Zoals gezegd moesten we vanuit het hotel weer stukje voor onze bus. Toen we bij de opstapplaats kwamen hoopten we dat Antonio heel veel vertraging zou hebben. Dat snap je wel als je die foto's boven ziet denk ik. Wat was dit geweldig wat een kleurenexplosie hier had ik uren rond kunnen dwalen geloof me. Ja dat schilderij zou ik graag gehad hebben maar we mochten echt de markt niet op van Roel (wel te begrijpen hoor) Antonio mocht er maar heel even staan en moest direct weg.
We hebben ons totaal niet verveelt onderweg er is werkelijk van alles te koop. En we hebben ook nog lekker gegeten halverwege. Het meiske zat op haar gemak in het gras de vaat te wassen. Naarmate we verder komen wordt de lucht steeds donkerder en het duurde dan ook niet lang of het kwam met bakken naar beneden ach ja net nu we bij de markt zijn dat was jammer maar we gaan toch even kijken hoor
Markt van Solola
Wij brachten een bezoek aan lokale markt in Sololá, in de buurt van Panajachel !
Op deze markt zie je bijna geen toeristen en er zijn alleen goederen die nodig zijn voor de lokale bewoners, zoals voedsel, schoenen, gereedschap en traditionele kleding. Je kunt er dus geen souvenirs kopen !
Het is een doolhof van kraampjes en een explosie van geuren en kleuren !
Heerlijk om hier rond te lopen… als het droog is geloof me we liepen te soppen in onze schoenen en dat was jammer want het is een geweldige plek, om een echt inzicht in het leven en de handel v/d lokale Maya gemeenschappen te krijgen..
De kleding is allemaal handgemaakt ! Weven is van groot belang….de meeste vrouwen weven kleren voor hun familie en/of om inkomsten te verkrijgen!
Voor de toiletten moesten we naar de benzinepomp lopen en zie dan het was daar ook gezellig en nat je ziet het was niet echt lekker
De beschermheilige van Solola
Staat op de rotonde het is een groot beeld
Hij beloofd te zorgen voor de vrouwen dat zij met liefde worden omringd
De vrouwen zorgen dan weer voor de mannen
Samen zorgen zij voor de natuur
Als zij voor elkaar zorgen zal zijn hart niet breken
We rijden het laatste stuk naar ons Hotel morgen een nieuwe dag
Het Lago de Atitlán of Atitlanmeer,
in het zuidwestelijke deel (Hooglanden) van Guatemala, is een van de mooiste gebieden van Guatemala. Voor velen is het het mooiste meer van het land. Dat komt met name door de omgeving: het meer wordt omringd door 12 vulkanen, door de lokale bevolking de "12 apostelen" genoemd. Maar dat is niet het enige: het helderblauwe water van het meer straalt een enorme sereniteit uit, waardoor rust en natuur het enige zijn wat je voelt en ziet.
Het ligt in een zogenaamde caldera, een komvormige krater, die 84.000 jaar geleden is ontstaan. Atitlán ligt op ongeveer 1.500 meter hoogte. Alhoewel de precieze diepte niet helemaal duidelijk is, het is namelijk nooit opgemeten, wordt geschat dat het meer ongeveer 340 meter diep is. Hiermee is het het diepste meer van Centraal-Amerika. De oppervlakte is 130 km².
Geweldig zoals het meer de ochtendzon en zijn hellingen weerkaatst.
Ook rijzen de drie majestueuze vulkanen op. Prachtige vormen. De prominentste van de drie vulkanen aan de overkant van het meer is de San Pedro. Iets daarachter steken de Tolimán en de Atitlán vulkanen hun toppen nog iets hoger in de lucht. De Atitlán vulkaan reikt tot een hoogte van 3537 meter. De actiefste in het gebied is natuurlijk de El Fuego.
We gaan vandaag een boottocht maken op het schitterende Lago di Atitlán dat omringd is door vulkanen en kleurrijke Mayadorpjes. Dit keer gaat Eric mee en blijft Rita van Jan bij Rita van Eric lief he. Ze zwaaien ons nog even uit. Daar gaan we. Wij voelen de stilte de rust het lijkt wel Magic we worden 1 met de natuur grandioos wat is dit mooi en zie die vulkanen. Roel vertelt ons veel over de achtergrond van het meer en zijn vulkanen. Na 1,5 uur gaan we aan land. Weer gaat er een nieuwe wereld voor ons open kijk en geniet mee.
Santiago Atitlán
Is gebouwd op een oude lava stroom van de vulkaan in het zuiden van het Lago Atitlán en ligt fraai aan een inham tussen de vulkanen San Pedro (aan de linkerkant) en Toliman (aan de rechterkant).
Wil je meer weten van de lokale Tz'utujil Mayacultuur of heb je het even gehad met de toeristen, dan moet je hier zeker een kijkje nemen. De meerderheid van de inwoners van deze plaats is namelijk van inheemse afkomst.
In de pre-Columbiaanse tijd lag de versterkte hoofdstad van het Tzutuhil-volk, Chuitinamit, aan de overkant van de baai op een heuvel aan de voet van de San Pedro vulkaan. Van deze stad is niets overgebleven. Santiago werd door de franciscanen gesticht en werd toen Santiago Chiyá oftewel ‘Santiago aan het meer’ genoemd. Santiago is de beschermheilige van de Spaanse veroveraars.
Als je met de boot in Santiago Atitlán aankomt dan zie je vaak vrouwen in het water staan om de was te doen. Dit is nog het traditionele Santiago waarnaar je steeds meer moet zoeken.
Santiago Atitlán
staat bekend om haar kwalitatieve handwerk en textiel. In het Cojolya Weefcentrum dat tevens dienst doet als museum, kan je van alles te weten komen over de historie van het weven en de facetten van het weefproces; ook kan je er weeflessen volgen. Maar op straat valt ook het nodige te zien. Let bijvoorbeeld op de opmerkelijke traditionele klederdracht waar veel inwoners nog in lopen. En zie wat er allemaal op het hoofd gedragen wordt. En hoe het al heel vroeg wordt geoefend (dank Jan).
De traditionele textiel van Santiago Atitlán is van hoogstaande kwaliteit. De mannen dragen witte broeken met paarse strepen, die aan de onderkant ook prachtig geborduurd kunnen zijn; daarboven dragen ze vaak westerse hemden. De geruite huipiles van de vrouwen zijn wit met zwarte vierkanten en zij hebben geborduurde bloemmotieven langs de hals. De motieven van de huipil ontwikkelden zich van kleine, gestileerde figuurtjes, meestal dieren of voorwerpen uit het dagelijks leven, tot vogels en later Maya-figuren of hiërogliefen, die alle op de stof geborduurd worden, met de hand of machinaal. Het verschil hiertussen kun je duidelijk op de achterkant van de stof zien. Even aan doen dan is het allemaal iets duidelijker toch?
De markt ligt aan de noordkant van het plein. Op vrijdag is het marktdag, maar er is elke dag een kleine markt. Gaat dat zien werkelijk je komt hoge en oren te kort wat een belevenis en mooi je kon hier dus slice mango/ananas/papaya kopen hoefde je niet tegen je zin in te eten toppie. Wat vind je van het kippenvrouwtje te gek he en uitgerekend op dat moment was de batterij leeg. Jan je was weer mijn reddende engel haha.
Vanwege de gunstige ligging van Santiago is het van oudsher een belangrijk handelscentrum. Producten van het hoogland worden via oude handelsroutes naar de kust vervoerd en vice versa. Zo vervoert men suikerriet, bananen en tropisch fruit. Verder leven de inwoners van het verbouwen van groente en het maken van petates (matten). Tevens vervaardigen ze cayucos (kano’s) van avocadobomen en verkopen deze aan de inwoners van andere dorpen. Ze peddelen rechtopstaand in de cayuco.
We komen bij een plein. Er ligt een maquette in het midden en er omheen staan diverse bankjes. Ook hier een hangplek voor ouderen?
Hier staat ook een inwoonster van Santiago afgebeeld op het 25 centavos muntstuk. Helaas dragen alleen nog de oudere vrouwen deze ‘tocoyal’ die meerdere keren per dag opnieuw omgebonden moet worden.
De tocoyal
De vrouwen dragen een bijzonder hoofddeksel in de vorm van een stralenkrans deze typische hoofddeksels bestaan uit ca 25 meter band die eerst om het haar en gerold wordt en dan om het hoofd. De hoed wordt gemaakt van een lange cinta (sjerp), die om het hoofd en in het haar gewikkeld wordt. Het laatste gedeelte van de hoed is niet geborduurd, maar geweven op een heupweefgetouw.
De witte katholieke koloniale kerk
werd in 1568 door de franciscanen gebouwd en overleefde vele aardbevingen. Het interieur is interessant vanwege het hoge plafond en de heiligenbeelden in inheemse kleding die op de vele altaren langs de muren staan.
Ook vind je er een herdenkingsteken dat herinnert aan het bloedbad van 2 december 1990 toen het leger het vuur opende op een grote groep demonstranten die na wangedrag van vier soldaten bij de kazerne buiten het dorp hun beklag kwamen doen. Er kwamen 13 personen bij om het leven. Na een onderzoek van de procureur van de mensenrechten, de vorige president Don Ramiro de Léon Carpio, werd de krijgsmacht schuldig bevonden aan deze moordpartij en werd het legerkamp opgeheven. De bevolking tekende ‘de belofte van Atitlán’ waarin staat dat niemand toegang tot het dorp krijgt die wapens draagt. Tevens werd het Comité voor Veiligheid en Ontwikkeling opgericht. Het was een van de weinige keren dat het brutale legeroptreden werd bestraft. Deze kerk staat aan de plaza in het centrum van de stad met ertegenover het gemeentehuis.
Nadat het bezoek ritueel afgelopen was gingen wij naar boven. We mochten nog niet naar binnen er was ook een rouwdienst geweest de overledene werd weggedragen
St Jacobus
met Jezus onder zijn hoede, die satijnen kleding heeft gekregen. Boven zijn hoofd het alziend oog van God en boven Jezus een vredesduif met INRI : Iesus Nazarenus Rex Iudaeorum (Jezus van Nazareth) op zijn vleugel.
Om eer te bewijzen en een wens of een verzoek te bekrachtigen, stopt men geld in een bakje (links onder).
Op het plein een mooie muurschildering
De vertaling;
Kerkplein van de Kerk van apostel Santiago
De katholieke gemeenschap en de bewoners van Santiago Atitlan, zijn Monseigneur Eduardo Fuentes van Solola diep dankbaar voor de samenwerking en economische- en morele steun in het laten ontstaan van het centrale Kerkplein
Mede met hulp van het Spaanse Agentschap voor Internationale Samenwerking
autonome Gemeenschap van Madrid Spanje
Institutionele toerisme
Meltiox Santiago Atitlan 2 december 1996
Toen wij bij de kerk aankwamen, was er een dienst aan de gang wij konden toen dus niet naar binnen. Wel konden we even rond kijken op het plein als we zin hadden. Zodoende zag ik ook deze schildering. Net voor afloop van de dienst was ik weer terug bij de club. Nu volgde er een bijzonder ritueel. Vele geloofsgenoten kwamen de trap aflopen en vormden aan de linker en aan de rechter zijde van de trap een rij hierlangs liep weer een nieuwe rij met kaarsen e.d richting het dorp. Deze mensen gaan bij de zieken en hulpbehoeftigen op huisbezoek. Echt heel indrukwekkend om te zien. Ik kon er niets over terugvinden op het net Gelukkig dat we Roel als gids hadden want zou je daar zo rondlopen heb je geen idee wat hier gebeurd. Wij blijven dus rustig zitten tot de rij weg is pas dan gaan we naar boven om in de kerk te kijken. Het glas met de kaars heb ik later gekocht nadat ik deze ook in een andere bijzondere kerk gezien had.
En ook op het plein!
Maximón
Is een bijzondere religieuze figuur die er heel anders uitziet dan de katholieke heiligen, een soort vogelverschrikker in sjofele westerse kledij. Het gaat hier om een houten pop Hij draagt een hoed en een zonnebril en heeft vaak een sigaar in zijn mond, kortom een onsympathiek uitziende figuur.
Omdat hij het kwaad vertegenwoordigt, is hij waarschijnlijk een symbool van de oude, boze Maya-god Mam, maar hij wordt ook geïdentificeerd met Pedro de Alvarado en de christelijke Judas.
In vele steden in het hoogland wordt Maximón tijdens de paasviering bespot, maar in Santiago Atitlán wordt hij juist vereerd. Aangezien de katholieke kerk een uitbeelding van het kwaad niet tolereert, ontstonden er problemen tussen de bisschop van Sololá en de inwoners van Santiago Atitlán in de jaren vijftig van de 20e eeuw. Via tussenkomst van de president van Guatemala mocht de gemeenschap haar Maximón behouden; hij wordt in een aparte ruimte opgesloten en net als een heilige door een van de religieuze broederschappen verzorgd.
Hij wordt heel vaak bezocht door mensen wiens lichamelijke of geestelijke gezondheid niet in orde is. Volgens de sjamaan moeten lichaam en geest optimaal in balans zijn om ziektes te voorkomen. Voor genezing worden diverse plantaardige middelen gebruikt b.v. tabak, paddo's, cannabis, vliegenzwam, echte salie, doornappel enz. Een andere manier is o.a. muziek, dans, zang, vasten, gedichten enz.
Maximón is waarschijnlijk meegenomen door de Maya Tzutuhil uit Mexico en is mogelijk de reïncarnatie van de Mayagod: Mam. De pop was van hout gemaakt, gekleed in traditionele kleding. Er werd
voedsel aan hem geofferd.
Onder invloed van het katholicisme veranderde de naam in St. Simon. De meeste volgelingen noemen hem echter Maximón (Maa shi Mohn) Dit is een combinatie van Simon en Max (het Mayawoord voor
tabak) Een Maximon is dan ook niet compleet zonder opening voor rookwaar.
Wij bezochten de Maximón in het huis van een lid van De Broederschap van het Heilig Kruis van Santiago Atitlán. Schuin achter hem ligt nog een andere heilige opgebaard. Deze is ook van hout gemaakt. Verder liggen er in vitrines nog kleine poppen, die weer wat lagere heiligen voorstellen
In de schaars verlichte, rokerige ruimte staat het beeld versierd met zijden sjaals en brujos voeren rituelen uit. Fotograferen kost Q5 per foto. Gedurende de paasdagen wordt hij in bonte processies meegedragen.
Buiten hangen alle gewaden en worden bewierookt om de boze geesten te verdrijven.
We maken een wandeling door diverse wijken van het dorp waar weinig toeristen komen. De kleine huizen zijn hier gebouwd van vulkanisch gesteente en worden van elkaar gescheiden door lage muren van opgestapelde stenen of een ‘schutting’ van cactussen. De Atitecos (inwoners van Santiago Atitlán) zijn niet verlegen en zijn ook nieuwsgierig naar jou.
Als je naar het centrum loopt, krijgen de straten keien en zie je meer mensen. De huizen zijn hier van bamboe en adobe met rieten daken. Ze hebben vaak een klein stenen badhuisje op het erf, dat alleen gebruikt wordt door de heer des huizes. Na een bevalling mag ook een vrouw een stoombad nemen. Santiago tot op heden een van de meest traditionele dorpen aan het meer van Atitlán en daarom absoluut een bezoek waard!
Panajachel ; plaats van de witte zapote (een vruchtboom).
is het meest toeristisch en drukst bezocht van de vijftien dorpjes aan de oevers van het Lago Atitlán. Er zijn hotel, bars en zelfs een paar kleine discotheken. Het is er druk, zonder echt hectisch te worden. En er zijn veel kinderen, heel veel kinderen.
Het is eveneens een gemeente in de hooglanden van Guatemala, in het departement Sololá aan het meer op een hoogte van 1597 m in een rivierdelta en men spreekt er Spaans en Cakchiquel.
Bij Panajachel stroomt een rivier in het meer en deze heeft hierbij door sedimentatie een klassieke driehoekige delta gevormd, die door de inheemse bevolking Tzanjuyú (bergneus) genoemd wordt. Vanwege deze ligging is het omringende gebied goed zichtbaar. Op deze plaats, waar nu Hotel Tzanjuyú staat, werden de Tzutuhils door de Spanjaarden en hun bondgenoten, de Cakchiquels, definitief verslagen.
In 2005 heeft de orkaan Stan grote schade aangericht in het dorp en vele bruggen weggeslagen. Vanwege de vele buitenlandse toeristen die er komen, en de buitenlanders (gringos) die er wonen, wordt Panajachel wel ‘Gringo-tenango’ genoemd. Dit toeristenplaatsje heeft 3400 inwoners van wie 70% inheems is.
De meeste mensen verdienen hun kost in de toeristen-industrie. In de hoofdstraat, de Calle Santander, zijn tientallen winkels met allerlei goederen voor toeristen.
Het toeristische aspect gaat echter duidelijk overheersen. Langs het meer staan vele vakantiehuizen. Er zijn diverse hotels en restaurants die enorm variëren in prijs en kwaliteit. De inheemse bevolking woont in achterafstraatjes in adobe huizen en verbouwt groente op geïrrigeerde stukjes grond.
Panajachel is een vrij overzichtelijk plaatsje, hoewel het een verspreide ligging heeft. Het centrum wordt door vier, vrij brede straten met de oever van het meer verbonden; de straatnamen zijn overigens nergens te vinden.
Ondanks de duidelijke invloed van het toerisme is de landbouw nog steeds het belangrijkste middel van bestaan. Steeds meer inwoners starten kleine textiel- of transportbedrijfjes want iedereen probeert een graantje mee te pikken van het toenemende toerisme de concurrentie is dan ook moordend. Kijk ook aan recycling wordt gewerkt dat is positief!! En niet alleen de bakken ook de kleding wordt hergebruikt als stoelbekleding zoals je ziet.
Veel vrouwen dragen nog de traditionele rode huipil met een blauwe rok en een paar oudere mannen dragen nog de ‘ponchito’, een korte dekenrok over een witte broek. Die laatste ben ik niet tegengekomen hoor sorry.
En zie het graantje meepikken begint al bij de kinders. Ach zegt Roel als jullie nu allebei een schoen doen zijn we alledrie tevree. Zie die jongen zitten heerlijk op zijn gemak is hij bezig met een muurschildering top.
En dit was dan Guatemala een bijzonder mooi land zeker de moeite om terug te gaan en heerlijk een paar weken rondzwerven. We gaan weer terug naar Mexico en rijden door de schitterende natuur met grandioze vergezichten ons doel voor vandaag is