Sancti Spiritus Terugblik Cuba Ook leuk
De stad Santiago de Cuba (Santiago)
Bakermat van de revolutie. Hier begonnen Che en Fidel hun vrijheidsstrijd, die uiteindelijk leidde tot de....
De stad waar de familie Bacardi ooit begon met de wereldberoemde Rum.
Gelegen aan de Zuidkust en hoofdstad van de gelijknamige provincie
Hoofdstad van Cuba.
De haven was één van de belangrijkste aankomstplaatsen van de vele emigranten uit Europa.
De stad kreeg wegens de rol die het speelde tijdens de revolutie van 1959 en 25 jaar later 1984, deze eretitel;
‘Ciudad Héroe de la República Cuba’, ‘Heldenstad van de republiek Cuba’
Santiago
Werd als vijfde Spaanse nederzetting op Cuba, gesticht op 28 juni 1514. Het werd de tweede (1ste was Baracoa) hoofdstad van Cuba. In 1553 werd deze rol door Havana overgenomen. Santiago had toen al een tijd van economisch welzijn achter de rug als havenstad waar suiker geëxporteerd en slaven geïmporteerd werden. Maar toen de Spaanse overheid de stad de rug toekeerde, was het in feite gedaan. Het inwoners aantal zakte tot een kleine 150, vooral doordat piraten er vrij spel hadden. Santiago bezat een grote haven en was gemakkelijk per schip te bereiken. Hoewel Franse en Nederlandse piraten er behoorlijk huis hielden, waren het toch vooral de Engelsen die Santiago als een bestendige bron van inkomsten zagen. Het escaleerde in 1662 toen Britse zeeschuimers onder Henry Morgan, het fort en Castillo del Morro (dat ie stad bescherming bood), vernielden. Niet alleen door zeerovers, maar ook is de stad getroffen door een zware aardbeving in 1776 en in 1852, nadat het in 1580 al een keer met de grond gelijk gemaakt was. Nog steeds moet Santiago rekening houden met aardbevingen, gemiddeld zo'n driemaal per eeuw.
De internationale luchthaven van Holguín is naar Frank País genoemd. (Algemeen, wordt aangenomen dat hij het brein was achter de voorbereidingen die uiteindelijk tot de revolutie zouden leiden) Ook een gemeente elders in de provincie is naar hem vernoemd.
Het Parque Céspedes
Zoals zoveel centrale pleinen waar de legers hun kwartieren hadden, vroeger Plaza de Armas heten, vormt ook dit plein het hart van de oude stad. Veel in Santiago herinnert aan het rumoerige verleden. Het is een gezellig plein met veel groen. Rond dit park zijn belangrijke historische gebouwen, zoals;
De Catedral de Nuestra Señora de la Asunción
Het Parque Céspedes is een gezellig plein met veel groen, gedomineerd door de Catedral, ook wel (ten onrechte) Basilica Metropolitana genoemd, waarschijnlijk Cuba’s meest herbouwde kerk. De eerste kerk werd in 1516 gebouwd, ter ere van Michaela Ramirez de Salamanca.
Branden, plunderingen en aardbevingen zorgden ervoor dat de kerk vele malen herbouwd en gerestaureerd moest worden. De architect Segrera heeft de kerk in 1922 wel erg ingrijpend gewijzigd. Hij voegde de klokkentorens toe, de marmeren meer dan manshoge engel en beelden van Columbus en Bartolomé de Las Casas. Het geplande bezoek van de paus aan Cuba in 1997, bracht opnieuw alle restaurateurs in opperste staat van activiteit. Zoals de kerk er staat is het een juweeltje van bouwkunst. Het is opvallend dat de kerk op een verhoging staat. De ingang is opzij. De eerste gouverneur, Diego Velázquez, zou onder de vloer van de cathedral begraven liggen maar er is nog nooit naar een vorm van bewijs gezocht. Het interieur is zorgvuldig gerestaureerd, het plafond is voorzien van fresco's in het koor en het altaar gesneden banken gewijd aan vereerde Virgen de la Caridad. De cathedral is erg lang in restauratie geweest. Mooi zicht op het totaalbeeld, heb je vanaf het dakterras van hotel Casa Grande.
Casa de Diego Velazquez
De woning van de eerste gouverneur van Cuba, is tevens het oudste woonhuis van Latijns-Amerika. Het dateert eveneens uit 1516 en heet tegenwoordig Museo de Ambiente Colonial. Je vindt er een grote verzameling meubelen uit de koloniale tijd. Aan de buiten-zijde bevindt zich boven, zeer ongewoon, een balkon met een balustrade in Moorse stijl. De benedenverdieping was in gebruik als handelshuis, er werd ook goud en zilver omgesmolten tot baren van gelijke afmetingen, zodat kerk en staat ieder hun ‘rechtmatig’ deel konden krijgen.
Ayuntamiento (Gemeentehuis)
Staat tegenover de kerk aan de Noordzijde van het plein, dit is het gebouw van het stadsbestuur, de Podir Popular. Het gebouw ziet er oud uit en is goed gerestaureerd, het is in werkelijkheid een reconstructie van een reconstructie, gebouwd in 1953, na tweemaal eerder door een aardbeving te zijn verwoest, voor het laatst in 1942. De eerste burgemeester van de stad was Hernán Cortes conquistador. De eerste democratisch gekozen burgemeester was Emilio Bacardi en ook degene die voor de eerste keer de Cubaanse vlag maakte. Op 1 januari 1959 hield Fidel Castro vanaf een van de bordessen zijn eerste toespraak als leider van het Cubaanse volk. Hij was er opnieuw tijdens de herdenking van het 35-jarig bestaan van het huidige Cuba in 1994.
Calle Heredia
Links van de Catedral bevindt zich de Calle Heredia, genoemd naar de dichter José Maria Heredia (1803-1839), wiens geboortehuis, Casa Heredia, zich in deze straat bevindt. Hij kreeg vooral bekendheid door zijn gedicht ‘Ode aan de Niagara’ waarin hij met veel fantasie de oevers van de Niagara watervallen voorziet van palmbomen. De tekst ervan vindt je op de buitenmuur van het huis. Elke scholier kan het eveneens voor je opzeggen. De straat hebben we wel gezien en op de foto (per ongeluk) maar wij zijn een andere kant opgelopen dus het huis niet gefotografeerd. Je kunt ook niet alles hebben toch?
Sierra Maestra
Het einde van de 18e eeuw was voor Santiago het echte begin van een nieuw tijdperk. Doordat op Haïti in 1791 een slavenopstand uitbrak moesten veel Fransen vluchten. In de periode die volgde verlieten meer dan 25.000 koffieplanters het land om zich in de valleien van de Sierra Maestra te vestigen, een uitgelezen gebied voor de teelt van koffie. Uiteraard werd Santiago als exporthaven gebruikt en de stad maakte een geweldige groei door. Ook de omgeving profiteerde van de kennis en kunde die de Fransen meebrachten, waardoor de wijde omgeving tot grote bloei kwam. Bovendien begon de vermenging van Franse, Spaanse en Afrikaanse culturen en gewoonten. Het leidde tot de santiaguero een nieuwe cultuur, met andere muzieksoorten, feesten, dansvormen en religies. Rassen vermengden zich en de inwoners van Santiago huidige stijl deden hun intrede.
Basiliek de Nuestra Senora el Cobre
De stad El Cobre ligt op ongeveer twintig kilometer van Santiago de Cuba. Het ontleent zijn naam aan de kopermijnen die hier sinds de 16e eeuw geëxploiteerd worden. Het is een belangrijke bedevaartplaats. Jaarlijks bezoeken duizenden gelovigen het Sanctuario Nacional a Nuestra Senora de la Caridad del Cobre. In deze basiliek wordt het authentieke beeld van de Zwarte Maagd bewaard. La Virgen is dan ook, sinds 1916, de patrones van Cuba. Katholieke Cubanen vieren jaarlijks op 8 september de dag van Nuestra Senora. Je zou het ook wel het Lourdes van Cuba kunnen noemen.
Een bezoek aan Santiago de Cuba is natuurlijk niet volledig zonder hier een kijkje te nemen. Immers, in dit kleine mijndorpje bevindt zich de thuisbasis van de Maagd van El Cobre, de patroonheilige van Cuba.
Hieronder wat foto's van de Baseliek van buiten gezien
Bedevaart op 8 september
Zowel katholieke gelovigen als aanhangers van het Cubaanse santeria-geloof zien het kleine beeldje als de belangrijkste heilige van het land en beschermer van allen. Op de feestdag van de Maagd, komen honderden bedevaarders naar El Cobre afgezakt om er de maagd of Ochun te vereren tijdens onder meer een processie rond het dorp. Maar ook op doordeweekse dagen druppelen mensen gestaag binnen met één of andere offerande: bloemen, kaarsen of een persoonlijk offer. wordt het gebed verhoord, komt de gelovige terug met een offer als wederdienst. Je ziet hier dan ook offerandes gaande van flessen rum, baseballbats of ballen, Brieven, diploma’s, krukken, militaire onderscheidingstekens, poppen, rolstoelen en tekeningen tot afgeknipte vlechten en persoonlijke familiefoto's. Een paar zaken die u niet meer kunt zien, ze worden in een kluis bewaard, zijn de medaille die bij Hemingway’s Nobelprijs behoorde en een amulet dat Castro’s moeder aan de Maagd schonk om bescherming voor haar zoon te vragen. Hier wat foto's binnen.
De kerk is een tijdlang geheel gesloten geweest, de sluiting vloeide voort uit de verstoring van een mis door toeristen. Tegenwoordig wordt tijdens de mis op zondag een gedeelte afgesloten. Voorafgaande aan dat incident waren ook al eens toeristen door plaatselijke ‘handelaren’ gemolesteerd. Die handelaren zijn er nog steeds, maar minder agressief dan voorheen. Ze willen houtsnijwerk, kopererts, bloemen of kaarsen aan je kwijt. Jongens stoppen stukjes kopererts of steentjes in je zak, tas of waar ze het maar kwijt kunnen ‘als een presentje’, maar willen daarna wél (waarschijnlijk ook als presentje), geld van je hebben.
Er zijn twee methoden om dit handelsverkeer in te dammen: het erts in je zak laten zitten en gewoon doorgaan, of wachten tot er een handvol beschikbaar is en het aan een van de jongens geven als ‘presentje’. Je zult zelden geconfronteerd zijn met zoveel handelsgeest rond een kerk! Niet op reageren. Overigens is dit in Cuba waarschijnlijk de enige plaats waar je kaarsen kunt kopen.
Helaas de hemel was opengebroken dus wij konden geen kaarsen kopen. Maar zagen wel de stalletjes eenzaam en bijna verlaten.
De kopermijnen
In deze omgeving, werden zij al in 1547 ontdekt, maar er was weinig gelegenheid om ze te exploiteren. In het begin van de 18e eeuw werden er nieuwe en belangrijker koper aderen ontdekt, hetgeen het begin van de meer serieuze mijnbouw inluidde. Aan arbeidskrachten was geen gebrek, Santiago was de eerste Cubaanse haven waar gekaapten uit Afrika aan land werden gebracht en velen werden in de omgeving van de stad tewerkgesteld, veelal onder erbarmelijke omstandigheden.
Geboortehuis Bacardi
De wieg van Bacardi, stond in Santiago de Cuba. De invloedrijke Bacardi-Familie had vele bezittingen in de stad. Een van hun familiehuizen is hier ook te bezichtigen.
Het officiële huis van Havana Club heeft een restauratie ondergaan welke werd uitgevoerd door specialisten van de directie van het platform erfgoed van het Bureau van de historicus.
In 1990 was er sprake van sloop het gebouw is overgedragen aan het ministerie van cultuur en het werd vervolgens bekend als het huis van de jonge Schepper, geheel gewijd aan culturele doeleinden.
Het is een lokatie geworden waar de jongeren verblijven en hun school/beroepskeuze kunnen maken vandaar er ook een vliegtuig in de voortuin staat
De originele Rumfabriek staat nog in Santiago de Cuba en is gebouwd in 1838. Na de revolutie is het Bacardi bedrijf naar Puerto Rico verhuisd, alsmede het patent. Nu heet het de rum Ron Caney. Havana Club wordt hier ook gemaakt.
De bronzen titaan
Ook Santiago kent z’n grote namen. Een van hen is Antonio Maceo '' geboren op 14 juni 1845. Generaal (en tevens de eerste hoge officier) van Spaans-Afrikaanse afkomst, legeraanvoerder in beide onafhankelijkheidsoorlogen. Tijdens schermutselingen in december 1896 bij Punta Brava in de omgeving van Havana werd hij gedood. In San Pedro (een dorp dat deel uitmaakt van Punta Brava), werd een monument voor hem opgericht. Het meest monumentale gedenkteken in Santiago is aan hem gewijd, en het vliegveld is naar hem genoemd, hij ging de geschiedenis in als ‘de bronzen titaan’, vanwege zijn huidkleur, die nog wel eens wantrouwen wekte bij de overwegend blanke bestuurders.
Plaza de la Revolución Antonio Maceo
Hier vind je het bovengenoemde beeld in al zijn glorie. Het is gelegen aan de ingang van de stad Santiago de Cuba.
Het is een 16 meter hoog bronzen standbeeld van Antonio Maceo Graales te paard. Het is het hoogste standbeeld in het hele land. De beeldhouwer, is de uit Santiago afkomstige Alberto Lescay.
Het wordt aangevuld met 23 rechtop staande machetes (van kunststof), ontworpen door kunstenaar Guarionex Ferrer.
Zij staan symbool voor 23 februari 1895, de dag waarop de tweede onafhankelijkheidsoorlog uitbrak, een oorlog waarin Maceo een grote rol speelde. Sommige versies over de betekenis van de machetes noemen 23 maart 1878, de dag waarop Maceo de Spaanse generaal Martínez de Campos te verstaan gaf dat de eerste onafhankelijkheidsoorlog, wat hem betreft, niet afgelopen was, zolang in de vredesvoorwaarden de vrijlating van de slaven niet werd geregeld. Het plein heeft een oppervlakte van meer dan 53000 vierkante meter. De Plaza de la Revolución markeert het begin van de moderne woonwijken. Hier vertoont de architectuur nog duidelijk sovjetinvloeden. Op het plein vind je;
De officiële opening was opening op 14 oktober 1991, in aanwezigheid van de Cubaanse leider Fidel Castro Ruz
Museum Emilio Bacardi of het Moncada kwartier
Een bezoek aan Santiago is niet compleet zonder het gebouw van de 26e juli bezocht te hebben gezien. Het heeft een belangrijke rol in de Cubaanse geschiedenis. In de voorgevel bevinden zich nog steeds de inslagen van kogels. Deze zijn niet origineel, maar gereconstrueerd uit foto’s omdat de oorspronkelijke gaten al waren dicht gepleisterd. In het museum, dat ongeveer éénderde van de vroegere kazerne in beslag neemt, vindt u een overzicht van alles wat zich voor, op en na de 26ste juli 1953 in de omgeving van de kazerne afspeelde. Niet alle onderwerpen zijn even kies behandeld, er zijn bebloede kledingstukken te zien van omgekomenen, beelden van gedode militairen en revolutionairen, er wordt een inzicht gegeven van de strijd in de Sierra Maestre tijdens de tweede periode van opstand en er zijn beelden van Cuba’s enige astronaut te vinden. Hoewel niet een van de fraaiste of meest indrukwekkende musea, als u iets over de totstandkoming van het huidige Cuba wilt weten is een bezoek aan de vroegere Moncada-kazerne, of zo u wilt het Museo Moncada, verplicht. Wel Agusto had zoiets ik kan het jullie ook vertellen en dan kun je ook genieten van de omgeving want het is een bijzonder stukje in Santiago de Cuba dat wel
Dus nee wij zijn niet in het museum geweest. Het overige gedeelte is in gebruik als school en ja daar hebben we wel even gekeken.
Moncada Barracks.
De belangrijkste gebeurtenis voor alle Cubanen gebeurde in Santiago de Cuba. Op 26 juli 1953 doet Abel Santamaría onder commando van Castro een aanval op Moncada Barracks. Deze daad, tegen het leger van Batista, wordt als startpunt van de Cubaanse Revolutie gezien. Deze dag wordt jaarlijks gevierd.
De barracks zijn vernoemd naar Guillermón Moncada, die hier in 1874 gevangen zat, maar later tegen de Spanjaarden vocht. Hier begon op 26 juli 1953 de revolutie. Deze worden nog steeds bewoont worden door Cubanen uit de genoemde periode.
Castillo del Morro of het Kasteel van San Pedro de la Roca,
Dit is een imposant fort, dat door de Spanjaarden werd gebouwd in de 2de helft van de 17de eeuw. De architect Giovan Battista Antonelli, kreeg opdracht van de toenmalige gouverneur van de stad om een verdedigingswerk te ontwerpen tegen piraten tijdens deze periode. Deze gerestaureerde vesting ligt aan het begin van de Bahia de Santiago de Cuba, gebouwd op meerdere terrassen en omvat 3 bolwerken en een citadel. Voorraden werden over zee aangevoerd en opgeslagen in een pakhuis, dat deel uit maakte van het fort. Na de aanval in 1662 door Christopher Mings, besloot de Spaanse regering om het fort te herstellen en hier extra mankracht voor in te zetten. De bouw werd in 1678 en 1680 vertraagd door aanvallen van Franse zeelieden.
In 1675, 1692, 1757 en in 1766 werd het in fort getroffen door aardbevingen. Na de laatste aardbeving, werd de bouw van het fort gecompleteerd.
Eind 18e eeuw nam het gevaar van piraterij af, waardoor er werd besloten om een deel van het fort te gebruiken als gevangenis voor politieke gevangenen. Bij de Amerikaanse aanval op Santiago de Cuba gedurende de Spaans-Amerikaanse oorlog in 1898, werd het gehele fort weer gebruikt als verdedigingswerk. We lopen langs de vuurtoren naar het Fort. In het kasteel istegenwoordig een museum, het Museo de la Piraterij. Er wordt een overzicht gegeven van de piraterij door de eeuwen heen. Je kunt er onder andere leren hoe het Nederlandse woord ‘vrijbuiter’ werd opgenomen in de Spaanse taal als ‘filibusters’, een naam voor Amerikanen die in de negentiende eeuw in Zuid-Amerika, met Amerikaanse steun, nieuwe staten probeerden te stichten.
Boven op het fort, dat zestig meter boven de Caribische zeespiegel staat, kun je genieten van een schitterend uitzicht over de baai.
In 1997 is het Kasteel door Unesco is toegevoegd aan het Werelderfgoedlijst.
Cementerio Santa Ifigenia
Ook de begraafplaats van Santiago (gebouwd in 1868 en oorspronkelijk de vorm van een Latijns kruis) is een bezoek waard. Het is een dorp op zich. Een aantal graftomben maakt naar aard en omvang, om van de kosten niet te spreken, een koninklijke indruk. Verdeeld in binnenhoven, waarvan de mooiste gereserveerd waren voor de sociale bovenlaag. Het roept twee eeuwen Cubaanse geschiedenis op. De neoclassicistische graven bij de ingang zijn de oudste graven van deze begraafplaats. Daarna volgen de eclectische en dan de modernistische graven. Na de Cementerio Colon in Havana is dit de belangrijkste begraafplaats op Cuba.
Een (begraaf)plaats die alleen al om zijn architectonische schoonheid niet overgeslagen mag worden.
Enkele belangrijke personen die hier hun laatste rustplaats hebben;
Weetje;
José Martí (1853 - 1895)
Het graf van José Marti dichter en schrijver. Decennia na zijn dood werden regels van Marti's Versos Stencillos (1891) ingevoegd in het bekendste Cubaanse nummer Guajira guantanamera
Zijn laatste rustplaats is een toren gelijkend hexagonaal bouwwerk. Mortis's laatste wens was; na zijn dood daar geplaatst te worden waar hij altijd onder Cuba's zon kon rusten Het bouwwerk heeft bovenin een 6 kantige raam, waardoor de zonnestralen altijd op de zijn laatste rustplaats schijnt die bedekt is met de Cubaanse vlag. Zijn beeltenis in marmer, kijkt neer op de kist.
Dit mausoleum wordt bewaakt en bij droog weer, is hier elk haf uur een wisseling van de wacht. (wij hadden dus dikke pech want het kwam met bakken uit de hemel) Bij deze wisseling wordt de Cubaanse vlag gestreken tijdens een militaire ceremonie met nostalgische muziek. De wapenschilden van alle Latijns-Amerikaanse landen zijn op de wanden rondom aangebracht.
Compay Segundo
Het even zoeken naar een zijpad dat naar het graf leidt. Op zijn Geboortedag 18 november, komt de familie naar zijn graf om dit te vieren. Máximo Francisco Repilado Muñoz is overigens de officiële naam van Compay Segundo, maar op de grafsteen staat alleen Compay Segundo, want met die naam werd hij wereldberoemd door het succes van de Buena Vista Social Club.
Hij was de tweede stem, vandaar de bijnaam 'Segundo'. Compay stierf in 2003 op 95-jarige leeftijd. 95 bronzen bloemen sieren zijn grafsteen. Het zijn de bloemen van het leven. Dat wordt gevierd door de familie. Zij houden Compay in leven.
Datzelfde geldt voor de ontelbare muziekbandjes die elke maaltijd in de hotels en restaurants opvrolijken met 'Chan chan' van Compay Segundo.
Emilio Bacardí Moreau
Emilio Bacardi, De eerste burgemeester na onafhankelijkheid en stamvader van het Bacardi-imperium.Misschien is dit nog wel een van de meest opvallende graftombes geheel in zwart marmer uitgevoerd.
Parque Histórico de San Juan y Árbol de la Paz
Op de heuvel van San Juan werden eens loopgraven gegraven door troepen van Spanje en werden de kanonnen en mortieren gebruikt door zowel de Spaanse als Amerikaanse en Cubaanse troepen. Honderden officieren en soldaten verloren hier het leven in deze strijd. William Shafter de opperbevelhebber van het U.S. leger, landde met 16000 soldaten en officieren op 20 juni in het oostelijke deel van Siboney, met als doel de kleine steden rond Santiago de Cuba in te nemen.
Tegenwoordig is het een historisch (militair) park met goed onderhouden tuinen, evenals een klein fort en een kleine obelisk. Dit is gebouwd in 1928 en van hieruit heb je uitzicht op de vallei en de San Juan rivier. Het park heeft diverse monumenten gewijd aan de Amerikaanse soldaat - in vol ornaat en wapens- de overwinnaar Mambi, de ongetemde onbekende soldaat en er is ook een monument gewijd aan de waarde en de eer van de Spaanse soldaat. Je vindt hier dus herinneringen aan de oorlog van meer dan een eeuw geleden. Het monument is een eerbetoon aan de Spaanse mariniers in de strijd.
Boom van vrede.
De eeuwenoude Ceiba, bekend als de boom van vrede. Onder deze boom is de capitulatie van Santiago getekend, na de grote veldslag in het kader van de Guerra Hispano - Cubaans - Amerikaanse oorlog in juli 1898. Zij staat in het Park en wordt beschut door de andere bomen
De Dolores Plaza of Park Aguilera,
is een van de mooiste plekken van het historische centrum van Santiago. Gelegen tegenover de oude kerk onze lieve-vrouw van Smarten, nu omgebouwd tot een uitstekend Concert Hal, de Plaza Dolores het oorspronkelijke ontwerp uit 1910 ia van architect Carlos Serrera smeedijzeren banken en houten tableau's en een monument van Francisco Vicente Aguilera en zij vrouw Dolores.
Het is een van de drukste gebieden van het historische centrum. Het heeft een rechthoekige vorm en is van bescheiden afmetingen maar zijn loofbomen en
comfortabele banken maken het een favoriete plek.
In 1908 kwam hier de elektrische tram. Door zijn ligging werd het Park een controlecentrum van de trams die ging op en neer San Tadeo (Aguilera). In 1940, is de openbare dienst verplaatst. Er ontstonden gevaarlijk situaties door de tram en de slijtage van de rails waren vrij frequent. Er waren veel ongevallen in de buurt van de Plaza Dolores, specifiek op de kruising van Aguilera en vet-Porfirio (calvarieberg), hier had de weg een steile bocht, waarin de wielen van de rails liepen en de tram dus ontspoorde.
Hier staat op een hoog voetstuk van Carrara-marmer een standbeeld van de onafhankelijkheid genaamd; Francisco Vicente Aguilera, beneden zit zijn vrouw Dolores. Je vindt hier koloniale huizen van de elite, diverse restaurants en de taverne van Dolores.
Dit is een ontmoetingsplek voor zowel de bevolking als voor de toeristen. Ook wij hadden hier immers afgesproken samen te komen om weer verder te
reizen?
Francisco Vicente Aguilera
Dit was een Cubaanse patriot geboren in Bayamo, op 23 juni 1821. Hij had tien kinderen met zijn vrouw Ana Manuela Maria Dolores Sebastiana Kindelan y Sanchez. Hij studeerde aan de Universiteit van Havana, en heeft de graad van Bachelor in de rechten behaald.
Hij had een fortuin geërfd van zijn vader, en in 1867 werd hij de rijkste grootgrondbezitter in de oostelijke regio van Cuba, en bezat suikerraffinaderijen, vee en slaven. Hij kocht geen van de slaven. Wel gebruikte hij de slaven die hij had geërfd van zijn vader. Hij was burgemeester van Bayamo, en een vrijmetselaar en ook het hoofd van de Vrijmetselaarsloge in Bayamo.
En dan nu een toelichting op zijn geboorteplaats, we kwamen hier voor we in Santiago de Cuba aankwamen maar dit is wel een mooi verloop.
Bayamo
is de hoofdstad van de provincie Granma, en is een van de grootste steden in deze regio. Gesticht door Diego Velázquez de Cuéllar op 5 november 1513. In de 16e eeuw was het een van de belangrijkste landbouwgebieden op het eiland. Omdat het zover landinwaarts ligt had het nauwelijks last van piraten. Het wordt beschouwd als een van de meest belangrijke steden en rijk aan geschiedenis. De belangrijkste lood en industriestad van de provincie met economische, sociale en culturele ontwikkeling.
De plaats is tevens bekend doordat het de geboorteplaats is Carlos Manuel de Céspedes, de eerste president van de republiek Cuba. Hij was een van de bevrijders van Cuba in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Spanjaarden. Het geboortehuis van Céspedes is nu een museum. Ook Tomás Estrada Palma, de eerste president van Cuba, is hier geboren.
Bayamo, is de bakermat van de Cubaanse nationaliteit.
Hier werd het volkslied van Cuba voor de eerste keer gezongen.
Je vindt hier het monument gewijd aan het nationale volkslied, La Bayamesa op het Plaza del Himno (naast Plaza de la Revolution);
een borstbeeld van Perucho Figueredo, compleet met de tekst en de melodie van het door hem gecomponeerde volkslied.
Op 20 oktober, de dag waarop hij het lied voltooide, is het plein elk jaar opnieuw het middelpunt van vele festiviteiten.
We vinden hier nog een mooi beeld maar er is niets over te vinden op internet. En natuurlijk ook vandaag weer een paar leuke foto's van de electra gemaakt kijk maar. Het historische centrum werd uitgeroepen tot nationaal monument op 10 oktober 1978.
Plaza del Hymne, Templo del Santisima Salvador de Bayamo
Hier bevindt zich een van de oudste kerken van Cuba, ook bekend staand onder de naam Iglesia Parroquial Mayor de San Salvador. De kerk werd door brand in 1869 grotendeels verwoest. In 1868 werd hier voor het eerst Cuba’s volkslied door twaalf vrouwen in het openbaar gezongen. Veel in en aan de kerk herinnert eraan. De Capilla de la Dolorosa uit 1733, links van de kerk bleef gespaard. Tegen de achterwand ervan bevindt zich een schildering waarop te zien is hoe de rebellenvlag van De Céspedes door een priester gezegend wordt. De Céspedes spreekt het volk toe en verklaart Bayamo tot (revolutionair) hoofdstad van Cuba. In de kerk zelf bevindt zich het doopvont (daterend uit 1540) waar De Céspedes gedoopt werd. Ook het altaar bleef bij de brand gespaard, het werd overgebracht naar Holguín, vanwaar het, na de wederopbouw van de kerk, terugkeerde. De tand des tijds maakte een vervanging ervan echter noodzakelijk. De restauratie van de kerk heeft jaren geduurd. Een kleinzoon van de schilder die in 1919 (tijdens de vorige restauratie) de schilderingen verzorgde, heeft deze wand- en plafondschilderingen weer in de originele staat teruggebracht. De kerk was gesloten.
ca 510 km naar Sancti Spiritus Terugblik Cuba