Kerst in Polen

26 december 

De laatste dag van Kerstmis, de katholieke kerk viert dan H. Stefanus, de 1ste martelaar. Volgens een oude traditie, beginnen priesters die dag een pastoraal bezoek aan hun gelovigen en op het platteland kan men nog steeds groepen kinderen of jonge tieners ontmoeten die van huis tot huis gaan met veelkleurige sterren en kribben. H. Stefanus was een christen uit Jeruzalem van Joodse afkomst en een van de zeven diakens die de apostelen van Jezus Christus hielp. Hij stierf voor zijn geloof, gestenigd door de Joodse gemeenschap in Jeruzalem.

Leuk he deze informatie. Maar dat houdt wel in dat ook dit een echte christelijke feestdag is in Polen! Wat betekent dat...... jawel ook vandaag is alles gewoon gesloten geen uitzonderingen. Dus hopen we weer op een leuke ingevulde dag.

 

Jawor is een stad in het Poolse woiwodschap Neder-Silezië, gelegen in de powiat Jaworski. De oppervlakte bedraagt 18,8 km², het inwonertal 23.773. De stad ligt aan de rivier Nysa Szalona op ongeveer 70 km ten westen van Wrocław. Over de stichting van de stad is weinig tot niets bekend. Het kostbaarste monument in Jawor is de Vredeskerk. Dit is ook waarom de stad bekend is.

Je ziet er is daar geen luxe echt nog daterend uit der tijd van .... Die boxen waren eerst de huizen van de bevolking aldaar. Nog steeds worden zij bewoond hoor later zijn die oerlelijke flats gebouwd. Het is niet zo van joch ff gezellig door de wijk wandelen voor ons dan. De bewoners weten waarschijnlijk niet beter en zijn al dolgelukkig met een dak boven t hoofd en waarschijnlijk ook verwarming in huis.

 

Ons doel hier is de Vredeskerk bezichtigen. Dit kan uitsluitend op afspraak. We zijn ruim op tijd dus we beginnen eerst met verse koffie en een stukje kerststol en vandaag hebben we er ook boter op als we willen haha.

We stoppen voor een park waarin de kerk staat. We zien een mooie oude begraafplaats. Na heel lang zoeken heb ik toch iets gevonden op internet. Soms moet je creatief zijn het lukte me door de naam van het park om de kerk in te tikken.

Begraafplaats voor Sovjetsoldaten.

In Jawor bij ul. Adam Rapacki, is een monument en een graf opgedragen aan een onbekende soldaat van het Tweede Leger van het Poolse Leger. Het hoofdmonument toont het hoofd van een soldaat, een kruis en de inscriptie: "Je naam onbekend, daad - onsterfelijk".

Voor hem, recht op het trottoir, aan de linkerkant is het graf van een soldaat wiens identiteit niet kon worden vastgesteld. Op de inscriptie op de plaquette bij het graf staat: "Het graf van een soldaat van het Tweede Leger van het Poolse Leger, gedood in.......

Ruim 610 soldaten van het Rode Leger die vochten voor de bevrijding van de stad werden hier begraven. Helaas is de identiteit van de meeste lichamen die hier rusten, nooit vastgesteld. Naar schatting zijn er meer dan 400 niet-geïdentificeerde soldaten. In het centrale deel van de begraafplaats staat een obelisk met een ster en de datum 1945  ter herinnering van de Sovjet-Armeense Sovjetmilitairen in de stad Javor 1945.

 

 

De Dertigjarige Oorlog 

Deze bracht een golf van vervolging naar Silezische evangelicals. De Vrede van Westfalen, die eindigde in 1648, resulteerde - dankzij de tussenkomst van de koning van Zweden - met een keizerlijk voorrecht dat de bouw van evangelische kerken, Vredeskerken genaamd, mogelijk maakte. Deze vergunning bevatte echter verrassende en omslachtige omstandigheden: 

  • de tempel moest binnen een jaar worden opgericht 
  • alleen van impermanent materiaal (niet-duurzame materialen (hout, klei, stro), zonder stenen of metalen elementen)
  • hij moest buiten de stadsmuren staan op afstand van kanonvuur, 
  • de afwezigheid van decoratieve buitenelementen, de afwezigheid van een toren en de verplichting om de kerk binnen 1 jaar af te bouwen.

Deze beperkingen, die de bouw of het lange bestaan van kerken moesten voorkomen, droegen bij aan de oprichting van tempels die uniek zijn op wereldschaal. Hun uniciteit is te danken aan de combinatie van hun enorme omvang met een structuur die nog niet eerder was gebruikt in zulke enorme gebouwen.

(Leuk om te weten is dat huizen en bijgebouwen in Noordwest-Europa al eeuwenlang op deze manier worden gebouwd)

UNESCO-werelderfgoed sinds 2001.

De Dertigjarige Oorlog eindigde in 1648 met de ondertekening van het Verdrag van Westfalen. Op grond van dit verdrag moesten er dus 3 nieuwe kerken worden gebouwd voor de Silezische evangelische gelovigen. Ze mochten niet op traditionele kerken lijken. 2 Van deze gebouwen zijn tot op de dag van vandaag bewaard gebleven; ze zijn gevestigd in Jawor en in Świdnica en staan op de Unesco Werelderfgoedlijst.

 

De Kerk van de Vrede in Jawor

werd gebouwd in 1654-1655 als een rechthoekige driebeukige basiliek met een driezijdig koor van gereduceerde vorm De  de bedoeling van de keizer en zijn adviseurs was dat de kerk geen eeuw mee mocht gaan, maar ze bleef bijna 4 eeuwen bestaan en dankzij het feit dat zij nu op de Unesco Werelderfgoedlijst staat zal hij samen met de andere kerk nog lang voor een ieder toegankelijk zijn. 

"Kerk van Tolerantie"

De Kerk in Jawor staat in Jawor bekend als symbool van religieuze tolerantie vanwege zijn architectonische, historische en religieuze betekenis.

De tempel is een enorme, enigszins "schuurvormige" basiliek met 3 schepen, op een rechthoekig plan. Het is gemaakt met behulp van de skelettechniek: een opengewerkte structuur gemaakt van houten blokken gevuld met klei vermengd met stro. De fundering is van baksteen. De lengte is ca. 43,5 m, breedte 14 a 20 m, hoogte 15,7 m en de kerk biedt plaats aan ongeveer 5.500 mensen. Het hoofdschip was bedekt met een zadeldak, de zijbeuken met schuurdaken. De zijbeuken zijn moeilijk leesbaar omdat ze galerijen bevatten. De buitenkant van de kerk  doet weinig om bezoekers voor te bereiden op de pracht die binnen wacht.

Rondom, zijn er zijn verschillende grafschriften op de buitenmuren geplaatst. De externe zijn gemaakt van zandsteen. Op 1 van foto's staat een bord van Rosina en Friedrich Broser uit 1708 - waarschijnlijk de mooiste van de groep. Ook op de binnenmuur zijn diverse grafschriften geplaatst 

Uiteraard vind je hier ook de steen van Unesco en een steen ter gelegenheid van de  340ste verjaardag op 1994 van het leggen van de 1ste steen voor de bouw van de Vredeskerk in Jawor in 1654 door David Ebersbach.

De enige nieuwe technologische elementen in beide gebouwen, zijn de alarm-en brandpreventiesystemen.

 

Peace Park

Dit gebied van de stad was oorspronkelijk een kerkbegraafplaats van de Kerk van Vrede in Jawor tot 1972. Na de aanwinning van de begraafplaats werd het beboste gebied met eerder aangewezen steegjes omgevormd tot het Peace Park. Het park is omheind met een nieuw hek en gerenoveerd. (30-06-2010 was voltooiing van de renovatie, een aanzienlijk deel van het geld kwam uit de Europese Unie) Parksteegjes en banken die daar op zonnige dagen staan, zijn zeer succesvol ..

 

In 1708 werd, overeenkomstig de bepalingen van de overeenkomst die een jaar eerder in Altranstädt was gesloten tussen keizer Jozef I Habsburg en de Zweedse koning Karel XII, naast de Vredeskerk een klokkentoren gebouwd.

Het gebouw heeft een externe trap. Het is een typisch vakwerkgebouw - het heeft eeuwen overleefd en zou de volgende ook moeten overleven

Vanuit het perspectief van het park ziet de kerk er indrukwekkend uit; het is tenslotte de grootste faciliteit van dit type in Europa.

Gedenkplaat

Deze werd in 2005 opgericht in de vorm van een grafsteen over het bestaan van de hier genoemde necropolis. Het werd opgericht door de burgemeester van de stad Jawor op de 350e verjaardag van de bouw van de Vredeskerk. De inscripties op het bord zijn gemaakt in drie talen: Pools, Duits en Engels. Een van hen zegt: "... doe je sandalen van je voeten af, want de plaats waar je staat is het Heilige Land".

We gaan naar binnen.

 

Het interieur valt op door zijn omvang en uniformiteit in stijl.
Het interieur valt op door zijn omvang en uniformiteit in stijl.

Binnen waren 2 niveaus met galerijen, en aan het begin van de 18e eeuw werden er nog 2 toegevoegd. Na de uitbreiding kon de kerk ongeveer 6.000 gelovigen huisvesten. Het interieur is rijkelijk versierd, ongebruikelijk voor protestantse kerken.

De muren zijn versierd met meer dan 180 schilderijen die bijbelse taferelen uitbeelden De hele cyclus, gecreëerd in de jaren 1660, begint met een scène van de schepping van de wereld, gelegen in de zuidoostelijke hoek van de tempel, en loopt eromheen en eindigt met een voorstelling die de toekomstige gebeurtenissen uit Openbaring laat zien. Het herkennen van scènes uit het oude en nieuwe testament kan op zichzelf al een leerzaam plezier zijn - dus ik zeg gewoon veel plezier hiermee...... De schilderijen in de tempel zijn het werk van Georg Flegel en gemaakt in 1671-1681. Er zijn er meer dan 200 schilderijen op de galerijen.

De overige versieringen op de galerijen zijn afkomstig van particuliere stichtingen. We kunnen hier adellijke wapenschilden  en gildeinsignes vinden. Terwijl het interieur van de tempel werd uitgerust met galerijen, waren er enkele conflicten tussen de stadsmensen van Jawor en de adel. Het beschermheerschap van de kerk was in handen van de stedelingen, maar ook de adel wilde hier hun privileges genieten. Dit geschil was de directe aanleiding voor het toevoegen van de 1ste en 3e verdieping van de galerijen. Onder de ouderen zouden stadsmensen kunnen vallen, onder de nieuwere de aristocratie. Al snel bleek echter dat zelfs de loges niet gelijk waren aan elkaar want vanuit sommigen kon je het altaar beter zien, en van anderen kon je de preekstoel zien... ja ech......

 

Het meest indrukwekkende zijn de galerijen zelf, met 4 verdiepingen die boven de tempelvloer uitsteken. Tegenwoordig is het moeilijk te herkennen welke galerijen origineel waren en welke later werden toegevoegd. De 2e en 4e verdieping dateren uit de bouwtijd. Het was heel erg stoffig, de vloer kraakte onder mijn voeten en het was een waar doolhof daarboven. Maar het was zeer de moeite waard om te zien.  De balustraderuimten van de 1ste en 3e galerij waren verschillend ingericht en werden iets later gebouwd, na 1674, toen de adel van het hertogdom Jawor zich formeel bij de plaatselijke parochie voegde.

 


 

 

 

In de hoeken van de pastorie bevinden zich 2 adellijke loges, eigentijds aan de nieuwe galerijen, ondersteund door een paal.  Het meubilair van de kerk wordt aangevuld met biechtstoelen - 3 geschonken door de inwoners van Kamienna Góra, gebouwd in 1683, en 1 door de inwoners van Jawor uit 1708. De pastoriebank dateert uit 1683 en is versierd met afbeeldingen van de drie goddelijke deugden die erop zijn geschilderd.

 

De decoraties tonen hoofden en engelen van Arma Christi, fruitslingers, ornamenten, plantmotieven en gestileerde palmstammen. De polychrome gewelven van zowel het hoofdschip als de galerijen waren beschilderd met hemelkleurige bloemmotieven - ze werden de "hemelse weide" genoemd. Een interessant feit is dat, hoewel de gewelven uit enkele honderden vlakken bestaan, elk ervan een ander, uniek plantenmotief heeft. Ze zien er alleen hetzelfde uit. Het cassetteplafond dateert uit 1670. De zeilen maskeren netjes de beugels die de pilaren met de plafondbalken verbinden. Op de begane grond van de toren bevindt zich een barok portaal (foto 1) een secundaire representatieve ingang tot de kerk. Het geheel rustte op 14 pijlers, discreet verborgen in de 2 zijverdiepingen van de galerijen

 

Het was even zoeken maar we vonden toch een paar trappen die open waren en toegang gaven tot de zijgalerijen en de orgelgalerij. Echt zicht op het orgel had je natuurlijk van helemaal boven.

Het orgel

In 1663 werd naast de westelijke muur van de kerk een galerij voor het orgel gebouwd. Hun schepper was Johann Hoferichter, een orgelbouwer uit Legnica. Het instrument werd gemaakt door een timmerman uit Kamienna Góra, Michael Steudner. Al snel bleek echter dat deze orgels slecht gebouwd waren, waardoor ze vele malen gerepareerd en gerenoveerd moesten worden (onder meer in 1704, 1737 en 1802). 

Uiteindelijk besloot het parochiebestuur in 1855 opdracht te geven tot de bouw van een nieuw orgel voor de Vredeskerk, welk werk werd toevertrouwd aan Adolf Lummert, een orgelbouwer uit Wrocław. Hij bouwde een orgel met 26 stemmen. Dit instrument heeft zijn geluid bewezen, maar moest door de jaren heen meerdere keren gerenoveerd worden. De meest serieuze daarvan werd in 1899 uitgevoerd door het beroemde bedrijf Schlag und Sohne uit Świdnica. Na de WO II, was dit instrument lange tijd verstoken van goede zorg. Pas in 2002 werd het instrument grondig gerenoveerd (door orgelgezelschap Eule uit Budziszyn en Ars Organum van A. Olejnik). De huidige staat is 27 stemmen, 2 manualen + pedaal, mechanische actie.

 

Het hoofdaltaar

Dit is ruim 9 meter hoog, werd in 1672 gesticht door de familie Hochberg. Het is gemaakt door een timmerman uit Kamienna Góra, Michał Schneider. Het schilderij op het altaar beeldde vroeger het Laatste Avondmaal af, maar werd ter gelegenheid van de 200ste verjaardag van de kerk vervangen door het huidige, dat Jezus in Gethsemanië afbeeldt. 

 

De Engel

met het boek van het "Eeuwige Evangelie" Deze draagt de preekstoel

De 1ste dienst werd gehouden op de 4e zondag van de Advent in 1655, waardoor de kerk de roeping van de Heilige Geest kreeg. Het duurde veel langer (meer dan 100 jaar) om het interieur in te richten. Na de Dertigjarige Oorlog ontbrak het de arme evangelische gemeenschap lange tijd aan geld voor de binnenafwerking. Daarom zochten de lokale lutheranen financiële steun in andere landen, waaronder het Pools-Litouwse Gemenebest. Het altaar en de preekstoel werden pas toegevoegd in de jaren 1670.

 

Nog een paar details

 

Het doopvont

Gesticht in 1656 door Georg von Schweinitz, is het oudste onderdeel van het interieur van de kerk. Dit staat bij de in- uitgang van de kerk. Vandaag stond er dus een Adventskrans op met de 4 kaarsen het is immers kerst. Mooi afsluit van dit indrukwekkend gebeuren.

 

Met zijn allen nog een rondje kerk dan wel dorp maar echt alles was dicht op 1 tankstation na.

Dus gaan we daar even aan om de blaas te ledigen en dan op weg naar Legnica.

 

Lunch

Voor we Legnica ingaan, hebben we een gezamenlijke lunch in een hotel onderweg. Dit had je mee moeten maken. We werden vriendelijk onthaald en naar de zaal gebracht waar de lunch zou plaatsvinden. Lachen er stond een oerlelijke grote scheve boom waar wat versiersels ingehangen waren. Denkelijk even uit het bos achter het hotel getrokken voor die toeristen. De tafels waren gedekt en dat (zie de foto) wekte zo'n wantrouwen en hebzucht bij het grootste deel van de groep dat zich een enorme massa bij het koffie apparaat en de vele koek en cake verzamelden om met bergen op hun bord terug te komen vreselijk wat een mentaliteit. Wij bleven rustig zitten en zie daar de lunch werd geserveerd en het was echt lakker. Hield wel in dat het kleine groepje dat toen nog iets wilde halen bij de koffie veel lege schalen aantroffen want uiteraard werd dit niet tussendoor aangevuld. Wel wij waren wel blij zo gehandeld te hebben hoor en hadden echt geen honger!

Ook ons Floris zat het met verbijstering te bekijken.

Zie je die laatste foto? Ja wat daar de meerwaarde van was hebben we niet kunnen ontdekken, 2 tv-schermen boven elkaar met exact het zelfde programma bevond zich in de hal haha. 

 

Legnica

voorheen Liegnitz was een bestuurscentrum in de Pruisische provincie Neder-Silezië. Het ligt langs de Kaczawa-rivier in de westelijke laaglanden van Silezië (Śląsk). De bevolking nam toe, toen er tussen 1844 en 1875 spoorwegverbindingen door Liegnitz werd aangelegd. Dat was ook de basis voor moderne industrialisering, met name in de vorm van machinefabrieken, en voor de oprichting van vakscholen.

De bevolkingsontwikkeling geeft de groei aan: In het jaar 1800 woonden er na 2 eeuwen van achteruitgang weer evenveel mensen (8.000) als in de 16de eeuw, in 1860 waren dat er dubbel zoveel. In 1880 en in 1910 heeft er een verdubbeling plaatsgevonden, tot 60.000 inwoners. Tegelijk was in de religieuze en culturele verhoudingen sprake van stabiliteit.

Sinds de lutherse reformatie is de verhouding tussen katholieken en lutheranen 1 op 5 gebleven. Ook het etnische karakter is sinds de middeleeuwen hetzelfde; de bevolking gaf in 1910 aan voor meer dan 95% Duitstalig te zijn. Vlak voor de WO II, bleek de bevolking zelfs toegenomen te zijn tot 80.000.

Begin 1945 werd de stad door het Sovjet-leger bezet dat ging gepaard met geringe verwoestingen. Daarna werd vrijwel de gehele Duitstalige bevolking, voor zover al niet gevlucht, door de Poolse autoriteiten die het gezag overnamen, naar het westen afgevoerd en vervangen door Polen. 

De grotere monumentale huizen en openbare gebouwen en de kerken werden gespaard, zoals de lutherse Domkerk die aan de rooms-katholieke kerk werd overgedragen, en waarin het prominente beeld van Maarten Luther aan de ingang werd vervangen door dat van de Maagd Maria.

Tijdens de stadssanering in de jaren '60 brak de kleinschalige binnenstad af. Woonflats kwamen ervoor in de plaats. Enkele straataangezichten werden in de jaren '90 wel weer gereconstrueerd. In 2005 telde de stad, na gebiedsuitbreidingen 106.000 inwoners. In 1992 verhief Paus Johannes Paulus II de stad, inmiddels genaamd Legnica, tot zetel van een bisdom.

 

 

 

Stadsstadion

We stappen de bus in en rijden richting centrum. Al vrij snel komen we langs wat bleek het stadsstadion te zijn

Het is een moderne faciliteit die voornamelijk is ontworpen voor voetbalwedstrijden. De afmetingen zijn 105 m x 68 m. De plaats heeft een modern verwarmings- en irrigatiesysteem. Het stadion heeft volledig overdekte tribunes met 6156 zitplaatsen. 

Je ziet hier diverse types van huizen. Trouwens het plein met gele gebouwen heeft nog wel iets leuks

Nog niet zo lang geleden was de plek waar geliefden elkaar ontmoetten het Slapende Leeuw-monument in het Stadspark. Tegenwoordig zijn geliefden modern geworden en nemen ze hun dates onder de koepel van Galeria Piastów en Gwarna (rechts op de foto). We rijden langs het Municipal Park, we hadden schitterende luchten vandaag

 

Hlogovskaya-toren

Deze staat in het historische centrum van de Poolse stad Legnica. Het werd gebouwd in de 15e eeuw van baksteen. Aanvankelijk had de toren geen doorgang - hij diende als een onneembaar observatiedek, maar ook als een handige plek om terug te schieten van de aanvallende vijand. Na 400 jaar werd de toren bedekt met een pannendak. Anders is haar uiterlijk niet veranderd. In 1861 werd in de toren een neogotische opening gecreëerd voor de doorgang van rijtuigen. In de 20e eeuw werd het echter dichtgemetseld door het plaatsen van moderne deuren. Momenteel wordt de toren gebruikt als kantoorgebouw.

Samuel Beniamin Ruffer

is de grondlegger va de textielindustrie in Legnica en was 1 van de grootste stoffenproducenten van die tijd, hij leefde van 1757 tot 1828. In 1796 verplaatste hij zijn lakenfabriek van Złotoryja naar Legnica. Aan het einde van de 18e eeuw had zijn fabriek 727 werknemers in dienst en exporteerde de helft van de productie naar het buitenland

Na zijn dood werd het label overgenomen door de zonen van Ruffer. De fabriek functioneerde tot 1905. In 1907 schonk de familie van Beniamin Ruffer de groene gebieden nabij de Złotoryjska-straat aan de stad, waar het Rufferpark werd aangelegd. 3 Jaar later werd in het Złotoryski-bos, een monument opgericht ter nagedachtenis aan de fabrikant.

De Ruffer's Bench.

Het Kopermuseum

in Legnica werd opgericht in 1879. Het gebouw en de uitgebreide collecties werden in 1945 vernietigd. Het huidige Kopermuseum, dat pas in 1962 werd opgericht, erfde niets van het vooroorlogse museum en moest helemaal opnieuw worden georganiseerd. Het museum bestaat uit 2 delen.

Aan de achterkant van beide gebouwen werd een lapidarium ingericht. De buitententoonstelling bevat meer dan 70 sculpturale en architectonische details van de uitrusting en decoratie van verschillende gebouwen in Legnica uit de 14e tot de 19e eeuw. De buitententoonstelling bevat meer dan 70 sculpturale en architectonische details van de uitrusting en decoratie van verschillende gebouwen in Legnica uit de 14e tot de 19e eeuw.

Beloof me dat je niet in de lach schiet maar ik dacht dat het een (wel) begraafplaats was. Thuis kwam ik er achter dat we langs het museum waren gelopen Het was trouwens ook dicht hoor.

 

Piast Castle

in het historische deel van de stad wordt beschouwd als de belangrijkste attractie. Het kasteel werd in 1149 gebouwd in opdracht van Prins-Princeps Henryk Brodaty  (Hendrik I met de Baard). Voor die tijd was de structuur vernieuwend.

Het kasteel werd gebouwd van steen, hoewel hout overal als bouwmateriaal diende. Je kunt dus zeggen dat Piastow Castle het oudste stenen kasteel in Polen is. In feite was het een fort, bestaande uit een paleis, verschillende torens en een kapel, en bovendien omgeven door een muur en aarden wallen. De naam van het kasteel komt van de Piast-heersers van Silezië, die het eeuwenlang als hun residentie gebruikten.

Bij de Slag bij Liegnitz, of Legnica, op 15 april 1241, versloegen de Mongolen een Pools leger onder leiding van Hendrik II, prins van Neder-Silezië. En in 1248 werd Legnica de hoofdstad van een autonoom vorstendom.

In 1252 kreeg het stadsrechten en werd al snel een belangrijk handelscentrum, met een economie gebaseerd op de uitgebreide weefindustrie.

In 1675 werd de Piast-lijn echter onderbroken en ging over naar de Habsburgers (1675) en de Pruisen (1741). Hierdoor ging het kasteel over naar de Oostenrijkse kroon. In zijn geschiedenis heeft het kasteel van Piastow meer dan eens geleden onder branden en verwoestingen door de indringers. De laatste renovatie vond plaats in 1969. Nu is het kasteel staatseigendom en open voor toeristen.

De vleugels van het kasteel vormden een binnenplaats die in twee delen werd verdeeld door een muur met een klokkentoren, die in de 19e eeuw werd vervangen door een neorenaissance-galerij.

In 1945 werd het kasteel als gevolg van militaire operaties bijna volledig verwoest en stond het lange tijd in puin. De restauratie van het kasteel begon in 2009 en nu is het te zien in de gedaante van de 18e eeuw. 

De zuidwestelijke vleugel van het kasteel eindigt met de toren van St. Jadwiga (1201-1238), genoemd naar de Beierse hertogin en echtgenote van prins Hendrik I met de Baard. Jadwiga van Silezië werd bekend als de grondlegger van verschillende kloosters en vele kerken, maar ook vanwege haar liefdadigheidsactiviteiten. Volgens de legende woonde de hertogin in deze toren en bracht ze veel tijd door in het bovenste gedeelte ervan, waar ze met engelen communiceerde.

Monument voor Sint-Jan van Nepomuk

staat voor het kasteel. Dit beeld is in vrijwel elke stad in Polen en Tsjechië te vinden. Ik heb het maar 1x gezien vond het wel indrukwekkend als je goed kijkt is het een groep mensen. Ho wacht ik dacht ga toch eens kijken op het net. Blijkt dat Sint-Jan van Nepomuk de auteur is ja dan heb ik inderdaad diverse beelden van hem gezien zoals op de Karlsbrug in Praag.

 


koning Władysław Jagiełło van Polen

Het nieuwste monument in Legnica. Interessant feit is dat het monument op een lege sokkel na een ander monument werd geplaatst. Tientallen jaren lang kwamen vertegenwoordigers van de Sovjet-troepen die in Legnica waren gestationeerd hier bijeen. Lenin stond hier en het gebouw achter hem was het hoofdkwartier van het commando van de Noordelijke Groep van Sovjet-strijdkrachten. Nadat de Russen Legnica hadden verlaten, werd Lenin verwijderd. Het werd tijd voor een nieuw monument. En het gebouw zelf daarachter is niet minder belangrijk dan jaren geleden, omdat het de zetel was van de Sociale Verzekeringsinstelling... het voormalige hoofdkwartier van het Sovjetleger. De discussie over wiens monument op de lege plek moest worden geplaatst die de leider van de bolsjewistische revolutie had achtergelaten, duurde jaren. Uiteindelijk won het idee van Władysław Jagiełło, hoewel hij niet veel connecties heeft met Legnica. Er was zelfs een Burgerlijk Sociaal Comité voor de bouw van het Monument voor de Zegevierende Slag om de Poolse Wapens in Grunwald in Legnica, dat voor dit doel geld inzamelde. Dankzij de inspanningen van enthousiastelingen staat er nu een 3 meter hoog granieten monument van de Poolse koning met 2 kale zwaarden. 

 

Kerk van St. Johannes de Doper geel

De barokke kerk van Johannes de Doper (Kościół św. Jana Szrzciciela) is 1 van de belangrijkste symbolen van Legnica met zijn 2 hoge torens die het silhouet van de stad domineren en overal in de stad zichtbaar zijn. 

De geschiedenis van de kerk begon in het tijdperk van prins Kazimierz I Odnowiciel, die bekend stond om het versterken van de centrale regering in Polen die werd verwoest door langdurige burgeroorlog, en om het bevrijden van Silezië van de bezetting door de Tsjechische staat. 

In 1294 werd in Legnica een klooster van de Franciscaanse orde gesticht. Tevens begon men op kosten van de hertog van Legnica Hendrik V en schenkingen van de stadsmensen met de bouw van een stenen kerk, die verschillende keren werd herbouwd in de daaropvolgende eeuwen. 

Sinds 1548 werd de kerk gebruikt als graftombe van de prinsen van de Piast-dynastie. In de 16e eeuw werd de kerk overgenomen door protestanten, daarna calvinisten, en aan het begin van de 18e eeuw werd de kerk onderdeel van het jezuïetencollegium (seminarie).

Daar de kerk behoorlijk was vervallen, werd hij in 1714 geheel gesloopt op het prinselijk graf na. Dit werd de basis van de nieuwe kerk. De bouw stond onder toeziend oog van meester architect Jan Knoll en in 1720 werd de kerk ingewijd in de  naam van Johannes de Doper. In 1744 was de kerk helemaal af. Eind 19e eeuw werd de restauratie voltooid en werd het eigendom van de Rooms-Katholieke kerk.

Tijdens de WO II raakten kerk en klooster zwaar beschadigd en in 1947 werd de kerk overgedragen aan de Franciscaanse Orde. In 1981-1982 werden de torenspitsen bedekt met koperen platen

 

Sprintzenstein Johann Eleonora barokke sarcofagen. Kerk van St. Johannes de Doper

 

Kerk van de Heilige Maagd Maria:

Even binnen kijken en ook even een foto maken van de Sprintzenstein Johann Eleonora barokke sarcofagen. 

 

En dan lopen we dachten wij langs de lege marktkramen. Kom je thuis en ga de tekst vertalen;

Voedselbank

Beste inwoners van Legnica!

Als je vandaag vers fruit op de markt koopt, denk dan aan de kinderen uit Rycerska Street (vluchtelingen uit o.a ~Jordanië). Kleine hoeveelheden fruit (appels, sinaasappels, mandarijnen, enz.) en groenten (tomaten, komkommers, paprika's, enz.) zullen altijd nuttig zijn en zullen het dieet verrijken van kinderen die net naar onze stad zijn gekomen. Bedankt voor jullie schenkingen

 

Oude stadhuis

We lopen het Marktplein op waar het oude stadhuis staat, gebouwd in 1737-1741. Het barokke gebouw werd 2x herbouwd, in 1836 en in 1926-1928, toen werd besloten er een theater te bouwen. Het gebouw heeft een decoratieve gevel met een toren en dubbelzijdige stenen trappen . Grenzend aan het oude stadhuis ligt een complex van 8 huurkazernes. De zogenaamde haringhuizen zijn gebouwd aan het begin van de 16e eeuw en hebben renaissance-, barok- en classicistische gevels. De naam wordt geassocieerd met haringhandelaren die hier in de middeleeuwen hun zaken deden. In 1934 werden tijdens de renovatie van huurkazernes 16e-eeuwse sgraffito-versieringen ontdekt en begin jaren '60 werden de arcades gereconstrueerd. De Lovers' Well ligt vlakbij. De 6 meter diepe put dateert uit de 17e eeuw en heeft momenteel als onderdeel van de revitalisering een moderne veelvlakkige vorm gekregen. Daarnaast;

 

Huis "Under the Quail Basket

Het huis "Onder de Kwartelmand" is een 14e-eeuwse hoekwoning gelegen midden op het marktplein tegenover het theatergebouw (Rynek 38), halverwege de 16e eeuw herbouwd en rijkelijk versierd met sgraffito. Het dankt zijn naam aan de originele, cilindervormige erker op de 1ste en 2e verdieping. Sgraffito bedekt de erker en de gehele gevel van het gebouw.  

Het is samengesteld in horizontale strepen gevuld met zeldzame figuratieve taferelen: de triomf van de godin Cerera, een hertenjacht, scènes uit de fabels van Aesopus.

De goede staat van de sgraffiti is te danken aan het feit dat deze jarenlang onzichtbaar bleef voor het oog, bedekt met latere pleisters. (Dit geldt voor vrijwel alle architectonische decoraties van dit type die in Legnica bewaard zijn gebleven.)

De sgraffito-afbeeldingen op het huis "Onder de kwartelmand" werden pas in 1909 onthuld.

In Legnica zijn er 6 huurkazernes die zijn versierd met de sgraffito-techniek, die vandaag de dag bestaat uit het grootste complex van architectonische decoraties van dit type in Silezië. Dit huis is het meest interessante en waardevolle object onder hen. Het interieur van het woonhuis is niet geschikt om te bezichtigen, omdat het na talloze aanpassingen en moderniseringen zijn stijlvolle kenmerken heeft verloren en er privéappartementen zijn.

Bij sgraffito wordt een muur van 2 pleisterlagen van verschillende kleuren voorzien. Vervolgens krast men de gewenste patronen in de bovenste laag zodat een tweekleurige afbeelding ontstaat. Deze techniek was heel geliefd in Italië in de 16e eeuw tijdens de Renaissance.

Nieuwe stadhuis

Als we rond de kathedraal van Legnica lopen, bereiken we het neorenaissancegebouw van het nieuwe stadhuis, gebouwd in 1902-1905. Het enorme gebouw heeft een rijkelijk versierde gevel. 

 

Kathedraal van de heiligen Peter en Paul

De kathedraal van Sint Petrus en Paulus bevindt zich in de oude binnenstad. De 1ste vermelding ervan dateert uit de 13e eeuw, in 1208 gewijd aan de apostel Petrus. Tussen 1328 en 1378 werd de kerk onder architect Wiland herbouwd naar het model van de St. Elizabethkerk in Breslau (huidige Wroclaw). De kerk werd al op 20 september 1342 ingewijd onder bisschop Waclaw en werd als tweede beschermheer aan de Sint-Paulus toegevoegd.

Tussen 1370 en 1378 werd de kerk verder uitgebreid. Leidend was de bouwmeester Konrad uit Krakau. Uit deze tijd komt het gotische hoofdportaal aan de noordwestkant van de kerk. Tussen 1378 en 1390 werd het interieur van de kerk ontworpen door Klaus Parlirer, de raamkozijnen waren gebouwd in gotische stijl. Langs het gangpad werden tot de 15e eeuw 15 kapellen gebouwd. Nadat hertog Frederik II in 1522/23 in zijn hertogdom Liegnitz de Reformatie introduceerde, deed de kerk dienst als protestantse kerk.

Na een brand in 1835 werd de kerk herbouwd naar een ontwerp van Karl Friedrich Schinkel. De restauratie of reconstructie van de kerk van 1892 tot 1894 naar een ontwerp van Johannes Otzens leidde tot fundamentele veranderingen, vooral aan de buitenkant. De onvoltooide voorgevel werd aangevuld met een zuidelijke toren met een neogotische torenspits, en de algehele structuur werd sterk veranderd door het fineren van nieuwe bakstenen en nieuwe architecturale sculpturen in zijn historische substantie. Het waardevolle interieur van de driebeukige hallenkerk bleef daarentegen behouden.

De status van de kathedraal werd vrij recent toegekend - in 1992, door de toenmalige paus Johannes Paulus II, alom vereerd in Polen. Als teken van deze gebeurtenis werd voor het tempelgebouw een standbeeld van deze paus opgericht.

De zwarte Madonna van Czestochowa (uitgesproken als Cheez-toh-ho'-va)

is het heiligste en belangrijkste relikwie van Polen. Er wordt gezegd dat de Zwarte Madonna zijn oorsprong vond in Oekraïne en in het midden van Polen werd gebracht door een prins en een monnikenbende in de 14e eeuw. Men beweert dat de Zwarte Madonna de binnenvallende Zweden heeft afgeweerd, ziekten heeft genezen en rovers heeft tegengewerkt door zo zwaar te worden dat het icoon niet door de dieven kon worden opgeheven. Uiteraard treffen we hier een kopie van het origineel. Maar deze informatie is wel weer leuk.

 

Nog even een paar laatste leuke momentjes van deze reis. De 1ste foto zie je het toetje wat we dagelijks kregen maar dan net weer even iets anders. En ja het was een kerstreis en dus ook in Legnica nog een paar leuke kerstaccenten. De trein laten we staan we gaan met de bus weer naar ons hotel voor het laatste diner en de laatste nacht We hebben toch weer genoten.

 

Onderweg mooie luchten.

En zie hier een geheel andere toet na het eten bbrrr.....

Ach wel in de kerstkleuren moet je maar denken.

 

In alle vroegte vertrekken we weer naar huis We hebben buiten de koffiestop natuurlijk nog gelegenheid om even te lunchen. Naarmate we dichter bij huis kwamen, zagen we ook hoe hoog het water stond. De reis liep voorspoedig en na het diner in Zeeland weer in de bus naar huis! Eenmaal thuis was het natuurlijk tijd voor koffie en lekker bijkomen.

Julek sluit deze reis naar Polen af zijn schooltas zit vol

Heerlijk thuis lekker nagenieten.

Kerst in Polen