Mural de la Prehistoria.

In de Viñales vallei bevindt zich een reusachtige muurschildering. Dit kleurrijke kunstwerk kijkt uit over een grote wijde en is omringd door de Mogotes (rechtopstaande steenpartijen bedekt met groen).

Dos Hermanas bestaan feitelijk uit twee steile mogotes. Deze bijzondere kalksteenrotsen zijn de meest gefotografeerde van de gehele vallei. Hier vind je ook de Mural de la Prehistorie, deze immense, 180 meter lange muurschildering werd in opdracht van Fidel Castro gemaakt in 1961. Het stelt de evolutie van de socialistische mens voor. Waarbij de lijnen van de heuvels zijn gebruikt. 

De tekening werd in 1961 in opdracht van Fidel Castro geschilderd op een van de vele mogotes die je in de Viñales Vallei vindt. Het zou een voorstelling moeten zijn van de evolutie op Cuba, al horen de dinosaurussen er dan niet bij. Die vond Fidel Castro gewoon mooi.

De Cubaanse Sigaar

Tussen eind oktober en februari, is er vanalles over de beroemde tabak van Viñales leren. Diverse fabrikanten laten toeristen toe, die natuurlijk ook iets mogen kopen. De geur in de karakteristieke tabakschuren, waar de bladeren hangen is heerlijk. Daarbij krijg je uitleg over het rollen, snijden en natuurlijk hoe je een echte sigaar moet roken. 

Voor het bindblad en het dekblad worden tabaksplanten op overdekte stukken grond geteeld. De bladeren krijgen zo minder zon en willen harder groeien op zoek naar de zon. De bladeren worden hierdoor dunner en maakt ze geschikt voor de kwalitatief hoogwaardige bind- en dekbladen. De tabaksbladeren gaan vervolgens naar de sigarenfabrieken, voornamelijk in Pinar del Rio of Havana. Op deze plantage wordt een gedeelte van de bladeren gebruikt voor eigen productie en verkoop.

Het fabricageproces

Voor het verkrijgen van tabak wordt een tabaksplantje eerst 45 dagen in een klein potje geteeld. Vervolgens wordt het plantje in de aarde gezet, waar het in drie maanden uitgroeit tot een volwassen tabaksplant. Handmatig worden de bladeren afgesneden. Ongeveer vier maanden na het zaaien van de tabaksplant worden de grootste tabaksbladeren geplukt. In een schuur nabij de plantages worden de geplukte en samengebonden bladeren aan rekken opgehangen om er vervolgens 8 weken te drogen. De rieten hutten die overal in de vallei zijn te zien, zijn de droogschuren en worden 'vegas' genoemd. Dit drogen geeft het tabaksblad zijn specifieke smaak en geur.

Daarna worden de bladeren nog eens in een dichte, donkere ruimte opgehangen of in fusten van eikenhout opgeslagen voor het fermentatieproces. Na dit proces worden de bladeren op kleur, dikte, kwaliteit en elasticiteit geselecteerd en naar de sigarenfabriek vervoerd. Om een specifieke smaak te creëren worden verschillende tabaksoorten gemengd. Zo ontstaat een specifieke melange voor elk merk. Dit is de belangrijke taak van de vermenger. Hij zorgt ervoor dat de tabaksbladen zo worden samengevoegd dat de karakteristieken van een bepaald standaardformaat sigaar, oftewel vitola, jaar in jaar uit hetzelfde blijven.

De arbeiders (torcedoras) rollen vervolgens de geselecteerde soorten tabaksbladeren tot sigaren.

De sigaar bestaat uit versneden tabak, het zogenaamde binnengoed, waaromheen het omblad wordt gerold, een voorbewerkt tabaksblad. Hieromheen wordt dan het dekblad gewikkeld, waarna de sigaar compleet is.

Voor de Cubaanse sigaar dient het Volado-blad om de sigaar goed te doen branden, zorgt het Seco-blad voor het aroma en het Ligero-blad voor de stevigheid. Op een dag rolt een geoefende arbeider al gauw meer dan 100 sigaren. Tot slot wordt het sigarenbandje aangebracht en de sigaren in een doos verpakt.  Daarna begint het proces van drogen, eerst buiten en daarna drie maanden binnen. De bladeren worden over smalle balken gelegd.

Kenmerk

De Cubaanse sigaren zijn meestal wat zwaarder, maar ook voller van smaak. Tijdens het roken van deze sigaren komen verschillende smaaknuances naar voren zoals aarde, peper, koffie, noten en chocolade. 

Vele beroemdheden zijn op de foto vastgelegd met een dikke Cubaanse sigaar in de mond. Behalve Che Guevara, Fidel Castro waren ook Winston Churchill en John F. Kennedy vervende rokers van Cubaanse sigaren. 

Het selecteren van een sigaar

De selectie van een sigaar vindt plaats op basis van de drie zintuigen het oog, de tast en de reuk. De wrapper moet het oog aanspreken. De kleur van de sigaar is afhankelijk van hoe de plant is gekweekt, welk deel van de plant wordt gebruikt en het fermentatieperiode. Planten die veel in de schaduw hebben gestaan zijn lichter van kleur dan planten die vooral in de zon hebben gestaan. Ook de hoogte van de plant bepaalt de kleur. De onderste en middelste bladeren van de tabaksplant zijn lichter van kleur. De bovenste bladeren zijn veelal donkerder. Ternslotte zorgt een langere fermentatie periode ervoor dat de bladeren donkerder worden. Qua tast moet de sigaar zacht maar stevig en veerkrachtig aanvoelen. 

Sigarenfabriek Fábrica de Tabacos Francisco Donatién

De Cubanen die hier werken rollen de hele dag door één van de beste sigarenmerken ter wereld. Ze zitten achter houten bureautjes en rollen de ene na de andere sigaar. Zo’n 120 per dag, 4 a 5 per kwartier. Tijdens het werk is er altijd 1 Cubaan die het nieuws of korte verhalen voorleest zodat de rollers gestimuleerd blijven tijdens het eentonige werk. Veel verdient het ook niet. Ze verdienen zo’n 11 CUC per maand. Omgerekend € 8 a 9 per maand. De doosjesinpakkers verdienen iets meer. Je ziet alles van dichtbij. Je loopt zelfs pal langs de sigarenrollers, wat eigenlijk ook een beetje ongemakkelijk voelde. Zij zijn aan het werk en jij komt ‘aapjes kijken’. De rollers zijn bezoekers gewend en de kans om een dergelijke fabriek te zien moet je niet aan je voorbij laten gaan.  Je volgt het hele productieproces vanaf de geselecteerde en gedroogde tabaksbladeren tot aan de doos sigaren.

Hier mag dus onder geen beding worden gefotografeerd o.i.d. De foto van het pand, heb ik van internet geplukt want ook wij moesten de camera's en tassen in de bus laten liggen. (Voorheen was dit een gevangenis.)