Sevilla
Het is een gemeente en de hoofdstad van de Spaanse autonome regio Andalusië, en van de provincie Sevilla.
In de buurt liggen de mijnen van de Sierra Morena. Daar trokken de Feniciërs. Grieken, Carthagers en Romeinen al naar toe. In 481 werd het de hoofdstad van een Westgotisch koninkrijk. De Arabieren veroverden de stad. In de Moorse periode, 12e en 13e eeuw was Sevilla een rijke stad. In 1248 veroverde de christelijke koning Ferdinand III de stad. Tijdens de ontdekking van Amerika stroomden grote rijkdommen naar Sevilla. In de 17e eeuw verzandde de Guadalquivir en zette het verval in. Nu de 20e eeuw neemt de stad weer een belangrijke plaats in de economie in.
Er worden veel producten geproduceerd:
ijzer, staal, elektronica, chemische, voedingsmiddelen, keramiek, zilver en parfums. Is een centrum van olijf -, graan - en wijnhandel en voor bewerkingen voor hout, kurk en leer. De haven is voor zeeschepen toegankelijk. Er zijn verder een luchthaven, universiteit, bibliotheek met kostbare handschriften. 18e eeuwse arena en stierenfokkerijen.
Het is de belangrijkste stad van Zuid-Spanje op het gebied van cultuur, politiek, economie en kunst. In 2021 had de stad 684.1234 inwoners, en in de agglomeratie Sevilla wonen 1.949.741 mensen.
Het bekendste plein van Sevilla ligt in het groene Maria Luisa park. De indrukwekkende 'Plaza de España' werd aangelegd voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 om op symbolische wijze vrede te sluiten met de voormalige koloniën. Opvallend op dit 'Spaanse plein' zijn de 52 bankjes met Andalusische tegeltjes die alle Spaanse provincies uitbeelden
Ook hier, maakten wij net als in Madrid eerst een rondrit langs de bezienswaardigheden.
Glorieta de Los Marineros
Monument is verwijzing naar de vrijwilligers die tijdens de Spaanse burgeroorlog in het leger vochten.
Dit monument staat in de Glorieta de los Marineros Voluntarios. De rotonde vormt een verbinding tussen de Paseo de las Delicias, de Avenida de María Luisa en de Puente de los Remedios, de toegangsweg tot de gelijknamige wijk. Daaromheen vinden we charmante plaatsen zoals het María Luisa-park, het Juan Sebastián Elcano-monument en de Costurero de la Reina. De huidige lay-out van de rotonde is het resultaat van 2 belangrijke herontwikkelingen in het gebied, de 1ste uitgevoerd in het 2e decennium van de 20e eeuw voor de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 en de 2e met de bouw van de brug in 1967.
Het monument bestaat uit 3 delen. Een vijver met fonteinen, een muurschildering die een wereldkaart verbergt. En ervoor een standbeeld van de veroveraar en navigator. Het monument is gemaakt door Antonio Cano
Rechts hiervan zien we een kolom met 4 randen bas-reliëfs, met 10 figuren per niveau.
Een groot ijzeren anker
Het monument, is schuin opgesteld en heeft een ketting van ongeveer 18 m lang. Het gewicht is meer dan 3 ton.
Het werd opgericht op 12 oktober 1968 en werd geschonken aan de gemeenteraad van Sevilla door de Broederschap van de Vrijwillige Zeelieden van de Kruistocht.
Catedral del Toreo
Het gebouw, met zijn indrukwekkende barokke voorgevel, dateert van 1762 -1881. Hij biedt plaats aan 14.000 toeschouwers en ondanks de grootte van de arena is alles goed hoorbaar, waar je ook zit. De hoofdingang is de Puerta del Príncipe met prachtige 16e-eeuwse ijzeren hekken, oorspronkelijk afkomstig uit een klooster, gemaakt door Pedro Roldán. Na een uitstekende voorstelling wordt de torero door deze poorten naar buiten gedragen op de schouders van het publiek. De lichte helling bij de barricaden in het midden van de arena, geeft de stierenvechter een voordeel hij kan naar beneden sprinten om achter de barricade te komen, terwijl de stier tot stilstand moet komen om er niet tegenaan te botsen.
De Ibero-Amerikaanse tentoonstelling in Servilla uit 1929
Doel expositie
De stad te promoten en een boost te geven aan het toerisme. Maar ook om het industriële en culturele erfgoed toon te stellen. De Ibero-Amerikaanse expositie was gelijktijdig een tentoonstelling om de band met Spanje, Portugal en hun voormalige kolonies te vergroten.
(Ibero-Amerika is de benaming voor landen op het Amerikaanse continent waar Spaans of Portugees de voertaal is). Er deden 28 landen aan mee, en ieder land mocht zijn eigen paviljoen ontwerpen. Dit keer mocht worden gebouwd voor de lange termijn. Het hoogtepunt was Plaza de España. De expositie duurde een jaar lang, om precies te zijn van 9 mei 1929 tot en met 21 juni 1930.
Tot op de dag van vandaag zijn er nog steeds heel veel indrukken te zien van de expositie. De meeste paviljoens staan er nog steeds. Hier onder zie je er een paar
Glorieta de San Diego
De rotonde van San Diego, vind je bij 1 van de ingangen van het María Luisa-park in de wijk Plaza de España. Op de Ibero-Amerikaanse tentoonstelling van 1929 sierde het het hoofdtoegangsgebied. Een grote neo-platereske boog een structuur bestaande uit 3 bogen.
In de centrale opening staat een symbolische afbeelding van Hispania gekleed in een tuniek en een mantel en draagt een wapen van Spanje met de NO8DO. Naast haar staat een leeuw met een wereldbol.In de rechteropening bevindt zich een sculptuur met de titel The Spiritual Wealth of Seville, een vrouw in een tuniek die een afbeelding van de Onbevlekte Ontvangenis vasthoudt. In de linkeropening is er nog een met de titel The Material Wealth of Seville, waar een gelijkgeklede vrouw is die tuinproducten heeft in een hoorn des overvloeds. De bogen worden ondersteund door roodmarmeren zuilen. Het monument heeft een sokkel met een fontein. Het hele bouwwerk is ontworpen door Vicente Traver in 1927.
El costurero de la Reina
Het werd gebouwd aan het einde van de 19e eeuw. Het was het huis van de bewaker of het rustpaviljoen van de tuinen van het Palacio de San Telmo, het huidige park van María Luisa. De architect was Juan Talavera de la Vega, de vader van de regionalistische architect Juan Talavera y Heredia. Het is het oudste neo-mudéjar-gebouw in Sevilla. Het staat zo bekend, omdat volgens de populaire traditie Doña Mercedes de Orleans, de toekomstige echtgenote van Alfonso XII, zich terugtrok om in dit paviljoen te naaien.
Colombia Paviljoen
Werd opgedragen aan de Spaanse architect José Granados en hij baseerde zijn ontwerp op Colombiaanse religieuze architectuur. De versiering van chibcha- en quimbaya-motieven is het werk van de Colombiaanse beeldhouwer Rómulo Rozo. Momenteel is het gebouw het hoofdkwartier van het Colombiaanse consulaat.
De architect van dit paviljoen was de Argentijn Martín S. Noel, auteur van de Ambassade van de Argentijnse Republiek in Lima (Peru). Het is in de Spaans-Amerikaanse neobarokke stijl, gebaseerd op Sevilliaanse en Peruaanse architecturale elementen, evenals Argentijnse. Jarenlang was het het hoofdkantoor van het Murillo Institute, dat nog steeds onder die naam bekend staat. Het wordt momenteel gebruikt door het Dansconservatorium.
Het is het Guatemala-paviljoen. Een reproductie van een typische tempel van Guatemala.
Universiteit
In 1935 werd het hervormd om het een andere bestemming te geven en verloor het zijn barokke inhoud. Het behoort momenteel tot de Universiteit van Sevilla.
De architect Pedro Paulo Bernardes Vastos ontwierp het paviljoen met de Braziliaanse barok in gedachten. Er is geen nationale architectuur, die kan worden geëxtraheerd uit de inheemse bevolking van het binnenland, maar het is ontworpen in de koloniale stijl van de steden die vanaf 1580 door de Portugezen aan de kust zijn gebouwd.
Het paviljoen toonde verschillende productieve sectoren van zijn land, zoals koffie, hout, vezels, cacao, meubels, rubber, auto's, parfumerie, enz. Als curiositeit werd een bus meegebracht die de eerste auto was die volledig in het land werd geproduceerd.
Plaza de España
Het Spaanse plein, bestaat uit een ovaalvormig plein van zo'n 200 meter doorsnee, met een spectaculaire fontein in het midden, dat omarmd word door een magnifiek gebouw met indrukwekkende torens aan beide flanken. Dit was het centrale gebouw van de Ibero-Amerikaanse expositie van 1929 waarin Spanje op symbolische wijze vrede sloot met haar vroegere kolonies van het Amerikaanse continent.
De basis van gebouw is onderverdeeld in 58 segmenten, die voor elke provincie van Spanje een historische gebeurtenis weergeven in veelkleurige handgemaakte tegels. Het plein zelf is door een ring van water verdeeld in een centraal gedeelte (dit was afgesloten daar zij daar aan het werk waren), en een buitengedeelte die door vele tegel versierde bruggetjes verbonden zijn.
Vestíbulo de entrada, Escalera monumental,
De Aragon-brug
Elk gebouw gewijd aan de 4 historische koninkrijken heeft een brug ervoor. Deze bruggen communiceren met het midden van het plein en steken het 500 meter lange kanaal over dat langs de hele binnenomtrek van het plein loopt
In de "Aragón-brug" kunnen we veel details zien gemaakt van tegels, met verschillende technieken en daarin kunnen we verschillende afbeeldingen van het Aragonese schild zien. We kunnen het schild zien in de kleine olambrilla's die de vloer sieren en ook een meer monumentale schild bij de ingang van de brug vanaf de binnenkant van het plein.
Elke brug is versierd met een leuning van keramiek en smeedijzeren lantaarnpalen. Vanaf de brug kun je natuurlijk ook heel mooie foto's maken je staat iets hoger
Banken van de Aragonees provincies
Als iets dit plein kenmerkt, dan zijn het wel de oevers van de verschillende Spaanse provincies. Bezoekers uit andere provincies zoeken meestal naar hun corresponderende bank, maar als we goed kijken, zijn ze allemaal verschillend, dus het is de moeite waard om te genieten van de uitgebreide Sevilliaanse tegels die je ziet
Het is niet te doen om alle banken te beschrijven vind je het leuk vooral even op het net surfen je vindt je wel hoor. Je ziet hier een paar voorbeelden
Je kunt er denk ik uren doorbrengen Telkens als je door een boog loopt zie je weer iets nieuws.
Doorkijkjes
Parque de los Jardines de Murillo
De tuinen van Murillo in Sevilla liggen tussen de drukke Avenida Menéndez Pelayo, de muren van het Alcázar Paleis en de bekende wijk Santa Cruz. Officieel heet het park Catalina de Ribera, maar men kent het beter onder de naam van de bekende schilder Murillo (1617-1682)
De naam Jardines de Murillo werd bedacht door Baldomero Laguillo, omdat de tuin vlakbij het geboortehuis van de wereldberoemde schilder ligt.
Er zijn mooie met mozaïek ingelegde bankjes te vinden en er heerst een heerlijke rust, en dat terwijl je in het centrum van Sevilla staat.
De tuin heeft een grote botanische diversiteit. Je kunt er prachtige exemplaren vinden van magnolia, ficus macrophylla, platanaceae, de Italiaanse cypres en andere soorten
Cristobal Colon
In 1492 vond een historische gebeurtenis plaats die de loop van de stad Sevilla veranderde. De ontdekking van Amerika door Christopher Columbus betekende dat deze stad een spectaculaire economische, sociale en culturele groei doormaakte. Sevilla werd de haven en toegangspoort tot de Nieuwe Wereld, met stedelijke groei waardoor het de meest ontwikkelde stad van die tijd werd.
Interessant is het monument voor hem ontworpen voor de wereldtentoonstelling in 1929. De Sevillianen verontschuldigen zich echter voor de grote leeuw bovenop de pilaren. Er bij het monument geen standbeeld van de bekende zeevaarder terug te vinden.
Het monument bestaat uit een sokkel met daarboven 2 stenen zuilen. In het midden van de kolommen bevinden zich 2 boegen van karvelen. Op de boeg bevinden zich 2 kartels, 1 aan elke kant, met respectievelijk de namen van Isabella de Katholieke en Ferdinand van Aragon. De voorsteven zijn net als de 2 kartels van brons. Op de basis van de 2 kolommen bevinden zich 2 marmeren medaillons, 1 aan elke kant, met respectievelijk de buste van Columbus en het schild van de katholieke vorsten. Het bovenste deel van het monument, dat de 2 kolommen met elkaar verbindt, wordt bekroond door een leeuw met een klauw op een wereldbol, symbool voor het Spaanse rijk. De totale hoogte van het monument is 23 meter.
Santa Cruz vroeger de Joodse wijk van Sevilla.
Sevilla heeft een bijzonder hart de Barrio de Santa Cruz. Het oude Joodse getto, op een steenworp afstand van het Alcazar en de kathedraal, is een ingewikkelde wijk van smalle straatjes, patio's, pleinen en tuinen. Met zijn kasseien, handwerk- en souvenirwinkels en clubs, vertegenwoordigt het de ziel van een magische stad.
In het verleden, na de herovering door Fernando III van Sevilla in 1248, lag de buurt buiten de muren, een gebied dat aan de Joden werd afgestaan zodat zij zich konden vestigen. Hier vonden liefdesverhalen, legendes, duels en zelfs verhalen met betrekking tot literatuur, kunst en muziek plaats: het inspireerde de kapper van Sevilla en Don Juan.
Het getto, was het belangrijkste in Spanje na dat van Toledo: het bleef zo tot 1483 met de verdrijving van de joden door de katholieke koningen, Isabella en Ferdinand
Er volgde een periode van verval, maar na de 19e eeuw herontdek, is nu 1 van de meest gewilde gebieden van Sevilla.
Juist vanwege de eigenaardige opzet, met de smalle straatjes waar de gebouwen met witte of gele gevels en smeedijzeren balkons elkaar bijna raken: ze zijn zo gebouwd omdat de wind de steegjes in wordt gekanaliseerd, wat reliëf geeft en laat ontsnappen uit de onverbiddelijke zon in de zomer. Af en toe, de hoek om, verdwaald in dit buurtlabyrint, openen zich grote luchtige pleinen. De steegjes van het oude Joodse gedeelte worden gekenmerkt door sinaasappelbomen en winkeltjes waar souvenirs, handwerk en keramiek te koop zijn.
In tapasbars in de nabijgelegen Calle Mateos Gago staan octopus en Iberische ham op de menukaart.
Water straat
De oude islamitische muren uit de 11e-12e eeuw die door deze straat lopen en de Jardines en del Alcázar scheiden, transporteerden water naar de stad en het Alcázar vanuit de pijpen van Carmona via de binnenleidingen.
Calle Agua is ook bekend als Callejón del Agua. Het is een adarve, dat wil zeggen een straat die langs de muur loopt. Waar het op klaarlichte dag een bijzondere kleur afgeeft.
Dit is gewoon genieten zo banjeren door al die smalle straatjes. Zie je die raambekleding zou het gebreid zijn?
Elke straat heeft wel iets bijzonders
bronzen plaquettes
Overal in het historische centrum vind je deze zoals op de 1ste foto, in de Sevilliaanse bodem geplaatst of tegels aan de wand. Het is een manier om belang te hechten aan de verhalen en legendes van de stad die het vertellen waard waren in een culturele en muzikale weergave van de omvang van een opera.
Legenden rond de naam
Volgens de legende woonde in deze straat een belangrijke joodse kruidenhandelaar die geen welvarende situatie doormaakte. Hij schreef het ongeluk van zijn zaken toe aan God en lasterde hem totdat een passerende heer hem hoorde en hem berispte. De koopman, die zijn fout besefte, barstte in tranen uit. Maar peperplanten ontsproten uit zijn ogen. (laatste foto)
Als je echter geen zin hebt om in een restaurant te gaan zitten voor een maaltijd, kun je ook een hapje eten in de tuinen tegenover het Balcón De Rosina. Het is een heel mooi balkon. Samen met het gebouw is het een geweldig voorbeeld van Mudéjar-architectuur uit de Renaissance. Overhangende, versierde balkons zoals deze zijn een kenmerk uit de islamitische wereld. Het balkon van Rosina wijkt echter sterk af van de traditionele mashrabiya doordat het volledig onbedekt is - hoewel het nog steeds het dak heeft (renaissancebalkons in Italië hebben zelden een dak).
Het balkon staat bekend om zijn connectie met de beroemde opera "The Barber of Seville". Naar verluidt is het dit balkon dat de graaf van Almaviva beklimt, op advies van Figaro, om zijn liefde, Rosina, na te jagen.
En natuurlijk vind je overal schitterende binnenplaatsjes
Het smeedijzeren kruis
In 1692 smeedde Sebastián Conde een van de belangrijkste kruisen in Sevilla, tegenwoordig te vinden op de Plaza de Santa Cruz. Eenmaal voltooid, werd het kruis tot het einde van de 17e eeuw geïnstalleerd aan de samenvloeiing van Calles Sierpes en Rioja (voormalig Plaza de la Cerrajería). Later werd hij verwijderd, omdat hij de koninklijke processies die van Calle Sierpes naar Triana gingen in de weg stond.
In 1729 werd het naar het Convento de las Mínimas gebracht, totdat het in 1734 op zijn oorspronkelijke plaats werd teruggebracht. Uiteindelijk werd het in 1840 naar het Museum voor Schone Kunsten gebracht om in 1918 op de huidige plek de Plaza de Santa Cruz te belanden.
In het ontwerp van het kruis vallen de lampengelen op, de slangen aan de basis en de vier evangelisten aan elke hoek van het voetstuk. Volgens sommige auteurs was zijn echte naam Cruz de las Sierpes of de las Serpientes.
Sinaasappelbomen
Als je Sevilla bezoekt kun je niet om de vele bomen heen. Deze staan door heel de stad verspreid. Je ziet ze vooral veel op de pleinen in het centrum. In het voorjaar zorgt de sinaasappelbloesem voor een heerlijke geur door de straten van Sevilla en de rest van het jaar zorgen de kleurrijke oranje vruchten voor een vrolijke tint in het straatbeeld
Wie denkt aan gratis sinaasappels eten helaas. De sinaasappelsoort die in Sevilla groeit is vernoemd naar de stad (Sevillasinaasappel). De Latijnse benaming is Citrus Aurantium. Thuis eten we de Citrus Sinensis. Deze is een stuk zoeter dan wat er in Sevilla in de bomen hangt. De sinaasappels in Sevilla hebben een bittere schil en zure pulp. Hierdoor zijn ze niet geschikt om zo op te eten, maar kunnen ze wel op verschillende manieren verwerkt worden tot allerlei producten. Zo kun je er een prima marmelade van maken, maar ook geschikt als basis voor likeuren en compotes. Eens per jaar wordt er een grote hoeveelheid sinaasappelen naar Groot-Brittanië verscheept om daar tot marmelade verwerkt te worden. Dit product wordt grotendeels op de Britse markt geconsumeerd. Weet je wanneer ze van de boom vallen? Rond 5 december weet je nog dat liedje? Appeltjes van de bomen Sinterklaas... Het schijnt aan deze sinaasappelbomen te zijn gelinkt
Patio de Banderas (Magellan-route)
20-10-1517 Arriveerde koning Carlos I in Sevilla vanuit Santander en blijft uitgeput in het Real Alcázar. Als Fernando de Magallanes in de stad komt, ontmoet hij Carlos I en zij sluiten vriendschap.
Magellan wil de gunst van de vorst winnen om zijn geplande reis te financieren van het westen naar de Molukken.
Het Alcázar een buitengewoon paleiscomplex, was een frequente verblijfplaats van de katholieke vorsten en later, Carlos I, die ook feestvierde in de tuinen tijdens zijn huwelijk met Isabel van Portugal. In die tijd omvatte de jurisdictie van het Alcázar het beheer en de administratie van de scheepswerven en strekte zich uit tot de kathedraal en de Torre del Oro. Ook de instellingen en kantoren die verantwoordelijk waren voor de handel met Indië en de havenmachten hoorden hiertoe. Om al deze redenen had Magellan nauwe banden met het Alcázar, die bepalend waren dankzij de vriendschapsband die hij opbouwde met 2 sleutelfiguren tijdens het verblijf van de navigator in de stad.
Toen Magellan in Sevilla aankwam, was zijn landgenoot, de aristocraat Jorge de Portugal, de burgemeester van het Alcázar, die niet aarzelde om zijn invloed te doen gelden om het project van zijn landgenoot te vergemakkelijken. Het was echter zijn luitenant-burgemeester (verantwoordelijk voor de koninklijke gebouwen) Diego Barbosa ook Portugees, die een veel beslissendere rol zou spelen. Hij werd Magellan's sterkste supporter en vertrouwenspersoon in de Sevilliaanse hoofdstad. Zozeer zelfs dat zijn dochter Beatriz mocht trouwen met de navigator en hem in zijn huis onderbracht.
De ingang van het Alcázar, is toegankelijk via de zogenaamde Patio de Banderas. Hier vind je de kamers die tussen 1503 en 1515 voor het Casa de la Contratación beschikbaar waren en waar volgens de kroniekschrijvers, alle zaken van Indië plaats vonden. Concreet varieerde het van de westelijke gebouwen van de Patio de la Montería tot de Plaza de la Contratación, waar het zijn voorgevel had.
Het Alcázar trok in 2018 bijna 2 miljoen bezoekers. De cijfers benaderen het bezoekersaantal van de kathedraal van Sevilla, waardoor het het 6e meest bezochte monument in Spanje is.
Torenspits Geloof
In 1558 kreeg Hernán Ruiz II de opdracht om de toren te renoveren en de top opnieuw op te bouwen. 10 Jaar na de opdracht verscheen boven in de toren een bronzen beeld ter voorstelling van het Geloof. Deze sluier van meer dan 3 meter, draaiend met de wind, gaf al snel de naam aan de hele Giralda-toren en eigende zich de Giraldillo-benaming toe. Buiten het complex staat een replica van de Giraldillo.
Nu eerst een welverdiend kopje goud zo lekker
En dan willen we naar de kathedraal maar het was vreselijk druk en we hadden echt niet veel tijd natuurlijk. Dus weet je wat we gaan ouderwets een rondje om de kerk maken vast genoeg te zien. En kijk hier onder dan zie je dat er zeker meer dan genoeg te zien was. Achteraf bleek dat een ieder van de groep er zo over dacht haha
Catedral de Santa María de la Sede
In de volksmond De kathedraal van Sevilla, is na de Sint-Pietersbasiliek uit Rome en de St. Paul´s Cathedral in Londen de grootste kerk ter wereld. Het is daarmee de grootste Gotische kathedraal ter wereld. De kathedraal van het aartsbisdom Sevilla is gebouwd op de plaats waar eerst een Moorse moskee van de Almohaden stond. Deze moskee werd in 1248 veroverd op de Moren en in gebruik genomen als kathedraal. In de 13e eeuw werd deze moskee afgebroken op de 'Patio de los Naranjos' (de sinaasappelhof) en de Giralda-toren na. In 1403 begon de bouw van de kathedraal en in 1507 werd de kathedraal uiteindelijk ingewijd. De kathedraal van Sevilla is gebouwd in een vijfbeukige kruiskerk-vorm met kapellen. De kathedraal is van binnen 127 meter lang, 83 meter breed en 43 meter hoog en is tegenwoordig onderdeel van de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Wij genoten als gezegd van de buitenzijde van de Catedral.
Plaza del Triunfo
is een plein in Sevilla dat omringd wordt door de 3 grote bezienswaardigheden van de stad: Archivo General de Indias, de Kathedraal van Sevilla en Real Alcázar de Sevilla. Zij staan sinds 1987 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het plein is genoemd naar Templete del Triunfo de Nuestra Señora del Patrocinio, een monument dat op het plein staat. Een ander monument op het plein is
Monumento a la Inmaculada Concepción.
Dit monument gewijd aan de Onbevlekte Ontvangenis stamt uit 1918. Jaarlijks staat op 8 december dit monument centraal in de viering van Día de Inmaculada Concepción.
In een achthoek van granieten trappen staat een breed voetstuk met daarop de figuren van 4 17e-eeuwse figuren die opvielen in hun conceptionistische ijver: de jezuïet theoloog Juan de Pineda, de dichter Miguel Cid, de beeldhouwer Juan Martínez Montañés en de schilder Bartolome Esteban Murillo.
Op het voetstuk ondersteunen 4 Ionische pilaren het beeld van de Onbevlekte Ontvangenis.
Rodrigo Díaz de Vivar alias El Cid
De Spaanse Reconquista liet meer na dan de Moros & Cristianos-feesten. De 11e-eeuwse ridder, was een sleutelfiguur uit de 8 eeuwen durende herovering op de Moren. Hij groeide uit tot een ware held. Zijn avontuurlijke leven eindigde in Valencia, maar zijn geest leeft voort in de vorm van een geweldig cultureel, natuurlijk en historisch erfgoed, aaneengeschakeld tot de unieke route van El Camino del Cid.
4 Seizoenen fontein in de plaza Don Juan de Austria
De Fontein vind je naast het gebouw van de oude tabaksfabriek, de rechtbank en de Murillo-tuinen.
Deze monumentale fontein werd in 1929 ingehuldigd dankzij de kunstenaarshanden van Manuel Delgado Brackembury.
De naam is te danken aan de 4 sculpturen die het lichaam van de fontein omringen, die de seizoenen van het jaar vertegenwoordigen: lente aan de noordkant, zomer aan de oostkant, herfst aan de zuidkant en winter aan de westkant.
De wegen zijn breed maar het wegdek, is niet altijd even goed. Je wilt je snel verplaatsen in de stad? neem de metro.
Even een hapje eten want ons maagje vraagt aandacht en zeg nu zelf hier moet je toch gewoon even lekker neerstrijken?
We hebben heerlijk gegeten fa mag je van me aannemen.
Dan nog even naar het toilet. Nou dat werd een ware ontdekkingstocht. Wat een klein barretje leek bleek een enorm groot hotel toen ik eenmaal naar achter liep dus daar toch maar wel even een paar plaatjes geschoten als herinnering haha.
En dan naar de bus lopen voor de laatste km's naar ons volgend hotel.
Die muurschildering was mogelijk dankzij Microlibre Producciones met medewerking van de gemeenteraad van Sevilla. Het doel was om de esthetiek van het station Plaza de Armas te verbeteren. Ook de omgeving van de tweede skateboardbaan die achter, naast de rivier ligt, is geschilderd op initiatief van het Sportinstituut, met medewerking van Microlibre, en om vandalisme dat zou kunnen ontstaan bij illegale graffiti tegen te gaan.
Caños de Carmona
overblijfselen van een oud aquaduct in de wijk Nervión, vlakbij de Puerta de la Carne.
Het maakt, samen met 2 andere secties, deel uit van de enige overblijfselen van het lange Romeinse aquaduct dat water naar Sevilla bracht vanuit het Alcores-gebied. De oorsprong ligt in de eerste eeuw na Christus. Het is ontstaan in de 1e eeuw na Christus.
Nog even stop voor een kleinigheid voor degenen die nog niet gegeten hadden.
Oeps die hammen mmmmmm lekkerrrr
Wij hebben lekker over het terrein gelopen. Zie je die olijven?
Tijd voor de laatste km's
Leuk dan rijden we om beurten langs Malága, Torremolinos en Benalmádena om vervolgens aan te komen in Fuengirola.
De stier heet ons welkom. Vind je trouwens van die auto?
Dan zijn we in ons hotel hier kunnen we het wel 6 nachten uithouden. Dit wordt dus onze uitvalbasis de komende dagen. Voor het diner even gezellig een drankje met elkaar en weer op de kamer aangekomen nog even genieten van het uitzicht op het balkon ja natuurlijk met nog een neutje. Morgen gaan we naar