn versierd met een uitstekende muurschilderingen, zijn ook hier de buitenmuren horizontaal verdeeld in 5 lagen en versierd met reliëfs van architectonische onderwerpen, die een indicatie van het soort koepeldak zou hebben gehad geven. Lankatilaka werd later gerestaureerd door Vijayabahu de IV.

Adobes van de goden 

De intrigerende bas-reliëfs (lage reliëfs) op de buitenmuren zijn horizontaal verdeeld in 5 lagen deze vertegenwoordigen 1 van de Vimana (Adobe) van de goden.

In de 19de eeuw begonnen Britse archeologen met het blootleggen van de stad, gevolgd door de restauratie van verscheidene gebouwen.

Ook tijdens ons bezoek was er een groep studenten uit Colombo bezig met metingen van het boeddhabeeld zoals je ziet.

Crematoria Stupa

Deze stupa uit de 12de eeuw is de Erfenis van Alahana Parivena, die in Polonnaruwa was gevestigd. Deze staat tevens op de erfgoedlijst van UNESCO 

Daarnaast zien we nog een leuk detail  en dan is het tijd om wat vocht tot ons te nemen. De kokosnoot werd gekeurd en open gehakt. Op het moment dat het vocht op was werd de noot open gespleten en kregen we het vruchtvlees keurig op een deel van de kokosnoot aangeboden.en dan vervolgens langs de openbare toiletten (ja uit die tijd uiteraard) naar ons volgend item. 

Gal- Vihara (Rock- Shrine)

De meest indrukwekkende sculpturen in Polonnaruwa zijn de kolossale Boeddha beelden gesneden uit granieten steen op de Gal Vihara. Het omvat enkele van de meesterwerken van de Sri Lankaanse boeddhistische kunst, en deze werden gemaakt in opdracht van Parakramabahu I 

Het bevat 4 Boeddhabeelden, uitgehouwen uit 1 blok steen. Een 7 meter staande Boeddha, een 14 meter liggende Boeddha en twee zittende Boeddha’s.

 

 

Zittende Boeddha-beeld in een diepe meditatie,

op een troon versierd met leeuwen en donderslagen en achter de Boeddha is een halo. Het standbeeld is een van de meest indrukwekkende voorbeelden van de beeldhouwkunst van Sri Lanka.

 

 

Zittende Boeddha met paraplu

Dit beeld is in een grot in de rotsen en wordt beschermd door de paraplu. Deze was helaas niet goed zichtbaar wegens herstelwerkzaamheden zoals je ziet. Tussen de grot en de hoge staande figuur is een grote inscriptie van Parakramabahu, welke records in detail zijn strijd om de boeddhistische orde te verenigen, en bevat de hervormde gedragsregels.

 

 

 

De staande figuur, (7 m hoog),

met gekruiste armen is het volgende beeld te zien. Het snijwerk van het serene gezicht is uiterst gevoelig, en de ontspannen, elegante uitvoering van het lichaam en gordijnen onderscheidt dit als een van de meesterwerken van de Sri Lankaanse kunst.

 

 

De liggende Boeddha (14 m lang).

is het laatste beeld in de groep. De Boeddha is liggend, op het laatste moment van zijn aardse leven, het invoeren van Parinibbana, de staat van opperste verlichting. Ook hier de vloeistof-stroom van de gewaden over het lichaam en de uitdrukking van het gezicht (rust) zijn mooi uitgewerkt.

Toch wel leuk even in detail

En dit was het dan een mooi stukje aarde in Polonnaruwa.

Nu tijd voor ontspanning (Jeep-safari) en morgen weer vroeg op pad.

Replica van Aukana in Giritale

Op weg naar de Dambulla Rock and Cave Temple kwamen we langs dit beeld.

 

Weer een onverwachte stop; het voederen van de Watervaranen ( varanus salvator). Het mannetje kan max 3 meter lang worden. Daarmee is het een van de grootste hagedis-soorten ter wereld. Het gemiddelde volwassen exemplaar is zo'n 1,5 meter lang, waarbij het mannetje meestal groter en zwaarder is dan het vrouwtje.

De varaan is meestal donkerbruin tot zwart van kleur met gele plekken aan de onderkant. Deze gele plekken vervagen naarmate ze ouder worden. De watervaraan heeft een lange nek, met een grote spitse kop, staart is afgeplat en ze hebben grote sterke poten, waarmee ze zich verbazingwekkend snel kunnen voortbewegen. Wanneer zij in gevaar zijn, kunnen ze met hun sterke poten zelfs in een boom klimmen. En waren niet de enige die ervan genoten zoals je ziet. En voor onze chauffeur gelegenheid om een gift te doen voor een veilige reis en voor zijn familie.

Dambulla Rock temple

Bovenop een 160 meter hoge rots zijn de grotten van Dambulla te vinden.

Een trap van 200 treden leidt naar de The Golden Cave Temple met een oppervlakte van 2.100 m².

De gouden tempel van Dambulla, die sinds 1991 op de Werelderfgoedlijst staat, ligt  in het hart van de culturele driehoek: Anuradhapura, Polonnaruwa, Dambulla ca 12 km van Sigiriya en ten noorden van Kandy. 

Het plaatsje is gebouwd rondom een grote granieten berg ca 160 m hoog, waarop zich het boeddhistische grottencomplex Raja Maha Vihara bevindt. Dit is het grootste en best bewaarde complex van Sri Lanka.

Dambulla caves

dit zijn de mooiste grot-tempels van Sri Lanka te vinden. Dit boeddhistisch heiligdom (uit de 1e eeuw voor Christus) barst van de muurschilderingen en beeldhouwkunst. 

Er zijn 5 grotten (allemaal uit 1 stuk uit de rotsen gehakt) onder een grote overhangende rots die te bereiken zijn ja weer via trappen. En onderweg zie je veel bedelaars, insecten, bloemen e.d.

In totaal zijn er 8 holen met meer dan 150 beelden en wandschilderingen. De toegang tot de Boeddhistische Holentempels (witte poortgebouwen) dateert uit de koloniale tijd. Ook hier natuurlijk de schoenen uit!

De geschiedenis van de grotten

Deze gaat terug tot de 1e of 2e eeuw voor Christus. Een koning van Anuradhapura, Valagam Bahu, moest vluchten voor de Tamils en kwam hier terecht. Er was op deze plaats al een klein heiligdom en hij vond hier een ideale schuilplaats en gastvrijheid bij de monniken.

Later, toen hij zijn rijk had heroverd, beloonde hij deze kluizenaars met schilderingen en beelden maar veel is ook uit latere eeuwen. Sommige beelden zijn uitgehouwen in de rots zoals in de 1e grot, andere zijn gemetseld en weer andere zijn van hout.

In totaal bevinden zich in deze 5 grot-heiligdommen 153 beelden. De meeste zijn van Boeddha, maar er zijn ook een aantal beelden van Hindoegoden en Singalese koningen.

 De Cave of the Divine King is de 1e grot.

Boven de ingang bevindt zich een inscriptie over de oprichting van de tempel in de 1e eeuw na Christus. De grot is bijna in zijn geheel gevuld met een 15m. hoge uitgehouwen beeld van Boeddha. Bij zijn voet zit Boeddha’s favoriete leerling Ananda en bij zijn hoofd de god Vishnu, beschermer van Sri Lanka, ook wel “Devaraja” genoemd.

De Cave of the Great Kings

Deze ligt direct bij de ingang van de 1e grot en is de grootste grot van het complex. Volgens de inscriptie aan de ingang wordt de grot zo genoemd als eerbetoon aan de koningen die verantwoordelijk zijn voor de bouw van de tempel. De grot heeft een stoepa, 56 Boeddhabeelden en standbeelden van de koningen.

 

 

 

De eeuwig vallende druppel water

In het midden van de grot ligt een kleine water bron, waarvan men zegt dat het de zwaartekracht trotseert. Het water loopt van een lager punt naar het plafond, waar het in een vat komt. Dit water wordt als heilig beschouwd en heeft helende krachten vandaar het gebruikt wordt tijdens  rituelen.

 

Maha Alut Vihara 

De Great New Monastary is pas in de 18e eeuw door de toenmalige koning toegevoegd aan de Gouden Tempel, in de tijd dat tijdens de kolonisaties het Boeddhisme weer opbloeide. Er zijn vele wand en plafond tekeningen in de typische Kandy stijl. Daarnaast zijn er circa 60 Boeddhabeelden en een standbeeld van de koning.

Devana Alut Viharaya

De Second New Monastary werd vroeger gebruik als opslagplaats, totdat de Kandykoningen deze grot hebben veranderd in een heilige plaats. De grot bevat vele Boeddhabeelden, waaronder een grote liggende Boeddha. Daarnaast zijn er afbeeldingen van de Hindoe god Vishnu.

Tussendoor even afstand nemen en genieten bij het vijvertje

Pachima Viharaya

De Western Monastary is de kleinste grot. In het midden van de grot staat een kleine stoepa, gemaakt ter ere van de koning en zijn vrouw. Ooit is er ingebroken in deze stoepa, met het idee dat er juwelen zouden liggen. De stoepa is omgeven met meerdere Boeddhabeelden.

Boeddha in meditatie met de cobra als symbool van kracht en bescherming.

We zien lange rijen Boeddhabeelden, zittend, liggend en staand en in felle kleuren beschilderd. Alles in het donker (weinig daglicht) met een paar spotlights.

De plafonds zijn geheel bedekt met geschilderde voorstellingen uit het leven van Boeddha. 

Natuurlijke oneffenheden in de rots zijn goed benut en het lijkt soms net een doek. Op sommige de wanden waren beschilderde doeken bevestigd

Beschadigingen aan een boeddhabeeld worden bedekt meet een doekje (voor het bloeden?). Dit zie je onderweg ook wel als beelden nog niet helemaal af zijn worden zij toegedekt met een deken (Kandy)

Bijzonder indrukwekkend dat is zeker. We gaan nog even naar boven om van het uitzicht te genieten. Serene rust! En zie het waren niet alleen de apen en het uitzicht die dit bezoek compleet maakten. En dan de schoenen weer aan en terug naar de bus.

Eenmaal buiten toch nog even een paar foto's gemaakt. Toch wel mooi om te zien hoe het delen met elkaar is weergegeven.

Het is weer tijd voor ontspanning. We gaan genieten o.a. in de kruidentuin (ook leuk)

 

West en Centraal Srilanka