Tamar B'Kfar
We hebben reeds een kibboets gezien maar toch houden we even halt net naast de eerste kibboets Degania, die in 1909 gesticht werd. Dit is de oudste kibboets van Israël en wordt ook wel de "moeder aller kibboetsen" genoemd.
Degania bestaat eigenlijk uit twee kibboetsen gelegen aan de Zuidkant van het Meer van Tiberias:
Degania Alef werd gesticht door 10 mannen en 2 vrouwen naar communistische en communale beginselen. De leden kregen zoals ik eerder al zei geen inkomen maar zakgeld en hadden aanvankelijk geen particulier eigendom. Later werden de regels versoepeld, en sinds kort is alle bezit geprivatiseerd.
De Israëlische militair en staatsman Moshe Dayan werd geboren in Degania Alef. Hij was het tweede kind ooit geboren op een Israëlische kibboets.
Achter in de winkel van Tamar B'Kfar is een ruimte waar de nakomelingen van de eerste pioniers hun verhaal doen en wij een film zien over het ontstaan van de farm. De farm is een familiebedrijf van generatie op generatie. Van het vruchtvlees van de olijf en avocado wordt de olie gemaakt. et restant wordt gebruikt met zuur en kruid voor tapenade Isen de rest is voor veevoeder
In de winkel vind je een enorm aanbod van dadels, olijfolie, kruiden honing puur en gezoet, koek, snoep, cadeaus voor vrienden en familie ja noem maar op. Je wordt er hebberig echt waar. En je mag er ook alles proeven mmmmmm.
Ook kregen wij hier een blijvend aandenken van ons Paul, dit heeft een plekje gekregen in mijn reistafel
Beit Alfa
hier zien we de prachtige mozaiekvloer die hier gevonden werd. Naieve kunst maar van een ontroerende schoonheid.
De kibboets Heftzi Bah (Hefziba) ligt aan de voet van de berg Gilboa in het Jizreëldal niet ver van Bet Shean. In 1928 vonden een aantal boeren van deze kibboets een van de mooiste mozaïekvloeren van Israël. Een inscriptie vermeldt dat de vloer gelegd werd door de kunstenaars Marianus en zijn zoon Chanina tijdens de regeerperiode van keizer Justin I (517-528 n. Chr.). Het mozaïek bedekte de vloer van de Synagoge.
Opgravingen begonnen in 1929 onder de auspiciën van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en werden geleid door een Israëlische archeoloog, Eleazar Sukenik. Secundaire ronde van de opgravingen, gesponsord door de Israel Antiquities Authority in 1962, verder onderzocht de residentiële structuren rond de synagoge.
De Romeinse stad Beit Sh’an.
Op een afstand van 25 km ten zuiden van het Meer van Galilea en 45 km ten zuiden van Tiberias, tegen de grens met Jordanië, ligt het zeer indrukwekkende opgravingsgebied van de oude stad Beit Sh'an. Samen met Massada behoort zij tot de belangrijkste opgravingsgebieden van Israël
Een grote mooie stad die in de 8ste eeuw door een grote aardbeving verwoest werd en sindsdien verlaten. De stad is vermeld in de bijbel als de stad waar de lichamen van Saul en zijn 3 zonen aan de poorten opgehangen werden nadat de Filistijnen de legers van Saul verslagen hadden.
Later, nadat de stad was ingenomen door Alexander de Grote werd de stad aan de Scythen gegeven, vandaar ook de naam Scythopolis ook wel Dionysos, naar de god van de wijn uit de Griekse mythologie, die volgens de overlevering in deze stad lag begraven.
De stad is evenals Jericho een van de oudste steden van de wereld. De oudste overblijfselen van de stad dateren uit 5000 v. Chr. Er waren verschillende omstandigheden die er toe bijdroegen dat Bet Shean zo lang een belangrijke stad kon blijven:
Geschreven bronnen uit de tijd van farao Seti I tonen aan dat de stad lange tijd onder Egyptisch bestuur is geweest. Vermoedelijk was koning David de eerste die er in slaagde om de stad in te nemen. Vervolgens maakte koning Salomo er een administratief centrum van.
Opgravingen op en in de ‘tel’ leggen steeds meer voorwerpen bloot uit de tijd van de Kanaänieten en de Israëlieten. De talmoed zegt: ‘De tuin van Eden ligt in het land Israël en Bet Sh'an is de poort’.
Veel van de huidige bezienswaardigheden hebben hun oorsprong in de Romeinse en Byzantijnse tijd. In de 6e eeuw woonden er niet minder dan 35.000 mensen in de stad. Ongeveer 100 jaar later viel Bet Sh'an in handen van de moslims. De alles verwoestende aardbeving in 749 luidde het einde van de stad in.
Veel van de zuilen en pilaren die nu als brokstukken verspreid liggen werden toen door de aardschok van hun sokkel gestoten. De kruisvaarders bouwden er een kleine versterking, maar de stad was niet meer van gewicht. In de Turkse tijd verwaarloosde men de afwatering van het gebied, waardoor rondom de stad moerasgebieden ontstonden en velen de dood vonden door malaria. Toen joodse kolonisten na 1937 de moerassen drooglegden werden er verschillende landbouwnederzettingen gesticht. In die tijd begonnen de eerste opgravingen op de ‘tel’;
De belangrijkste opgravingen begonnen echter pas in 1980 toen men bijvoorbeeld grote delen van het amfitheater blootlegde. De opgravingen zijn nog gaande en er worden steeds meer tempels, badhuizen en mozaïeken onder het bodemmateriaal vandaan gehaald.
De Palladiusstraat of Winkelstraat
De 150 meter lange straat die van het theater naar de hoge Tel loopt noemt men de Palladiusstraat, vernoemd naar de toenmalige gouverneur. Hoge zuilen flankeren de straat die in de Romeinse tijd werd aangelegd maar werd gerenoveerd in de Byzantijnse tijd. Langs deze straat vind je resten van winkels.
Het halfronde Sigma
staat halverwege de Palladiusstraat vindt je aan de linkerkant, het is omringd met kamers waarvan de vloeren van enkelen nog zijn ingelegd met mozaiek. Bekend is het ronde mozaiek met een afbeelding van Tyche, de beschermgodin van de stad. Aan de overzijden van de Pallasiussyraat strekt zich het Byzantijnse Agora uit, een commercieel centrum uit de Byzantijnse periode.
Romeinse tempel en de fontein
Aan het einde van de Palladiusstraat staat rechts op de hoek een Romeinse tempel in klassieke stijl ter ere van de wijngod Dionysus. Het gebouw stortte in tijdens de aardbeving van 749 n. Chr. Van de vier 15 m hoge zuilen die de voorzijde van het tempeldrak droegen liggen er nog twee ter aarde. Links en rechts aan het einde van de Palladiusstraat voert de Noordelijke straat in de richting van de vroegere Noordwestelijke stadspoort. Tegenwoordig kunt je vanaf hier via een trap de tel beklimmen. Aan het einde van de Palladiusstraat rechts af dan vindt je rechts de resten van de fonteinen van Nymphaeum.
Het badhuis
het Westelijke badhuis is het grootste Byzantijnse badhuis dat men in Israël heeft gevonden. In het badhuis staat beschreven hoe het badhuis in hetverleden functioneerde. De gepleisterde wanden waren beschilderd, terwijl de marmeren vloeren op enkele plaatsen waren ingelegd met mozaiek.
De baden werden verwarmd door een ingeniues verwarmingssysteem, de zogenoemde hypocaust.
Het Romeinse theater
is ongetwijfeld het meest indrukwekkende gebouw, dat van de 2e eeuw n. Chr. tot in de Byzantijnse tijd het culturele centrum van de stad was. Nog steeds worden er zeer regelmatig opvoeringen gegeven in het gerestaureerde theater. Oorspronkelijk bestond het theater uit drie boven elkaar liggende ringen met 7000 zitplaatsen. Alleen de onderste ring is bewaard gebleven. Van de tweede ring zijn alleen de fundamenten van basalt te zien. Het huidige theater is het resultaat van een renovatie die in de 2e euw n. Chr. werd uitgevoerd. Het theater is halfrond; dit in tegenstelling tot de amfitheaters die rond of ovaal waren. In het Romeinse theater kon men voorstellingen bijwonen.
De hoge Tel
is zeer de moeite waard om te beklimmen. Het lijkt vanaf het opgravingsgebied een hele klim, maar in werkelijkheid ben je in ongeveer 10 minuten op de top. Vandaar heb je een fraai uitzicht over het gehele opgravingsgebied, de Jordaanvallei en daarachter het grondgebied van het koninkrijk Jordanie. De Tel bevat resten van alle twintig beschavingen die in dit gebied een thuis vonden, vanaf 5000 jaar v. Chr. tot aan de recente Middeleeuwen. Op de top van de Tel vindt u de resten van onder meer een fort uit de tijd van koning David en zijn zoon Salomon. Vijf jaar na de dood van koning Salomon liet de Egyptische koning Shishak het fort in de brand steken.
De Valley straat
Deze werd ooit geflankeerd door winkels en leidt uiteindelijk naar de Noordelijke hoofdpoort, waar overigens slechts weinigen naartoe wandelen. De meeste bezoekers wandelen langs het zogenoemde Centrale Monument, een klein platform, de zeer bezienswaardige Silvanus straat in. De Silvanus straat is herkenbaar aan de vele zuilen die deze straat flankeren. De straat is vernoemd naar de jurist Silvanus op wiens initiatief en met een gift van Caesar Anastasius een groot Byzantijns gebouw werd opgericht.
Publieke toiletten Oosters badhuis
Het rechthoekige stuk voor de pilaren deed in de Romeinse periode (2e tot 4e eeuw n. Chr.) dienst als bad (`pool'). Als je aan het einde van de Sivanus straat rechtsaf slaat, dan loopt je terug in de richting van het theater waar de wandeling begon. Je passeert dan achtereenvolgens het Oostelijk badhuis, de publieke toiletten uit de Romeinese periode en een tempel (Sacred Compound) uit de 1e en 2e eeuw n. Chr.
Amfitheater
In het elliptische Romeinse amfitheater vochten gladiatoren bloedig met elkaar en met wilde beesten. Slechts de eerste drie rijen met zitplaatsen zijn bewaard gebleven, terwijl tijdens de hoogtijdagen van het amfitheater het gebouw 6000 mensen kon bevatten. Het amfitheater ligt, evenals de Kruisvaardersburcht en het Municipal museum niet in het opgravingsgebied zelf, maar in de huidige stad Bet Shean (15.000 inwoners). Dus hier nog een paar overzicht foto's.
De vlag wordt officieel gebruikt sinds de oprichting van de Palestijnse staat in 1988.
De vlag is een variant op de vlag die gevoerd werd tijdens de Arabische opstand tegen het Ottomaanse Rijk, door de Palestijnse regering in de Gazastrook tussen 1948 en 1959.
Op 30 september 2015 werd de Palestijnse vlag voor het eerst gehesen in de rij met vlaggen voor het gebouw van de Verenigde Naties in New York, waar Palestina sinds 2012 als waarnemer zitting heeft.
Jordaanvalei
We rijden door de Jordaanvallei naar Jericho. Op een bepaald punt rijden we de Palestijnse gebieden binnen. We zien ook de Palestijnse vlag. Na de zesdaagse oorlog van 1967 werd dit gebied veroverd op de Jordaanse troepen (dit was Jordanie tot 1967) en tijdens de Oslo akkoorden van 1993 die tot doel hadden een interim periode te vormen tot een uiteindelijk vredesverdrag, werd het gebied ingedeeld in 3 zones.
Jericho
de oudste ommuurde stad ter wereld, ligt ca 36 km ten noordoosten van Jeruzalem en 15 km ten noordwesten van de Dode Zee. De resten van deze stad liggen ten noorden van de huidige nederzetting (7500 inwoners). De Palestijnse boeren telen in deze uitgestrekte oase onder andere citrusvruchten, bananen, mango’s en dadels (zie onder).
Opgravingen in de 21 m hoge ruïneheuvel van Jericho (Tel Jericho, Tel es-Sultan) toonden aan dat men ook in de beginjaren van de stad in de waterrijke oase fruit verbouwde. Met het opgraven van een stadstoren en een deel van de stadsmuur die uit 7000 v. Chr. dateren heeft men de oudste vorm van bewoning gevonden die bekend is. Men vermoedt dat hier rond de 2000 mensen woonden. Daaruit kan men concluderen dat de inwoners niet alleen van jagen en verzamelen leefden, maar al begonnen waren met het verbouwen van de landbouwprodukten.
De stad is al jarenlang een oase van politieke rust op de Westelijke Jordaanoever. Vandaar dat men de regio Jericho uitkoos als proefterrein voor Palestijns zelfbestuur; pas in een later stadium kregen andere gebieden een autonome status.
Het was ook deze stad waar Rahab de mannen van Joshua de stad binnenliet in ruil voor bescherming voor haarzelf en haar familie.
Karantal, Mountain of Temptation
deze ligt dichtbij Jericho, op Palestijns gebied. Dit is de berg waarop Jezus volgens de bijbel 40 dagen en nachten vastte. In de In de middeleeuwen hebben kluizenaars in grotten op de berghelling dit voorbeeld gevolgd.
Het Grieks Orthodox klooster is gebouwd tegen de rotshelling en ligt op enkele minuten van het bergstation. Het is ongeveer een eeuw oud en werd gebouwd op de ruïnes van een kerk uit de twaalfde eeuw.
In dat klooster wonen nog een paar monniken. Hun gastvrijheid voor de enkele, dorstige, vermoeide pelgrim te voet wordt geroemd, maar zij vrezen dat de nieuwe toestroom hen zal overweldigen. Een van hen, Ahillos, begrijpt dat de kabelbaan goed zal zijn voor de Palestijnse economie maar het is niet goed voor het klooster en voor de heilige plaatsen vreest hij.
De monniken vinden dat de toeristen net als Jezus maar lopend naar boven moeten. Echter de familie die de kabelbaan heeft geplaatst, gelooft dat Jezus anno 2000 beslist gebruik zou maken van haar diensten.
Bij het klooster is ook de grot waar volgens de overlevering Jezus zijn beproevingstijd doorbracht. Men kan er zelfs de steen zien die Jezus weigerde in brood te veranderen. Die plek is voor gewone toeristen niet te bezoeken, al schijnt er via een achterdeur van het klooster soms toch wel iets te regelen.
De Berg van de Verzoeking
Van boven op de berg zou de duivel Jezus de hele wereld hebben laten zien; hij bood hem - vergeefs - alle koninkrijken aan in ruil voor een knieval.
De kabelbaan van het Sultan Toerisme Centrum
Een ondernemende familie uit Hebron heeft miljoenen geïnvesteerd, onder meer in een kabelbaan, om toeristen naar de top van deze berg te lokken. Het is de bedoeling dat er aan de voet van de berg een driesterrenhotel komt en hogerop ook nog twee Arabisch-Franse restaurants voor de betere clientèle. De aanleg heeft ca 4 jaar geduurd.
De kabelbaan verbind Tel Jericho met de Berg der Verzoekingen in krap 5 minuten. De kabel is 1330 meter lang van het basisstation tot het bergstation in de bergen. Er zijn 12 cabines elk max 8 personen. Met een laadvermogen van 625 personen per uur, naar verwachting 500 000 per jaar, à 8 dollar per persoon, groepskorting) In cabine nr 2 kan een rolstoel. De constructie werkte aanvankelijk met 4 ezels. "Arme ezels"!!
De tocht
met de cabine over Tel Jericho met zicht op het oude Jericho en de wijde omgeving is heel bijzonder.
De cabines gaan over de oase van Jericho en de banananplantages. Het loont de moeite foto’s te nemen van het panoramische uitzicht over Jericho onderweg.
Eenmaal boven op het uitzichtpunt zijn een aantal restaurantjes en souvenirsstalletjes.
Elisa's Bron
Aan de oostelijke voet van de ruïneheuvel ligt de bron van Elisa. De bron geeft ca. 27.000 liter water per uur. Toen deze bron slecht drinkbaar water gaf wierp de profeet Elisa zout in het water en ‘het water was weer gezond’ . Dat Jericho een groene oase is, komt door de 'Bron van Elisa', vandaag de dag Ain-es-Sultan genoemd. Bij de bron staat nu een elektrisch pompstation.
De boom van Zacheus
Volgens veel inwoners van Jericho is dit de boom waar ooit Zacheüs in klom om Jezus te zien. Het is een wilde vijgenboom (ficus sycomorus), zoals het inderdaad door Lukas wordt beschreven (Lukas 19: 1-10). Nou maar even een fotootje knippen
We reizen verder en gaan van de Dode Zeevlakte die ongeveer 430 onder de zeespiegel ligt, tot 780 boven de zeespiegel, Jerusalem. Daar aangekomen zien we een enorme bedrijvigheid op straat.
Als eerste gaan we morgen naar Bethlehem dus Jeruzalem staat nog even op een laag pitje zien we alleen vanuit de bus