District Anuradhpura de Noordwestelijke provincie
Anuradhapura (Singalees: Anurādhapura; Tamil: Anurātapuram)
is een district in de Noordelijke Centrale Provincie van Sri Lanka. Anuradhapura heeft een oppervlakte van 7128 km² en telde in 2001 745.693 inwoners.
De hoofdstad is de stad Anuradhapura, deze stad staat op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO
We verblijven de1ste dagen in district Anuradhpura. We rijden door het vissersdorp Negombo (hier heeft onze reisleider een huisje). Het ligt in een zogenaamde lagune met uitgestrekte mangrovebossen en bezaaid met kokospalmen.
Onder de Portugezen die de plaats versterkten om het kaneelland te beschermen, bekeerde het merendeel van de bevolking zich tot het katholicisme. De Hollanders hebben de Portugezen in 1640 verjaagd.
Naast een fort hebben zij ook een gereformeerde kerk gebouwd. Maar het protestantisme heeft weinig invloed op de bevolking gehad. Belangrijkste bron van inkomsten zijn toerisme en de visvangst. Bij ons eerste hotel konden we al genieten door de vissers aan het werk gezien. Zie ook de huizen waarin de vissers leven.
In de vooravond was het tijd voor de vliegende honden (vleermuizen) geloof me het viel niet mee dit op een foto te krijgen.
In deze regio staan veel steenbakker- en houtzagerijen.
Ook zijn er batik-ateliers, later brengen wij een bezoek aan zowel een atelier als een houtzagerij.
En natuurlijk de natuur en heel veel water
Ook het leven in de dorpen is ons niet ontgaan. Een man met gevouwen handen bij het beeld Jezus kijk op de voorgrond ligt iemand op de straat te slapen.
Zoals je hier onder ziet is er heel veel regen gevallen. Het huis is omringt en de spoorbrug hangt nog net niet in het water. We rijden verder en dan zien we een kleurrijk geheel langs de weg.
Een Hindoetempel.
Er zijn vele goden te zien in alle kleuren en maten. Ook de offertafel, Ganesha (de godheid met het olifantenhoofd. Hij is de god van kennis en wijsheid, neemt hindernissen weg en is de beschermheilige van reizigers). Leuk om even in de tempel te kijken.
In het volgende dorp wordt hard gewerkt!
Dwars door de natuur en tussendoor een stop voor de lunch.
Een dorp waar volop beweging is.
Maar dan ineens rijdt de bus heel langzaam om vervolgens te stoppen. Zie daar in het groen. Jawel een olifant met jong en jawel iets verder nog een. Geloof me we werden er stil van! Maar ech alle camera’s maakten natuurlijk overuren!
We rijden weer verder nog wat natuur, een school en kids, er wordt gebadderd aan de kant van de weg zoals je ziet en dan zien we de jongen op zijn wagen met hout leuk hoor we zijn bijna aangekomen bij ons volgend hotel morgen weer op weg.
MIHINTALE
De Kantaka Chaitiya dagoba
Mihintale ligt ca. 11 km ten noordoosten van de oude hoofdstad Anuradhapura in een groen heuvellandschap.
Het is een heilige plaats en een van de belangrijkste bedevaartplaatsen voor de Singalese Boeddhisten op Sri Lanka.
Het was op de berg Mihintale (betekent berg van Mahinda) waar Koning Tissa in 247 v Chr. een ontmoeting had met Mahinda, de zoon van keizer Ashoka. Tijdens deze ontmoeting liet koning Tissa zich tot het boeddhisme bekeren. Tissa bepaalde toen ook dat er geen dieren gedood mochten worden. En daaraan wordt tot op heden de hand gehouden. Mihintale groeide in korte tijd tot een grote kloosterstad.
Tegenwoordig wordt elk jaar in mei-juni bij de volle maan een groot festival gehouden. Het festival trekt tienduizenden pelgrims. Zij beklimmen dan de 1840 lage en brede treden van platte granieten stenen die op de helling zijn gelegd om Lotusbloemen en Jasmijnen te brengen naar de plek waar prins Mahinda de beroemde ontmoeting had. Ook wij gingen net als deze monniken op weg om de berg te beklimmen. Heen zijn we halverwege begonnen.
De 1840 treden tellende trap en de hoofdtrap van 220 treden.
Langs de trappen pronken de Frangipani-bomen met indien in bloei de witte bloemen. Dan volgt nog een trap van 190 treden naar het tempelterrein.
Op dit plateau zien we de Kantaka Chaitiya-dagoba (30 m hoog en gebouwd in de 3de eeuw v chr.) en het Boeddhabeeld (zie boven).
En vanaf dit plateau is de grote rots (Aradhana Gala) te zien. Op deze rots onderrichtte Mahinda zijn leerlingen. Het rotsblok vol met inscripties, is de toegang tot een klooster van holwoningen. In de bloeitijd woonden in Mihintale 2000 monniken.
We lopen door het groene heuvellandschap komen langs de ruïnes van een ziekenhuis en een klooster.
De spiegelzaal, de graven de watervoorziening en een bakstenen stupa.
De volgende klim is naar de Mahia Seya-dagoba. Hier hebben de Frangipani-bomen meerdere functies; schaduw, verspreiden van een bedwelmende geur en het leggen van een kleed van witte bladeren op de traptreden. Volgens de overlevering bevat de koepeltoren een haar van Boeddha. Achter de Mahia Seya-dagoba staat een boeddhistisch beeldenhuis waarin onder een beschildert plafond een liggende Boeddha en beeldengroepen zijn gehuisvest. In een klein bijgebouw staan beelden van de Hindoe-goden o.a. Ganesh en Vishnu.
Vanaf de heuvel hebben we ondanks het slechte weer een mooi zicht over het heuvellandschap. Je ziet ook het stuwmeer Kala Wewa. Het is een heel groot kunstmatig meer waaruit via een breed kanaal de watertoevoer naar de akkers geregeld wordt. Het meer is in de 5de eeuw aangelegd door koning Dhatusena de vader van Kassyapa van Sigiriya. Het wordt gevoed door twee rivieren en al in dezelfde eeuw brachten kanalen het water naar Anuradhapura en meer dan honderd dorpen.
ISURUMUNIYA
De rotstempel ligt ten oosten van de dam van het het stuwmeer Tissa Wewa gebouwd tegen de rots. Deze tempel maakte oorspronkelijk deel uit van een kloostercomplex uit de 3e eeuw v. Chr.
Tussen de 5e en 7e eeuw zijn de muren en de platforms versierd met rijk beeldhouwwerk, voornamelijk in Gupta-en Pallava-stijl.
Het reliëf met de uitbeelding van een badende olifant en een rustende jongeman met het hoofd van een paard op de rotswand bij de tempelvijver, getuigen van de intensieve contacten tussen Anuradhapura en het Pallava-rijk in Zuid India. Bij deze reliëfs in de veel strakkere Pallava-stijl (7de eeuw) ligt de nadruk op lange vloeiende lijnen.
Delen van dit beeldhouwwerk (gupta-stijl), merendeels religieuze voorstellingen, zijn ondergebracht in het kleine museum naast de eigenlijke tempel.
Beroemd is het verliefde paar, genaamd “de minnaars”. Het wordt gezien als Dutha Gamani’s zoon Saliya met een meisje uit het volk (lagere kaste), voor wie hij afstand deed van de rechten op de troon.
In een aparte ruimte vind je een enorme liggende Boeddha en afbeeldingen van Boeddha en zijn volgelingen.
In de rotsspleten van de tempel, leven duizenden vleermuizen. Zij zijn het teken van het oneindige universum. Men geloofde dat vleermuizen bij de poorten van het hiernamaals leefden en dat ze van daaruit verschillende verzoeken en zegeningen over konden brengen en ze in de duisternis over de hele wereld verstrooien.
Bij de tempel is een huis waar of de monniken verblijven.
De rots aan de achterkant van de rotstempel kun je beklimmen dan heb je een goed zicht op de oude koningsstad. En kun je rond de bijbehorende dagoba lopen. De gaten in deze stenen werden gebruikt om bijvoorbeeld een hekwerk in op te bouwen. Op de laatste foto dat oranje vlekje is Ans van boven op de rots gezien.
De tempelvijver (klein waterreservoir) van Isurumuniya is aangesloten op een kunstmatig kanaal Tissa Wewa meer.
ANURADHAPURA - RUWANVELI MAHASAYA
De ruïne-stad Anuradhapura ligt aan de oevers van de Tissa Wewa, een oud kunstmatig meer met eilandjes en met riet langs de oevers.
Binnen de sacred area (het heilige terrein) mag niet gebouwd worden, er mag ook geen alcohol geschonken worden. Om die reden ligt het nieuwe dorp (New Town) buiten de sacred area, aan de Nuwara Wewa (een meer).
Het is de oudste en 1ste hoofdstad van het eiland. Volgens de legende is de stad in 437 voor Chr gesticht door koning Anuradha.
Zij verloor pas in 1015 de functie als hoofdstad en was al in de 3e eeuw v Chr. bekend in de mediterrane wereld.
Onder koning Devanampiya Tissa (247-207 v Chr) kwam Sri Lanka in aanraking met het Boeddhisme en werd Anuradhapura de belangrijkste stad van het eiland.
Nadat Anuradhapura in de 11e eeuw door de Indiase invasies ten onder was gegaan, werd Polonnaruwa het nieuwe machtscentrum.
Tegenwoordig is Anuradhapura een openluchtmuseum met ruïnes van het paleis Mahasena, koninklijke tuinen, tempels en heel bijzondere bezienswaardigheden zoals het Sri Maha Bodhi heiligdom en de enorme dagoba's. Het is de belangrijkste en meest uitgestrekte historische stad van Sri Lanka. De schatten uit het verleden in Anuradhapura zijn bijzonder goed bewaard.
Aan het begin van de lange weg stond deze steen. En de apen (hoelman- of grijze langoerapen) verwelkomde ons ook hadden we zicht op de replica van de Ruwanveli Mahaseya
We lopen het terrein op via een speciaal pad. Hier 1 van de vele heel oude bomen, een groep schoolkinderen bij het archeologisch museum en een deel van de vestingmuur met olifanten.
De Loha Prasada
Ligt ten noorden van de Maha Bodhi Tree dit is een massa van 1600 granieten zuilen.
In keurige rijen van 40 bij 40. Dit gebouw was voor de monniken die aanwezig waren op de Bodhi Tree. Het werd oorspronkelijk gebouwd in de 2e eeuw v Chr. en had 1000 kamers. Gebouwd als een terras, paviljoen met afnemende verdiepingen in tegenstelling tot de Dharmaraja Ratha van Mahabalipuram (Tamil Nadu, India).
De pilaren waren omhuld met metalen platen, bezaaid met edelstenen of bedekt met beschilderd gips.
Het dak had koperen tegels dit gaf haar de naam: Brazen (Loha) paleis (prasada).
Ten westen van dit kerkhof van de kolommen is de voormalige Britse residentie, naast het Basawak Kulama Tank, nu omgezet in het Archeologisch Museum.
Man en vrouw gaan ten alle tijden gescheiden naar binnen.
Zie een maansteen voor de trap later meer hierover en kijk goed naar de treden. Het zijn de details die een simpele trap bijzonder maken. Aan de noordzijde, aan weerszijden van de trap zijn bewakerstenen, die hooded cobra's uitbeelden. Dit zijn de zogenaamde "Naga Stones" (Cobra stenen)
De trap naar de Heilige Jaya Siri Maha Bodhi
Deze heilige boom staat centraal in Anuradhapura en wordt gezien als het spirituele centrum.
Op 13 en 14 April is het Boeddhistische Nieuwjaar.
Rond het jaar 563 v Chr., zou Prins Siddhartha geboren zijn in Bothgaya in India. De geboorte vond plaats onder een Ficus-soort; de “Bodhi Tree” (de oudste historische boom ter wereld waarvan wij zeker weten dat hij geplant is uit een stek van de Bodhi-boom in het jaar 245 v Chr)".
Onder deze boom is hij ook verlost van de levenscirkel; de geboorte, het leven en de dood en bereikte het Nirvana.
Deze 2 gebeurtenissen vonden plaats op Vesak Poyaday. De boom is herkenbaar aan haar hartvormige bladeren. Tegenwoordig is er een verguld hekwerk geplaatst rond de basis (ranvata)
Het knopen van vlaggen aan de takken van de boom in de hoop dat je wensen wensen worden vervuld.
Munten (aangewezen panduru) worden gewassen in saffraan-water en gescheiden voor het aanbieden. Het aanbieden van munten is een daad van verdienste.; " U heeft de rituele betekenis met de boeddhisten van het eiland aanvaard".
Hier ziet je een hekwerk vol gebedsvlakken ook hier werden de munten geofferd.
Tegen betaling van een luttel bedrag kon je een bandje om arm of hals laten knopen dat vervolgens gezegend werd. De bedoeling is dat het door verteren afvalt. Het beschermd tegen het kwaad.
Het is de pelgrims niet toegestaan om op het plateau (de bodhighara) van De Heilige Jaya Siri Maha Bodhi te komen.
Zij aanbidden en brengen offers op de lager gelegen terrassen. (Uiteraard geldt dit ook voor de toerist)
De boom wordt beschermd en onderhouden door daarvoor aangewezen personen, terwijl de dagelijkse rituelen van het reinigen van de plaats, het besproeien van de boom, het maken van aanbiedingen, enz., worden uitgevoerd door monniken en leken die belast zijn met dit werk. De prestaties van deze rituelen worden beschouwd als een grote verdienste en wordt eveneens uitgevoerd op een kleinere schaal op andere belangrijke Bodhi-bomen op het eiland. Er zijn nog diverse rituelen in verband met de Bodhi-Boom.
De Ruwanweli Seya
Deze witte dagoba - (ook bekend als de Maha Thupa of Groot Stupa) - werd gebouwd in de 2e eeuw voor Christus door koning Dutugemunu. Het wordt beschouwd als de grootste van de dagoba’s op Anuradhapura. Het is een van de Solosmasthana (de 16 plaatsen van verering) en een Atamasthana (een van de acht locaties) in Anuradhapura die heilig zijn voor de Sri Lankaanse boeddhisten. De Ruwanweli Seya komt op de tweede plaats.
Alleen de Sri Maha Bodhi (de heilige Bo boom stek van de originele Bo Tree in India) wordt beschouwd als meer heilig.
Onder de Sri Lankanen evenals bij de toeristen, is de Ruwanweli Seya zeer in trek. De oorspronkelijke stoepa werd gemodelleerd in de vorm van een zuiver "water bubble".
Met een hoogte van circa 100 mtr, een omtrek van 292 mtr en duizenden tonnen stenen, is de poging een succes: alles wat je ziet is de huid van witte verf en lijkt de envelop een zak van lucht. Het hoogste punt van Golden Sand Stupa is 24 meter.
Het juweel op het hoogste punt,
is een geschenk uit Birma. Het is een kunst om het zonlicht goed te vangen in het kristal (het juweel). Voordeel van een groepsreis altijd wel iemand die het is gelukt, bedankt Martin.
Binnen de koepel in een gesloten kamer zijn heilige relikwieën van Boeddha, waardevolle edelstenen, beelden gemaakt van goud en diverse andere waardevolle voorwerpen geborgen.
De basis
wordt ondersteund door een ring van gebeeldhouwde olifanten op een witgekalkte borstwering waarvan een paar stenen originelen staan in de buurt van de westelijke deur. De rest zijn moderne restauraties.
Een leger van 1900 levensgrote gebeeldhouwde olifanten in laag reliëf staan oor aan oor. 475 Olifanten aan elke kant. Boeddhistische dieren vertegenwoordigen de reïncarnatiecyclus, dus er is een betekenis. Deze olifanten houden de aarde rond de dagoba goed.
De Zuid-Westzijde
Nog een laatste blik en dan lopen we richting uitgang. We zien ook nog het beeld van koningin Vihara Maha Devi, de moeder van koning Dutugemunu Het beeld ernaast zou koning Dutugemunu kunnen zijn.
Dan zien we aan de zuid-west kant van de verbinding is er een kleine dagoba dat dezelfde vorm heeft. Dit kan zijn gebruikt als model voor de grote stupa. JA ook hier vermaken onze vrienden zich uitstekend.
Verlichting van de kokosnoot-olielampen
als een offer (pahan-puja). Dit is vooral om de kwade invloed van ongunstig samenvallende planeetstanden te voorkomen. Wanneer een persoon door een lastige periode in het leven gaat, dan kan haar/zijn horoscoop gelezen worden door een astroloog om te ontdekken of hij onder slechte planetaire invloeden leeft.
Het aanbieden van bloemen, melk, rijst, fruit, betel, medicinale oliën, kamfer en munten.
Thuparma Dagoba
We verlaten de Ruwanveli We gaan eerst onze schoenen weer zoeken natuurlijk. O kijk daar de koeien liggen heerlijk onder de boom. We rijden via de vroegste historische stupa gebouwd door koning Devanampiya Tissa in de 3e eeuw v Chr.. Vervolgens is deze omgezet in een circulaire Caitya (Boeddhistisch) Heiligdom (vatadage). Omringd met zuilen waarop voorheen het ronde dak steunde
Langs een zeer oude waterput en een van de vele rijstvelden komen we vervolgens bij de Maansteen waar of we een uitleg krijgen..
De Maansteen Sandakapadahana
of semi-ronde deur-mat op de zogenaamde Mahasen Palace). Olifanten zijn het symbool van geboorte, paard (ouderdom), leeuw (ziekte) en stier (dood en verval dat werd weggelaten uit latere boeddhistische architectuur en maanstenen). Maanstenen aan de voet van elke tempel en trap, hebben deze hiërarchie van dieren, met olifanten op de buitenste ring. Wijnstokken of slangen, ook gesneden in maanstenen, vertegenwoordigen verlangen en gehechtheid aan materiële dingen in het leven. Ganzen betekenen zuiverheid en wijsheid. Lotus is meestal in het midden vd maansteen en symboliseert Boeddha, het bereiken van Nirvana en de vrijheid van andere reïncarnatie cycli.
Abhayagiri Klooster & Dagoba
Dit is in 88 v Chr. opgericht door Koning Vattagamini. Het Uttravihara (Noord-Klooster) is nu bekend als het Abhayagiri Klooster .
Het was 600 jaar het grootste klooster in Sri Lanka. Er verbleven 5000 monniken en het had een oppervlakte van meer dan 500 hectare. Dit was in die tijd de meest krachtige instelling in het land na de koning. De Abhayagiri Dagoba zelf was het werk van King Gajabahu (114-136) en het bereikte een hoogte van 370 ft (115m) en hoewel iets kleiner dan de Jetavana Dagoba, was het de tweede grootste stupa in de wereld. Het is een van de 8 heiligdommen van de boeddhisten.
Kuttam Pokuna
De Twin Vijvers (6e eeuw), behorende tot de Abhayagiri klooster. De dubbele vijver versierd met mooie gevechten van stappen in een getrapte vorm wordt beschouwd als een van de architecturale wonderen van de tijd. Het monument werd gebouwd voor het gebruik van boeddhistische monniken van de buurt door Kapararama monastieke vestiging.
De Jetavanarama
Het wonder van de Ketterkoning Mahasena, is de grootste dagoba in de wereld hij is nu alleen een beetje kleiner dan de Grote Piramide van Egypte. Dit massieve monument omvat 8 hectare land en is oorspronkelijk meer dan 400 meter gestegen. Voor de bouw zijn ca. 93 300 000 verbrande bakstenen gebruikt. Het heeft naar schatting ongeveer 3000 monniken ondergebracht. Na afronding van de reconstructie wordt gezegd dat het kristal in de top op 152 m boven de toeschouwer zal schitteren. Met andere woorden: de bouw hoger zal zijn dan de piramide van Cheops in Gizeh.
We gaan naar het District Polonnaruwa gelegen in het Centrale deel van Sri Lanka en beginnen in Sigiriya